De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Onderzoek toont aan: Vervoersarmoede in elke laag van de bevolking
Mobiel 21

Onderzoek toont aan: Vervoersarmoede in elke laag van de bevolking

Mobiel 21 en Netwerk Duurzame Mobiliteit onderzochten, samen met onderzoekers van Universiteit Gent en Vrije Universiteit Brussel, de achterliggende factoren van vervoersarmoede. Vervoersarmoede ontstaat wanneer mensen door beperkte verplaatsingsmogelijkheden niet meer op een volwaardige manier aan het maatschappelijk leven kunnen deelnemen. Op basis van de resultaten stelden de onderzoekers vijf profielen op van minder mobiele Belgen, elk met hun eigen, specifieke kenmerken, gedrag en mate van vervoersarmoede. Ze stellen ook maatregelen voor die vervoersarmoede kunnen bestrijden.

woensdag 20 januari 2021 23:08
Spread the love

 

Resultaten van het onderzoek

Ruim 900 mensen die zich gemiddeld 2 dagen per week niet verplaatsen vulden een uitgebreide vragenlijst in. Op basis van socio-demografische kenmerken, ruimtelijke kenmerken en mobiliteitsgedrag omschrijft het onderzoek 5 profielen van minder mobiele bevolkingsgroepen:

  1. Mobiele ouderen (31,28%); hoogopgeleide ouderen met een auto en fiets
  2. Jonge starters (22,84%); jonge stedelingen met een lager inkomen en een fiets maar geen auto
  3. Stedelingen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer (13,74%); laagopgeleide stedelingen met een slechte fysieke gezondheid en zonder fiets of auto
  4. Inwoners van de voorstad die afhankelijk zijn van een auto (13,42%); ouderen met een gemiddelde opleiding en een auto maar geen fiets
  5. Ouderen op het platteland (18,51%); laagopgeleide ouderen die landelijk wonen met een auto en een fiets

Niet al de bevraagden kunnen als vervoersarm beschouwd worden. Zo hebben bijvoorbeeld de voornamelijk hoogopgeleide respondenten in de groep ‘mobiele ouderen’ toegang tot een auto en fiets, maar is het eerder een keuze om zich weinig te verplaatsen. Toch zijn er over de profielen heen enkele kenmerken die vaak terugkomen: zo is er een sterke correlatie tussen opleidingsniveau, fysieke gezondheid, woonplek, auto en fietsbezit en tewerkstelling en de mate waarin iemand als vervoersarm kan worden beschouwd. Een goed functionerend sociaal netwerk is hier van groot belang. Zonder zo’n netwerk vergroot de sociale uitsluiting en ontstaat een versterkend en vicieus effect. Bijna 20% van de respondenten geeft aan dat ze moeilijk om hulp kunnen vragen bij familie, vrienden, kennissen of buren.

Anke Bracke, onderzoeker bij Mobiel 21 weet: “Mensen in vervoersarmoede worden elk op een eigen manier beperkt in hun dagelijkse leven. Heel wat mensen, zowel op het platteland als in de stad, komen ermee in aanraking. Alleen is er onvoldoende kennis over de factoren die het probleem voeden. Dit nieuwe onderzoek heeft als grote verdienste dat het 5 duidelijke profielen onderscheidt van mensen die op een of andere manier vervoersarm zijn. Beleidsmakers krijgen zo een stevige basis om voor de verschillende doelgroepen concrete oplossingen uit te werken voor een inclusief en rechtvaardiger mobiliteitsbeleid.”

Aanbeveling: mobiliteit en openbaar vervoer op elkaar afstemmen

Als algemene beleidsmaatregel stellen de onderzoekers vast dat een goed functionerend openbaar vervoer heel belangrijk is. 3 op 10 respondenten geeft aan afhankelijk te zijn van het openbaar vervoer om zich te verplaatsen. In de vragen over de COVID-19-situatie blijkt dit effect nog sterker te zijn. Zo kan 1 op 5 geen (kwaliteitsvolle) voeding kopen zonder openbaar vervoer. Bovendien is 1 op 3 meer afhankelijk van anderen als hij of zij het openbaar vervoer niet kan gebruiken.

Ook de fiets heeft veel potentieel om vervoersarmoede tegen te gaan, zeker in steden waar de afstand tot activiteiten en diensten korter is. Hier zien we dat maar liefst 16% niet kan fietsen en dat 30% zelfs geen fiets heeft. Dat zet duidelijk een rem op vlottere en kwalitatievere mobiliteit.

Ook digitale vaardigheden en toegang tot digitale informatie spelen een grote rol om vervoersarmoede terug te dringen.

Het onderzoek formuleert daarom ook twee aanbevelingen om vervoersarmoede gerichter aan te pakken:

  1. Beleidsmaatregelen worden het best afgestemd per profiel. Niet alle mobiliteitsmaatregelen zijn voor elk van de 5 profielen even effectief. Zo is bv. gratis of goedkoop openbaar vervoer geen oplossing wanneer het aanbod niet aan de mobiliteitsvraag tegemoet komt. Beleidsmaatregelen worden het best geëvalueerd voor de 5 verschillende profielen.
  2. Mobiliteitsmaatregelen en ruimtelijke ordening moeten op elkaar worden afgestemd. De oplossing ligt niet noodzakelijk in het aanbieden van meer mobiliteit, maar ook te zorgen voor basisfuncties in de nabijheid van woonplaatsen. We moeten nadenken over een slimme ruimtelijke ordening en basisfuncties voorzien in de nabijheid van woonplaatsen.

Koos Fransen, onderzoeker van VUB en UGent besluit: “Het feit dat vervoersarmoede een probleem met vele gezichten is, maakt ook dat er niet één algemene oplossing bestaat. Bewustzijn dat er zoiets bestaat als vervoersarmoede en er via effectieve beleidskeuzes voor zorgen dat iedereen geraakt waar hij moet zijn, is daarom al een heel belangrijke stap om deze vorm van uitsluiting te doorbreken.”

 

Het volledige onderzoeksrapport kan u downloaden op de website van Mobiel 21.

 

Mobiel 21 zet mensen in beweging. We zijn een vzw die mensen inspireert en activeert om zich duurzaam en slim te verplaatsen. Als onafhankelijk centrum doen we ook onderzoek. Zo ontwikkelen en verspreiden we kennis die organisaties en beleidsmakers helpt om werk te maken van een duurzame wereld op mensenmaat.

www.mobiel21.be

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!