De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Het eeuwige gekrakeel over de pensioenhervorming

zaterdag 4 september 2021 19:54
Spread the love

Een maatschappij bestaat uit een netwerk van in elkaar grijpende levens met verschillende invalshoeken en regels. België is niet één van de meest ongelijke landen ter wereld, maar het kan een stuk beter. Mensen die buiten de lijntjes kleuren, zijn beter af dan diegene die de staat gehoorzaam zijn. Dit is overal ter wereld zo, maar in België is er een gedoogbeleid op het vlak van frauduleuze praktijken, wat een ingebouwde ongelijkheid tussen de mensen teweegbrengt. Een hoge belastingdruk brengt fraude voort. Principiële mensen zijn de verliezers van onze maatschappij. Diegene die sjoemelt, komt er doorgaans mee weg, en meer nog, vindt dat het zo moet zijn. Egoïsme is bij veel mensen een ingebouwd gen dat het altruïsme overtroeft. Belastingen betalen is voor loosers, zo vertelde een zelfstandige me enige tijd geleden. Moesten belastingen openbaar gemaakt worden, we zouden in een andere wereld wakker worden…

De helft van de werkende bevolking wordt betaald door de staat. Meer nog, ambtenaren werken altijd in een omgeving die enkel bestaat uit ambtenaren zodat ze in een eigen bubbel leven en werken. De staat is een grote schatkist, en wie de regeltjes van de subsidies weet te bespelen, kan uit de pot graaien om projecten op te starten. Het beleid maakt gebruik van twee sporen: beboeten en subsidiëren. Wie de regeltjes niet volgt, wordt bestraft. Verkeersboetes zijn hiervan een voorbeeld. Subsidies geven is een ander spoor om mensen aan te moedigen om een bepaalde richting uit te gaan. Zonnepanelensubsidies zijn hiervan een voorbeeld. Soms is het een combinatie van de twee. Het mestactieplan is zo een tweesporenbeleid: straffen bij teveel bemesting en belonen als men het goed doet. Wie de subsidies goed kan bespelen, vaart er wel bij. Dossierkennis vergaren en uitspelen, is een vaardigheid dat niet iedereen gegeven is. Dit geeft automatisch al een tweedeling tussen winnaars en verliezers, tussen mensen die zware terugbetalingen moeten doen omdat hun dossier niet in orde is, of mensen die goed zijn in de kleine lettertjes van de wet en voor wie de subsidiekraan gulzig open staat.

Wie ambtenaren tegen elkaar hoort praten, is soms geschokt van hoe zij over gemeenschapsgeld praten, alsof het een onuitputtelijke bron is. Wie in de privé werkt, weet dat elke cent driedubbel moet verdiend worden om iets over te houden. Een cent voor de werkgever en/of aandeelhouders, een cent voor de overheid en een cent voor de arbeider die toch het uiteindelijke werk doet. Werk gerelateerd aan handenarbeid wordt slechter betaald dan werk gerelateerd aan management of leiding geven. Dikwijls staat de arbeider in de vuurlinie van gevaarlijk of ongezond werk, terwijl de manager een luxeleventje leidt met weinig gevaar. Stress, zo is aangetoond, is op de werkvloer groter dan in het managementbureau.  Daadwerkelijk op een knop duwen waar een gevaarlijk gevolg aan gekoppeld kan worden, is meer stressvol dan diegene die er passief van op afstand op staat te kijken, ook al is die zogezegd de verantwoordelijke. Hij kan nog altijd de schuld aan een lagere in rang geven.

Zo staan er in de maatschappij veel mensen op eenzelfde rotonde naar een ander kunstwerk op het centrale veld te kijken. De combinatie van standpunten moet zijn weg vinden in het politieke debat.

Neem nu de pensioenhervormingen. Is het nu eerlijker om iedereen eenzelfde pensioen te betalen (communisme) of is het eerlijker om iedereen een pensioen uit te betalen naar de geleverde bijdragen tijdens de loopbaan (kapitalisme). Mijn inziens zou het een combinatie moeten zijn van beiden: een basis die voor iedereen hetzelfde is en die net menswaardig genoeg is, en een surplus voor geleverde arbeid tijdens zijn professionele leven. Het is onze maatschappij niet waardig, dat mensen onder een kartonnen doos moeten slapen omdat ze te arm zijn om  mee te draaien in het systeem.

Maar hoe hoog ligt de ondergrens? Spreken we dan over 750 euro, of over 1500 euro? Wat zijn de minimale kosten van een leven dat menswaardig genoemd kan worden? Duidelijk is dat we dan niet spreken over een vrije marktprincipe van de huisvesting, want dit kapitalistisch systeem is niet geschikt om de laagst mogelijke woonkost te hebben. Het profitariaat van de huisbazen, die rijk worden zonder belasting te betalen, is een duidelijk onrecht voor de armere bevolking. Immobiliënkantoren zijn er op gericht om woonprijzen de lucht in te blazen om zo een grotere winst te bekomen. Voor de basiswoningen moet er dus een ander systeem komen dan het vrije marktprincipe.

Goede en goedkope woningen zijn een basis voor menswaardig leven. Dit kan het best door de staat geregeld worden. Halverwege de 19de eeuw is door de politiek beslist om dit via sociale woningbouw te doen. Een systeem van uitbesteding aan de privé om een publieke taak uit te voeren. Een tweede noodzaak om menswaardig te leven is het huishoudelijke, is de combinatie van kleding en voeding. Primaire behoeften waar de mens nood aan heeft om in leven te blijven. Een derde zaak is energie om een minimum aan warmte te hebben. Scholing voor de kinderen, en andere zaken zijn belangrijk, maar komen al steeds meer in de richting van secundaire behoeften. Waar ligt de grens? Vrouwen met een sterk moedergevoel leggen deze grens zeer ver naar de ene kant, waar mannen die het geldplaatje in het oog houden, hierin veel pragmatischer in zijn en al sneller de andere kant in gaan.  Wat kost het?

Onze maatschappij is er op gebaseerd om investeringen te doen, een ander woord voor schulden maken, en dan een jaarlijkse inflatie van 2% in te bouwen zodat aangegane schulden in het verleden stilletjesaan in waarde wegsmelten. Maar is dit economisch model wel zo goed? Zijn deze evenwichten wel te beheersen? De jongste decennia maken we om de zoveel tijd een crash of een crisis mee die opgelost moet worden door extra geld bij te drukken. Dit is een teken aan de wand dat ons systeem niet stressbestendig is. En dit werkt door in alle aspecten van onze samenleving. De hoge staatsschuld is een blok aan ons been dat veel zaken onmogelijk maakt. De staatsschuld is als zand in een geoliede machine. Op de duur loopt het systeem vast.

Stel nu het pensioenvraagstuk. Wat is eerlijk? Iedereen een menswaardig bestaan, ongeacht zijn prestaties, of loon naar werken? Het is per individu duidelijk wie wat kiest. Iemand die 35.000 euro bedrijfsvoorheffing per jaar op zijn loon betaald, en dat 45 jaar lang, heeft over de jaren heen anderhalf miljoen aan belastingen betaald. Als hij op pensioen gaat, krijgt hij 1800 euro per maand oftwel 22.000 euro per jaar, waarop hij dan weer belasting betaald. Moest men het recht hebben om zijn eigen bijdragen die men tijdens zijn loopbaan betaalde terug te vorderen tijdens zijn pensioen, dan kon hij rustig verder tot hij 135 jaar was. Hetzelfde principe geldt voor iemand die maar tien jaar werkt. Stel iemand die een slecht betaalde baan heeft en tien jaar werkt en nauwelijks belastingen betaalde, of erger nog, die een loopbaan met zwartwerk volbracht, die zou bijvoorbeeld maar vijf jaar kunnen verder leven en dan is het eigen bijgedragen geld op. Stel dat die op 62 jaar op pensioen gaat, zou die op 67 jarige leeftijd ge-euthaniseerd moeten worden om hem uit zijn leiden te verlossen.  Er zit dus een groot verschil in de uitwerking van een levensloopbaan, en van wat menswaardig of rechtvaardig is, wat niet hetzelfde is. Tussen deze twee zienswijzen, moet een pensioenstelsel een evenwicht vinden.

Armoede versus menswaardigheid 

Mijn persoonlijk standpunt is dat menswaardigheid en armoedebestrijding geen synoniemen zijn. Armoede is in België geen misdrijf meer sinds 1993 (afschaffing wet op landloperij). Een arm persoon, moet als volwaardig mens aanzien worden en mag niet uitgesloten worden, maar zijn situatie zal impliceren dat hij aan bepaalde activiteiten niet zal kunnen mee doen wegens te duur. Een pampersituatie van vakantieregelingen en vanuit de staat gesubsidieerde plezierreisjes wordt door veel mensen als onrechtvaardig gezien, omdat dit voor werkenden niet het geval is. Wel kan dit door bijvoorbeeld liefdadigheid zodat gelden en mogelijkheden door privéinitiatieven vrijkomen zodat er wel aan dergelijke acties kan gedaan worden, maar de staat heeft hierin geen rol te spelen. Er is dus nood aan een duidelijke grens tussen wat voor de staat is, en wat niet. Belangrijk hierin is dat dit voor iedereen hetzelfde moet zijn, en geen hokjesmentaliteit van twee tot de achtste macht aan mogelijke subsidieregelingen en dossiermakerij waarbij de kost van het organiseren het uiteindelijke doel ver overtreft. Zo weinig mogelijk subsidies met een karrenvracht aan regeltjes, maar eenduidige en eenvoudige regels die voor iedereen gelden, en voor iedereen duidelijk zijn. In deze zou ik zelfs durven stellen: durf onrechtvaardig te zijn als dit de eenvoud ten goede komt. Veel regelneverij komt er door een te ver doorgedreven drang naar rechtvaardigheid, een rechtvaardigheid die op maat is van een hautaine rijke wereld. De paradox is dat het gewoonlijk mensen met zeer hoge lonen zijn die beslissingen nemen over arme mensen, rijken die een moraal hebben die ze zelf hoger achten dan de mensen waarover men beslissingen neemt.

Onrecht versus eenvoud

Durf een beetje onrechtvaardigheid in te bouwen om winst te boeken op de eenvoud van een regeling.  Je komt dan uiteindelijk toch weer rechtvaardiger uit. Teveel worden nu grote titels gebruikt om via een subsidie de mensen naar een of andere kant te duwen, terwijl het bekomen van de subsidie veel uitsluitingen telt. Regelneverij ten dienste van het ambtenarenapparaat is een agressie naar het volk toe. Ooit heb ik omwille van een terugbetaling vijftien bladzijden moeten invullen met allerlei onzinnige gegevens, en mijn situatie kon ik er niet in kwijt omdat ambtenaren zich mijn reële leefwereld niet konden inbeelden, en dus bestond mijn arbeidssituatie niet. Je moet dan een strijd aangaan met een wereld vol onwetendheid om iets in orde te krijgen. Het standaard antwoord bij een ambtenaar is ‘neen’, zodat de zaak afgehandeld is. Een verschil tussen de letter van de wet en de geest van de wet.

Uitgesteld loon

De ambtenarij heeft via stakingen een hoger pensioen verkregen. Waar komt het fabeltje van ‘uitgesteld loon’ uit voort? Dit is een onrecht voor het volk, en naar de ambtenarij toe. In feite krijgen ze dan te weinig loon tijdens hun loopbaan, en betalen ze te weinig belastingen, zodat het systeem van sociale zekerheid onder druk komt te staan. Een bepaalde minister is onder druk van stakingen bezweken en heeft het hoger pensioen toegestaan, omdat de meerkost toch in de verre toekomst lag. Totdat er zo’n groot verschil met de gewone werkende bevolking kwam, dat het weer onrechtvaardig werd. In discussie met ambtenaren blijkt maar weer, dat zij een totaal verkeerd beeld hebben van de privé. Ambtenaren hebben er een handje van weg om zich benadeeld te voelen in vergelijking met de privésector, maar de nadelen die daar spelen, zien ze gewoonweg niet omdat ze deze niet kennen. Iemand die 5000 euro bruto per maand verdiend, moet zeer veel aan belastingen en rsz betalen, maar krijgt deze in verhouding nooit terug. Een ambtenaar met ‘uitgesteld loon’, moet tijdens zijn loopbaan veel minder belastingen betalen en krijgt deze gelden later wel integraal terugbetaald. Het nadeel is sterk in het kamp van de privé. Een ambtenaar die 3000 euro bruto verdient, betaalt 1000 euro belasting en krijgt later een pensioen van 2500 euro/maand. Iemand in de privé die 5000 euro verdient, betaalt meer dan 2000 euro belasting en krijgt 1800 euro/maand als ie op pensioen is. Het fabeltje van ‘uitgesteld loon’, is al vlug achterhaald als je ziet wat de impact is als men beide systemen vergelijkt: Stel dat het pensioen van de ambtenaar zou betaald worden met het geld van zijn eigen bijdrage aan belastingen, dan komt hij 18 jaar toe, vanaf dan teert hij al op geld van de gemeenschap. De man in de privé die goed geld verdiende, en die op zijn 67ste op pensioen gaat, mag nog 50 jaren op pensioen gaan voordat hij op solidariteit vanuit de maatschappij moet rekenen. Hij is dan 117 jaar vergeleken met de ambtenaar die al zijn belastingen al teruggevorderd heeft met zijn 85 jaar. Vanaf dan leeft hij puur op kosten van de staat. Iemand met een goed loon in de privé, komt er nooit aan toe om zijn eigen bijdragen terug te vorderen van de staat. Appelen met peren vergelijken, inderdaad. Een onrecht dat er ingeslopen is door politiek gekrakeel. Waarom niet eenzelfde pensioenstelsel voor iedereen. Dit vereenvoudigd rekenmodel wordt door ambtenaren niet aanvaardt, omdat het het onrecht duidelijk aantoont. Ja, maar de privé heeft een tweede pensioenpijler. Ook dit argument houdt geen stand omdat de tweede pensioenpijler het eigen geld betreft van de werknemer, en nooit de gelijkschakeling met het systeem van de ambtenarij benadert. In discussies met ambtenaren blijkt telkens weer hoezeer zij dit systeem overschatten. Het is evenzeer een systeem van uitgesteld loon, maar dan zonder dekking van de staat, integendeel, die belast het systeem dan nog. Waarom blijft deze onrechtvaardigheid dan toch bestaan? Omdat experten dikwijls te vinden zijn op het niveau van universiteiten, die ook genieten van dit gunstig regime. Ze zouden hun eigen voordelen moeten wegzuiveren, wat natuurlijk een enorme firewall is om hier door te geraken.

De kracht van het getal

Een grote armere groep belasten brengt meer op dan een kleine groep rijken. Dit is het credo van de mensen die aan de winnende kant van de maatschappij staan. De tegenhanger hiervan is ‘de sterkste schouders moeten de grootste lasten dragen’. Ook hier moet weer een evenwicht gevonden worden. Excellentie mag beloond worden, maar de bovenkant van de maatschappij mag de onderkant van de maatschappij niet negeren. Grote verdiensten moeten kunnen, op voorwaarde dat de onderlaag van de gemeenschap menswaardig kan leven. In België is dit evenwicht nog niet zo slecht, maar het kan een stuk beter, een communistische onderbouw met een kapitalistische bovenbouw. Ons land is rijk genoeg en brengt genoeg rijkdom voort, zodat iedereen op het grondgebied menswaardig kan leven, wat dus niet gelijk is aan ‘geen armoede’, en waar uitmuntendheid beloond kan worden zonder afgeroomd te worden. Door politiek gekrakeel en polarisatie wordt het debat hier sterk vervuild. Bart De Wever, de woordvoerder en beschermer van het kapitalistisch grootkapitaal, zet zich hier af tegenover de profiteurs van de maatschappij.  Groot was de verrassing toen hij in 2014 nog blauwer was dan de liberalen zelf met het doorduwen van de afschaffing van het brugpensioen en de verlenging van de pensioenleeftijd. Zonder vermelding in geen enkel verkiezingsprogramma, was dit direct in kannen en kruiken. Voor de liberalen ligt de oplossing in het 19de eeuwse credo waar ze hun politiek discours in 1846 mee begonnen zijn: iedereen aan het werk en zo lang mogelijk. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen geluk! Aan grote pensioenen werd dus niet geraakt, omdat dit door grote generaals zelf verworven werd… of de kracht van het kleine getal die zichzelf een uitzondering toestaat. Stelselmatig werden regeringsbeslissingen genomen in het nadeel van de kleine man, die raar maar waar, toch ook voluit ging voor de herverkiezing van NV-A. Stemmen op de partij die je pijn doet, en blijft doen… Het verschil tussen het imago van de leider en de politieke inhoud wordt door intuïtieve mensen niet opgepikt. Als het leuk verpakt is, is de inhoud vanzelf ook leuk… Een voorbeeld hiervan is de slogan ‘taxshift’ dat oorspronkelijk door de linkse partijen naar voor werd geschoven in het teken van ‘de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’. Naar aanleiding van een erfenis waar miljarden werden verschoven van de vader naar de erfgenamen, en waar zo goed als geen belasting op werd betaald, in schril contrast met de gewone werkman, kwam de term ‘taxshift’ op tafel. Ook rijken moesten in hetzelfde stelsel als de gewone man belastingen betalen en geen ‘constructies’ opzetten om geen belastingen te betalen. De overheid liet oogluikend toe omdat het systeem het toeliet. Toch is er door de donkerblauwe meerderheid geen ambitie om ‘deze kleine minderheid’ aan rijken het vuur aan de schenen te leggen. Geen enkel initiatief om dit onrecht aan te pakken. Integendeel. De term ‘taxshift’ werd verdraaid in een andere setting. In de NV-A vorm werd het vertaald als belastingvermindering. Een deel van de bevolking werd een wortel aan een stok voorgehouden, en het lukte nog ook. De term taxshift werd gebruikt voor het verkleinen van de patronale bijdragen op het loon van arbeiders zodat de loonkost naar beneden gebracht werd. Vergelijk je patronale bijdragen van de laatste tien jaar eens en leg ze naast elkaar. Zie hoeveel duizenden euro’s minder betaald werden, ten koste van het algemeen belang. De arbeider had er zo goed als geen voordeel bij. Het voordeel kwam ten goede van de bedrijfsboekhouding. Op het einde van de legislatuur, na Marrakech, hadden de bedrijven een surplus van 8 miljard jaarlijks, tegenover een ‘wortel aan een stok’ voor de arbeiders van 0.8 miljard. Het gros van het publiek was blij, want er was een licht voordeel. En NV-A werd weer verkozen… met een structureel begrotingstekort van 8 miljard jaarlijks. Dit valt echter in het niet van de miljardentsunami die ter ondersteuning van het bedrijfsleven en werklozen vielen om de ramp van corona op te vangen, maar dit was dan ook eerder een oorlogssituatie.

Hoe moet het nu verder met de pensioenen?

We moeten af van het strakke pensioenbeleid. Waarom geen variabel systeem waar enige flexibiliteit ingebouwd is? Nu zijn er vrouwen die hun job gewoon opgeven en onder vleugels van hun man hun pensioen verder afwachten. Waarom geen constructies dat mensen vanaf hun 50ste naar een deeltijdse arbeid kunnen gaan. Sommige categorieën van arbeiders hebben een levensverwachting die zeven jaar lager ligt dan bijvoorbeeld leraars of ambtenaren. Waarom dit niet in rekening brengen? Als subgroep krijgen zij bij eenzelfde systeem veel minder uitbetaald dan bevoorrechte groepen, terwijl hun bijdragen dikwijls hoger lagen. Een loopbaan van een werknemer is tot in detail geweten. Breng eventueel artificiële intelligentie in die gelijke behandeling van groepen kan garanderen, simpelweg door meetbare gegevens te verwerken. Je weet tot op de centiem wat iemand bijgedragen heeft in zijn leven…  en je kan meten hoe lang iemand uit die subcategorie gemiddeld leeft. Het heeft geen zin om negentiende eeuwse modellen en slogans te gebruiken in een tijd dat je moderne middelen ter beschikking hebt. Wie een oude koeienslogan uit de sloot haalt, moet een euro in een potje leggen, want met deze contraproductieve slogans, die dikwijls op leugens en verdraaiingen gebaseerd zijn, loopt elke onderhandeling vast. Wie denkt in slogans en vastgeroeste ideeën is gewoon niet mee met de tijd. Denken in beelden van arbeiders en bedienden is zo cliché die niet meer aan de huidige wereld beantwoordt. Arbeiders die per kop een winst genereren van 5000 euro per dag. Die zelf een bruto maandloon hebben van meer dan 5000 tot 6000 euro per maand. Die drie hogere diploma’s hebben , maar bij het horen van het statuut ‘arbeider’ als dom worden aanzien. Schaf het onderscheid tussen arbeider en bediende en ambtenaar gewoon af. Streef naar meer gelijkheid, niet alleen tussen man en vrouw, maar zeker ook op gebied van werknemersstatuut. Er bestaat geen dom werk. Diegene die achter de vuilkar loopt, is onontbeerlijk voor ons welzijn. De bedrijfsleider zijn werk is geen veelvoud waard van het werk van van de doeners op de werkvloer. Het is allemaal realiteit. België is wereldkampioen in het opmaken van statistieken, maar gebuisd op het vertalen naar een werkbaar systeem. Misschien moeten we dat proberen om te draaien.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!