Foto: MNXANL, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Analyse - Frank Willems

Evergrande is Lehman Brothers niet, maar toch?

Zijn de moeilijkheden van het vastgoedbedrijf Evergrande het Lehman Brothers moment van China? Wankelt het Chinese financieel systeem of zelfs de hele Chinese economie? Of is dit wishful thinking van sommige grote media? Wat zijn de risico’s op wereldvlak en de vragen voor China zelf?

dinsdag 28 september 2021 13:10
Spread the love

 

Evergrande is de derde grootste bouwpromotor in China. Het is zeer snel gegroeid door met kapitaal van anderen woningen op te richten en die met een flinke winst te verkopen. Dat kapitaal is afkomstig uit het voorschot van kopers, uit betalingsuitstel op facturen van leveranciers en aannemers, uit obligaties en bankkredieten in binnen- en buitenland, uit hoogrentende vermogensbeheerproducten vooral van het eigen personeel, en uit kapitaal opgehaald in binnen- en buitenland via de beurs van Hongkong.

Alles liep goed zolang het bedrijf groeide, de prijzen van de woningen stegen en woningen op plan vlot verkochten. Maar sinds twee jaar remt de Chinese regering de vastgoedsector af. De prijsstijgingen zijn te sterk, er is teveel speculatieve kapitaalsbelegging in een tweede of derde woning die blijft leegstaan, en de nauwelijks bestaande huurmarkt moet ontwikkeld worden zodat ook armere Chinezen aan een fatsoenlijke woning kunnen geraken. Tegelijk wordt ook in alle sectoren gestreefd naar afbouw van de schulden van bedrijven; daardoor kan een bedrijf moeilijker nieuwe bankkredieten krijgen om oude af te betalen.

Evergrande zag de verkoop verminderen, bleef met meer dan één miljoen woningen zitten waarvan het de afwerking niet kan betalen, en kwam in betalingsmoeilijkheden omdat het in verhouding veel kortlopend krediet heeft. Het faillissement of minstens een gerechtelijke herstructurering dreigt. Pogingen om onafgewerkte woningen of zelfs volledige projecten met korting te verkopen hebben onvoldoende succes.

Systeemdreiging?

Westerse media vergelijken Evergrande met het faillissement van het Amerikaanse Lehman Brothers dat de financiële crisis uitlokte in 2008. Evergrande heeft meer dan 300 miljard dollar schulden in binnen- en buitenland. Wanneer die niet betaald worden kunnen (kleinere) Chinese banken in problemen komen met eventueel een domino-effect. Erger nog, klanten en leveranciers gaan wantrouwiger worden tegenover bouwpromotoren, minder kopen, minder voorschotten betalen en snellere betaling van prestaties eisen. Na Evergrande kunnen nog andere grote bouwpromotoren in de problemen komen. De bouwsector kan grote klappen krijgen, en vermits het de belangrijkste economische sector is, uiteindelijk de hele economie meesleuren. De bouw is immers de grootste klant bij sectoren als staal, aluminium, cement, glas…De Chinese economie kan in een crisis terecht komen.

Is dit gevaar reëel? Zowel in China als in het Westen denken ernstige analisten van niet. Het Chinese financiële systeem bestaat bijna volledig uit staatsbedrijven, de grote banken op kop. Ook in de vastgoedsector zijn naast privébedrijven als Evergrande ook grote staatsbedrijven actief. Evergrande kan vandaag zijn schuldeisers niet betalen, maar het heeft wel een grote portefeuille van onafgewerkte gebouwen en bouwgronden. Staatsbedrijven of privébedrijven met een solide financiële basis kunnen volledige projecten van Evergrande met korting overnemen, de schulden afbetalen, de gebouwen afwerken en dan verkopen zonder verlies te lijden. Staatsbanken kunnen de nodige overgangskredieten verlenen.

Tot nu toe is een dergelijke interventie nog niet zichtbaar. Het lijkt erop dat de overheid pas zal tussen komen nadat Evergrande tot een gerechtelijke herstructurering gedwongen wordt. Analisten voorspellen dat de overheid bij het ondersteunen van oplossingen prioriteiten zal doorduwen. Belangrijk is dat kopers die een voorschot betaald hebben hun woning opgeleverd krijgen. Verder moeten leveranciers en aannemers hun facturen betaald krijgen. Dat moet kopers en leveranciers vertrouwen geven en beletten dat de hele sector in moeilijkheden geraakt. Verder komt er waarschijnlijk prioriteit voor de terugbetaling van de vermogensbeheerproducten die Evergrande aan zijn personeel verkocht heeft. Dat is nodig om sociale onrust te vermijden. Wat dan nog overblijft aan opbrengsten zal dienen om bankkredieten en obligaties gedeeltelijk terug te betalen. Chinese banken moeten dit verlies gemakkelijk aankunnen. De grootste verliezers worden de aandeelhouders van Evergrande.

Wereldcrisis?

Dat brengt ons bij de internationale aspecten. Ook buitenlandse banken hebben leningen verschaft en riskeren verliezen. Buitenlandse financiële instellingen houden obligaties en aandelen van Evergrande aan. De koers van die aandelen en obligaties is gekelderd. Verliezen zijn zeker. Op wereldvlak is dit uiteraard verwaarloosbaar.

Maar de aandelen van bedrijven die een risico lopen op Evergrande zijn wel fors gedaald. En de voorspellingen in de Westerse media over het Chinese Lehman moment maken dat ook Westerse multinationals die veel zaken doen met China of grote investeringen in China hebben hun aandelen op de beurs zien dalen. Dat sneeuwbaleffect is reëel. De huidige beurs is een financiële bubbel, een prik kan tot uiteenspatten leiden. In die zin is het niet uitgesloten dat Evergrande wel een Lehman moment wordt, weliswaar niet voor China, maar een Lehman bis voor de kapitalistische wereld.

Socialistische markteconomie moet efficiënter

Binnen China stellen de problemen rond Evergrande een aantal vragen over de werking van de socialistische markteconomie op scherp. Er is vooreerst de vraag naar een optimale bijsturing van de markt, de optimale combinatie van markt en plan. Woningbouw is een strategische sector. Elke Chinees streeft naar een eigen haard. Het is schrijnend dat naar schatting 10 miljoen woningen leegstaan omdat de eigenaar speculeert op prijsverhoging om ze door te verkopen, en dat er jaarlijks 10 miljoen migranten naar de stad komen maar zich geen fatsoenlijke woning kunnen betalen. Zoals president Xi twee jaar terug zei: ‘Woningen dienen om in te wonen, niet om in te speculeren’. De markt slaagt er echter niet in dat te realiseren.

Woningbouw is ook een instrument om de conjunctuur te beïnvloeden, de economische groei te steunen of af te remmen. Een stabiele Chinese bouwsector is ook wereldwijd belangrijk, want over- of ondercapaciteit in sectoren als de Chinese staalnijverheid verstoren meteen de wereldwijde handel in staal en in grondstoffen. De vraag is dan ook hoe de Chinese staat in de bouwsector de marktkrachten beter kan bijsturen. De prijzen nemen voorlopig nog toe, de leegstand ook. Er is werk aan de winkel.

Een tweede vraag betreft de rol van de privénijverheid. Het voorbije jaar is duidelijk geworden dat aan de ongebreidelde ontplooiing van grote privébedrijven nogal wat collaterale nadelen zitten. Bekende megabedrijven zijn aangepakt voor inbreuken op de financiële regels, misbruik van monopolie, misbruik van gegevens van klanten, sociale mistoestanden, en internationale veiligheidsrisico’s.

Evergrande vervoegt die reeks. Het bedrijf heeft zijn riskante schuldenpolitiek zorgvuldig verborgen via dubieuze constructies buiten balans. De vraag stelt zich hoe de overheid kan maken dat het land geniet van de voordelen van dynamisch privé-initiatief terwijl belet wordt dat die bedrijven uit eigenbelang grote maatschappelijke schade aanrichten. Hoe kunnen de regelgevende en controlerende organen van de overheid dit efficiënter verzekeren? Hoe kon het dat de financiële waakhonden het risicogedrag van Evergrande niet detecteerden? De communistische partij legt sinds haar laatste congres sterk de nadruk op de noodzaak efficiënter te besturen. Niet ten onrechte.

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd op chinasquare.be

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!