Reportage - Chris Den Hond

Koerdisch nieuwjaar ‘Newroz’ in Suruç en Diyarbakir: reisindrukken

Chris Den Hond, journalist en al jarenlang actief voor de Koerdische strijd voor zelfbeschikking, bracht de periode van Newroz, Koerdisch Nieuwjaar, door in de Turkse grensstreek met Syrië. Daar wordt ook de overwinning in Kobani tegen IS gevierd. Dit zijn zijn reisindrukken.

vrijdag 10 april 2015 10:51
Spread the love

Duizenden Koerden rijden op 17 maart 2015 in toeterende wagens door de
Turks-Koerdische grensstad Suruç naar de Syrische grens met de stad Kobani aan de overkant.
Op een heuvel met zicht op Kobani vieren ze Newroz, het Koerdische
nieuwjaar. De Turkse militairen houden de grens dicht. Enkel mensen
met een Syrisch paspoort kunnen door, maar niet meer terug.

Sinds
het Koerdische verzet in december 2014 de strijders van IS heeft
verjaagd, zijn 50.000 van de 200.000 vluchtelingen uit de regio
Kobani teruggekeerd. Journalisten kunnen niet meer via de officiële
grenspost naar Kobani gaan. “Omdat jullie negatief schrijven
over Turkije”, verklaarde de persverantwoordelijke in Urfa (een
andere Turkse grensstad) aan de verzamelde pers.

De
Turkse staat krijgt inderdaad negatieve pers, omdat ze de Koerden in
Rojava (het autonome Koerdische gebied in Syrië aan de grens met
Turkije) en meer bepaald in Kobani aan haar lot heeft overgelaten. Of
erger: ze heeft de grens gesloten voor verzetsmensen, terwijl ze
niets deed om de toevoer van IS-terroristen via de steden Istanboel
en Gaziantep naar Kobani te stoppen. Zelfs NAVO-bondgenoot VS heeft
zich geërgerd aan de houding van Turkije tijdens “Kobanigrad”
(zoals de slag tegen IS wordt genoemd).

Gewonnen
ondanks Turkije

De
burgemeester van Suruç, Zuhal Ekmes van de Vrede en Democratie
Partij (BDP), neemt geen blad voor de mond: “Wij willen een
corridor vanuit Turks Koerdistan naar Kobani. Sinds twee jaar is
Kobani geïsoleerd. Wij willen dat de mensen humanitaire hulp, maar
ook wapens kunnen leveren aan de bevolking en aan de strijders in
Kobani, want IS is weliswaar teruggedrongen tot 40 kilometer buiten
Kobani, maar alles blijft mogelijk. De Turkse staat heeft niets
gedaan om ons te helpen. We hebben de oorlog gewonnen in Kobani
ondanks Turkije.”

De
zuidelijke kant van de stad Kobani is volledig vernield. De
westelijke kant niet helemaal, maar niemand kan er op dit moment
wonen. De Koerdische organisatie Rojava stuurt zowat vijftien
vrachtwagens per week naar Kobani met hulpgoederen en hygiënisch
materiaal. IS heeft veel mijnen gelegd in de huizen en de laatste
twee maanden zijn er veertig doden gevallen door ontploffende mijnen. Er
liggen nog lijken van IS-strijders onder het puin. Nu het warm
wordt, beginnen die te ontbinden met het risico op een epidemie.

Internationale
hulporganisaties zoals het Rode Kruis of het VN-Hoog Commissariaat
voor de vluchtelingen werken via de Turkse staat en hun hulp is
weinig zichtbaar. Het zijn vooral de gemeentes en steden die in
handen zijn van de pro-Koerdische partij BDP en de Democratische
Volkspartij (HDP) die de solidariteit organiseren.

De
Koerdische gemeenschap is sterk gemobiliseerd, maar ook Turkse
progressieve organisaties helpen. Ondanks de enorme mobilisatie van
de Koerdische gemeenschap en de ongelooflijke hoop die er ontstaan is
na de schitterende, maar zwaar bevochten overwinning van de
Koerdische strijders tegen IS in Kobani, blijft de situatie zeer moeilijk.

Naar
Kobani door een mijnenveld

Aangezien
we niet officieel in Kobani binnengeraken, wachten we enkele dagen en
nachten om er via een clandestiene weg te geraken. De Koerden zijn
goed georganiseerd. Enkel wanneer de overtocht veilig geacht wordt,
kan een groep oversteken. Het plan is vrij sportief en hoe dan ook
gewaagd: we zullen naar een dorp gebracht worden en dan in het holst
van de nacht oversteken.

De
eerste honderden meters moeten snel om de Turkse
militaire wagens te ontlopen, dan een prikkeldraad over en dan door
een mijnenveld, weliswaar onder goed georganiseerde begeleiding.
Jawadde. Gelukkig dat ik dit niet aan mijn moeder verteld heb voor
mijn vertrek! Een groep van tien mensen, die al twaalf dagen in Suruç
aan het wachten waren zijn ook op die manier over de grens geraakt.
Wij moeten wegens tijdsgebrek verzaken aan het avontuur. Want in
Kobani geraken is één, maar terugkeren is nog ingewikkelder.

Kobani
onder embargo

Een
Belgische delegatie die in Rojava naar de Koerdische stad Qamishli
dicht bij de grens met Turkije en Irak wilde via Irak, heeft deze plannen ook moeten opgeven wegens onwil van de
conservatief-Koerdische Democratische koerdistanpartij (PDK).
Koerdische strijders staan in de vuurlinie in de strijd tegen de
IS-militanten. Ze knappen het vuile werk op voor het oog van heel de
wereld. Honderden jonge Koerden sneuvelen of geraken gewond in de
strijd tegen IS. Deze overwinning is duur betaald.

En
wat is hun beloning!? In het noorden is de grens met Turkije nog
steeds dicht. Er is nog steeds geen corridor om anti-tankwapens te
leveren aan het verzet. In het oosten doen de Iraakse Koerden
moeilijk en zijn ze blijkbaar jaloers dat progressieve Koerden in
Turks en Syrisch Koerdistan vooruitgang boeken, terwijl zij zich uit
de Iraaks-Koerdische grensstreek Shengal hebben moeten terugtrekken
toen ze daar hun bevolking moesten verdedigen tegen IS. In het westen
en het zuiden van Rojava zitten de strijders van “Islamitische
Staat” ondertussen te wachten op weerwraak.

Ook
als de bombardementen van de Westelijke alliantie in Syrië ervoor
gezorgd hebben dat Kobani uiteindelijk niet in IS-handen is gevallen,
zijn Koerdische militaire leiders hierover formeel : “Deze
bombardementen hebben geholpen, maar hadden wij anti-tankwapens
gehad, dan waren die bombardementen niet nodig geweest. Wat wij nodig
hebben, is een corridor voor de aanvoer van anti-tankwapens. Die
corridor is ook nodig om de burgerbevolking veilig te stellen. Als
wij die zware wapens hebben, zijn geen bombardementen nodig. Het is
de strijd op het terrein die IS heeft verslagen, niet de bommen uit
de lucht.”

21
maart 2015: Newroz in Diyarbakir

Bij
het binnenrijden van Diyarbakir, de hoofdstad van Turks Koerdistan,
mis ik iets. Sinds mijn eerste bezoek aan deze stad in 1995 kon je er
niet naast kijken: een enorme slogan over een brug met het opschrift
Turkije: één natie, één volk, één vlag.
Vandaag is die slogan verdwenen en vervangen door officiële borden
van de gemeente: NEWROZ PIROZ BE, in het Koerdisch
én in het Turks. Vijf jaar geleden nog zou een burgemeester hiervoor drie jaar in de gevangenis gesmeten zijn.

Het
Newroz-feest zelf is enorm en moeilijk te beschrijven. In 1996, 1997,
1998 was ik hier met een verborgen camera om voor een verboden
televisiezender een verboden betoging aan het filmen. In 1999 bracht
ik Newroz door in een politiecel in de stad Mersin. Na 2000 werd
Newroz wel toegelaten maar 10 kilometer buiten de stad en sterk
gecensureerd. Vandaag vieren miljoenen Koerden de overwinning in
Kobani en luisteren ze enthousiast naar het laatste vredesvoorstel
van Abdullah Öcalan, leider van de verzetsorganisatie Koerdische
Arbeiderspartij (PKK).

Van verboden camera’s naar camerakranen

Dit
politieke feest wordt rechtstreeks uitgezonden door tientallen
televisiekanalen over heel Turkije, met live-uitzendingen in studio’s
en commentatoren. De meest moderne camera’s en
televisie-productiemiddelen zijn voorhanden. De Koerden hebben mijn
cameraatje niet meer nodig. Des te beter.

Toespraken
zijn overwegend in het Koerdisch. De overwinning in Kobani is
historisch en het moreel is hoog. De Koerdische natie is in wording
en sterker dan ooit. Het strategisch concept van de PKK voor een
democratisch confederalisme is het meest moderne voorstel dat vandaag
de ronde doet in heel de regio. Het is een uitweg voor het failliete
concept “natiestaat”.

Met
het laatste vredesvoorstel van Abdullah Öcalan reiken de Koerden
alweer de hand aan de Turkse staat voor een politieke oplossing van
het Koerdische vraagstuk. In een regio die meer dan ooit verscheurd
wordt door oorlog, vernielingen en slachtpartijen is dat geen klein
detail. De Turkse staat heeft er alle belang bij die hand aan te
nemen en concrete stappen te zetten. Vandaag. Niet morgen.

Chris Den Hond is freelance journalist en reportagemaker, gespecialiseerd in de Koerdische kwestie en Palestina. Hij werkte tien jaar voor de Koerdische televisie Med-TV in Denderleeuw en maakte toen voor deze zender reportages in Turks Koerdistan. Hij schreef deze reportage voor het Belgisch tijdschrift De Koerden.

take down
the paywall
steun ons nu!