De NAVO-top 2022 vindt plaats in Madrid op 29 en 30 juni 2022. Het belangrijkste agendapunt is het nieuwe strategisch concept, maar ook issues als cyberdefensie, de impact van klimaatverandering en het aanscherpen van wat men “de technologische voorsprong” van het bondgenootschap noemt, staan op de agenda. De toetreding van Finland en Zweden kan een hamerstuk worden als de bezwaren van Turkije tijdig kunnen worden weggemasseerd. De top zal dan kunnen eindigen met een triomfantelijke verklaring over een versterkte NAVO die de Europese veiligheid ten westen van Rusland en Wit-Rusland verzekert. Tegelijk kan de Europese militaire industrie zich in de handen wrijven: de budgetten van de leden van het bondgenootschap gaan eindelijk naar 2% van het bbp.
Haar in de boter
Maar niet alles is pais en vree. Tussen de VS en Turkije zit al jarenlang een serieuze haar in de boter. Om verzet tegen de Israëlische bezetting te verzwakken, steunt Washington Koerdische milities in Syrië. Turkije ziet die als bondgenoot van de militante communistische Koerdische Arbeiderspartij PKK, die in Turkije duizenden mensen zou hebben gedood. De VS houdt delen van Noordoost-Syrië bezet onder het mom van anti-ISIS-operaties. In werkelijkheid echter zijn dit operaties die de Koerdische milities moeten steunen. President Erdogan kondigde recent de bezetting aan van een 30 km brede zone in het noorden van Syrië. Dat lokte een scherpe reactie van de VS uit: elk nieuw offensief in Noord-Syrië ondermijnt de regionale stabiliteit en brengt Amerikaanse troepen in gevaar.
Na 20 jaar strijd in Afghanistan blies de NAVO met de staart tussen de benen de aftocht. In Libië ontaardde de door een Veiligheidsraadmandaat gelegitimeerde humanitaire interventie in een bloedige, volstrekt illegale regimewissel.
Wie door een nuchtere lens naar het mondiale veiligheidslandschap kijkt, stelt zich niet enkel vragen bij het conflict tussen de VS en Turkije, maar ook bij andere issues die de NAVO blijkbaar liever onder de radar houdt. Het bondgenootschap heeft gefaald in Afghanistan en Libië. Na 20 jaar strijd in Afghanistan blies de NAVO met de staart tussen de benen de aftocht. In Libië ontaardde de door een Veiligheidsraadmandaat gelegitimeerde humanitaire interventie in een bloedige, volstrekt illegale regimewissel. Na gedane zaken lieten de bondgenoten een mislukte staat achter, een broeinest voor terrorisme en handel in drugs, wapens en mensen. Al meer dan tien jaar lang moet Europa daar de wrange vruchten van plukken.
Vergiftigd geschenk
De wereld kijkt nog tegen veel grotere problemen aan. De NAVO geeft forfait over de ineenstorting van het klimaat en de groeiende sociaaleconomische kloof. De hittegolf in Zuid-Azië breekt alle records. Tegelijk zien we de dreiging van een wereldwijde voedselcrisis. Klimaatfactoren en markteffecten van de oorlog in Oekraïne liggen daaraan ten grondslag. Maar ook sociaaleconomische factoren spelen mee: honderden miljoenen mensen kunnen de torenhoog gestegen prijzen niet meer betalen. Alles duidt erop dat we afstevenen op een zeer onstabiele en onzekere wereld. De trofee van de verhoging van de defensiebudgetten naar 2% waar NAVO-baas Jens Stoltenberg mee gaat lopen is een vergiftigd geschenk. Veiligheid gaat verder dan zich militair kunnen verdedigen tegen een meestal imaginaire vijand.
Wie tegen de achtergrond van deze échte uitdagingen kijkt naar de discussie over het nieuwe strategisch concept van de NAVO kan enkel zijn schouders ophalen. Vertrekkend van hypothetische “uitdagingen en kansen in een veranderende veiligheidsomgeving” leidt een invuloefening tot een weinig concreet “sleuteldocument” dat “de waarden en het doel van de NAVO herbevestigt, de strategische aanpassing van de NAVO stimuleert en haar toekomstige politieke en militaire ontwikkeling stuurt”. Politiek gezien moet het concept “een tweede plaats [innemen] na het Verdrag van Washington dat de basis van NAVO vormt”. Het zijn lege formuleringen die duiden op een organisatie die krampachtig haar bestaansrecht tracht te bewijzen.
De NAVO dacht dat operationele samenwerking volstond en ‘vertrouwenwekkende maatregelen’ de Russische “politieke attitudes” konden veranderen.
Na zijn aantreden in 2000 liet Poetin weten dat zijn land wilde toetreden tot de NAVO. In een telefoongesprek met een Oekraïense nep-politicus bevestigt ex-president George W. Bush dat de VS Rusland buiten de NAVO wilde houden. De samenwerking in de NATO-Russia Council (NRC) van 2002 ontwikkelde zich moeizaam. De NAVO ergerde zich aan “Russische anti-NAVO retoriek” en steeds nauwere Russische banden met o.a. China en Iran. De niet afgestemde NAVO-operaties op de Balkan, de NAVO-vliegtuigen in het Baltische luchtruim en de stationering van Amerikaanse troepen in Roemenië en Bulgarije irriteerden de Russen. De NAVO dacht dat operationele samenwerking volstond en ‘vertrouwenwekkende maatregelen’ de Russische “politieke attitudes” konden veranderen.
Ondeelbare veiligheid
Na de annexatie van de Krim in 2014 schortte de NAVO alle praktische samenwerking met Rusland op, maar de NRC bleef overeind. Wie de NRC-oprichtingsakte bekijkt, stelt vast dat essentiële afspraken niet werden nageleefd. De voor Rusland bedreigende uitbreiding van de NAVO tot de Russische grens schendt het principe van ondeelbare veiligheid. De stationering van NAVO-raketten in Russische buurlanden vloekt met de doelstelling om “elkaars veiligheid en die van alle naties in het Euro-Atlantische gebied te vergroten en de veiligheid van niemand te verminderen”. Van de toezegging om “in het kader van de nieuwe veiligheidsomgeving in Europa” de conventionele en nucleaire strijdkrachten van de NAVO te verminderen, is niets in huis gekomen.
De Finse en Zweedse overheden wijzen erop dat veel informatie rond veiligheid vertrouwelijk is en in het maatschappelijk debat dus niet aan de orde kan komen. Maar dat argument stoelt op het achterhaalde idee dat veiligheid een exclusief elitaire aangelegenheid is, dat burgers daar niets verstandigs over kunnen zeggen.
Nu Finland en Zweden op de NAVO-top hun kandidatuur op tafel zullen leggen, moet de vraag luiden of dat niet impulsief gebeurt en of deze landen niet beter eerst een referendum organiseren. Zij deden dat wel alvorens tot de EU toe te treden. De Finse en Zweedse overheden wijzen erop dat veel informatie rond veiligheid vertrouwelijk is en in het maatschappelijk debat dus niet aan de orde kan komen. Maar dat argument stoelt op het achterhaalde idee dat veiligheid een exclusief elitaire aangelegenheid is, dat burgers daar niets verstandigs over kunnen zeggen. Natuurlijk moet men bedacht zijn op fake news uit binnen- en buitenland dat verwarring en verdeeldheid kan zaaien. Maar het blijft bedenkelijk dat beide landen de democratie willen opschorten omwille van het risico van externe beïnvloeding.
Democratisch gehalte van bondgenootschap
Opmerkelijk genoeg is de geheimhouding niet enkel gericht tegen het publiek. Ook Finse parlementsleden werden geconfronteerd met geheimhouding. Op grond van de NAVO-classificatie “geheim” werden defensiecommissieleden in het ongewisse gelaten over een defensiedeal met Zweden en de NAVO. Dat staat haaks op het beweerde democratisch gehalte van het bondgenootschap. Om de aansluiting bij de NAVO top-down door te drukken, werd er ook op gewezen dat deskundigen unisono voorstander zijn, opiniepeilingen wijzen op groeiende steun, en beide landen als enhanced opportunity-partners al nauw verbonden zijn met de NAVO. Maar de experts treden ook op als lobbyisten, en het publiek laat zich mogelijk meeslepen door de waan van de dag. Een referendum opent de deur naar een periode van bezinning.
Maar de realiteit van de oorlog in Oekraïne leert dat de dreiging van een Russische aanval op Finland of Zweden niet significant is toegenomen.
Het is duidelijk dat het Finse en Zweedse appèl op het NAVO-lidmaatschap wordt ingegeven door de perceptie van een versterkte Russische dreiging en de theoretische bescherming van artikel 5 (een gewapende aanval tegen een of meer van hen in Europa of Noord-Amerika zal als een aanval tegen hen allen worden beschouwd). Maar de realiteit van de oorlog in Oekraïne leert dat de dreiging van een Russische aanval op Finland of Zweden niet significant is toegenomen. De problematiek tussen Rusland en Oekraïne is niet te vergelijken met de relatie tussen Rusland en Finland en Zweden.
Nieuwe risico’s
Wie het Russisch gevaar opklopt, lobbyt voor het militair-industrieel complex. Rusland is net als andere nucleaire mogendheden bedreigend, maar het NAVO-lidmaatschap is daar geen garantie tegen. Elke verhoging van nucleaire afschrikking leidt tot toenemende nucleaire dreiging. Als NAVO-lid stellen Finland en Zweden zich bloot aan nieuwe risico’s, waaronder subconventionele aanvallen (onrust, proxy-oorlog, terrorisme) en nucleaire escalatie. Het klopt dat het risico op de inzet van een kernwapen groeit naarmate de omgeving onveiliger wordt. Maar in plaats van nucleaire ontwapening nieuw leven in te blazen, doet de NAVO niet enkel het omgekeerde, het verzet zich ook tegen ontwapeningsinitiatieven, met name tegen het Verdrag inzake het verbod op kernwapens.1
De verhoogde defensie-uitgaven binnen de NAVO geven aanleiding tot een overeenkomstige stijging van de Russische en Chinese uitgaven. Deze landen kijken immers aan tegen een toenemende dreiging van het Westen. Het gevolg is een kostbare en gevaarlijke wereldwijde wapenwedloop waarin iedereen verliest. Steeds gevaarlijkere wapens leiden tot toenemende spanningen en kleinere budgetten voor armoedebestrijding, bescherming tegen pandemieën en het aanpakken van de klimaatcrisis.
Als twee veilige en stabiele Europese niet-gebonden landen hun neutraliteit overboord willen gooien, dan wordt de kans dat Oekraïne voor deze optie kiest er niet groter op.
Finland en Zweden als NAVO-lid halen een kruis over elke discussie over een alternatieve Europese veiligheidsarchitectuur met plaats voor niet-gebonden staten in het belang van gemeenschappelijke veiligheid (cfr. het OVSE-concept) in plaats van collectieve veiligheid (het NAVO-model). Het idee van niet-gebonden staten tussen de NAVO en Rusland werd van verschillende zijden bepleit vóór het begin van de oorlog in Oekraïne. Sindsdien heeft ook Oekraïne bij herhaling gesteld dat het de status van neutraal land kon accepteren mits bindende veiligheidsgaranties. Als twee veilige en stabiele Europese niet-gebonden landen hun neutraliteit overboord willen gooien, dan wordt de kans dat Oekraïne voor deze optie kiest er niet groter op.
Het Westen heeft blijkbaar niets geleerd van de fouten uit het verleden. Toen de Sovjet-Unie implodeerde en het Warschaupact werd ontbonden, had ook de NAVO moeten worden afgeschaft en Rusland opgenomen in de internationale gemeenschap. In vredestijd moeten militaire allianties taboe zijn2. Er is nood aan nieuwe internationale instrumenten en samenwerkingsmodellen.
Wie de heilloze vicieuze bewapeningscirkel wil doorbreken, moet voorstellen lanceren voor een nieuwe manier om de wereld te besturen.
*****
Noten
1 Het verdrag inzake het verbod op kernwapens, de Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons (TPNW) of ‘Ban Treaty’, trad in werking op 22 januari 2021. Het verdrag verbiedt voor internationaal recht de ontwikkeling, het testen, de productie, het bezit, de opslag, het gebruik van en de dreiging met kernwapens, evenals het stationeren of inzetten van kernwapens van een ander land op het grondgebied van een andere staat. De huidige negen nucleair bewapende staten hebben de TPMW niet ondertekend, evenmin als de lidstaten van de NAVO, die in 2016 nochtans hun inzet voor nucleaire afschrikking hadden herbevestigd. De meeste EU-lidstaten, waarvan er 21 lid zijn van de NAVO, zijn tegen de TPNW en slechts drie hebben het verdrag geratificeerd.
2 Citaat uit het markante interview van 28 december 2017 van Pieter Teirlinck met UAntwerpen professor Internationale Politiek Tom Sauer: “De NAVO is een voorbeeld van een collectieve defensieorganisatie, anders dan de VN die een collectieve veiligheidsorganisatie is. Typisch voor defensieorganisaties is dat zij een bestaansreden krijgen in tijden van dreiging of oorlog, wanneer er een echte externe tegenstrever is. Maar de legitimatie van de NAVO verdween nadat de Sovjet-Unie implodeerde en er plots geen ideologische vijand meer was. Sterker nog, Rusland werd een partner en toch lieten we de NAVO verder bestaan. Dit is een aberratie in de internationale politiek. Zelfs voor realisten.”
*****
Dit artikel verscheen eerder vandaag op Geopolitiek in context.