Onze wereld barst van de oorlogsconflicten. In een conflict blijf ik niet aan de kant staan om toe te kijken, ook als ik niets kan doen. Spontaan trek ik partij voor een van de betrokken fracties. Mijn keuze gaat uit naar de meest kwetsbare. In het pijnlijke conflict dat zich al jaren in Israël voordoet kies ik voor de Palestijnen. Voor betekent ook tegen. Dus tegen de Israëli’s. En daarmee zit ik met een serieus probleem.
We kenden het ‘Heilig Land.’ Ergens had het bestaan, het had immers een geschiedenis, er was gevochten, er was sprake van een uitgestrekte stad met een reusachtige tempel, allerlei dorpen, stoffige wegen, dieren en meren, waar mensen visten en soms in de storm vergingen, woestijnen waar de stilte hoorbaar was, gevaarlijke wegen met struikrovers, bergtoppen waar mensen last kregen van zinsverbijstering, gewaagde dromen koesterden en er blijvende tenten wilden opslaan. Er waren priesters, bankiers, belastingontvangers, rijken en armen, melaatsen, blinden en hoeren. Er was een bezetter: het Romeinse Imperium.
Eens de geschiedenis van het godsvolk in dat land afgebroken werd door vernietiging en verstrooiing van de bevolking en de verwoesting van de tempel, eens de heilige schriften geschreven waren, eens de grondvesten van ons geloof gelegd waren, eens de bronnen, waaraan de godgelovige en christelijke wereld zich laaft, volop stroomden, liep het land leeg, de bevolking verjaagd, uiteengeslagen, op de vlucht, gedeporteerd, vervolgd en gehaat. Er waren joden over de hele wereld verspreid, vooral in Amerika, Rusland, Polen en Duitsland. Israël liep leeg en Palestina kwam in de plaats en liep gedurende haast twee millennia vol. Bij het begin van het tweede millennium vonden Rome en de West-Europese krijgsheren dat de ‘heilige plaatsen’ op de Turken moesten heroverd worden. De kruistochten volgden elkaar op met de zegen van de Paus.
.Vanuit de ballingschap verzuchtten en zongen de ballingen de terugkeer naar het vaderland: Yerushalayim. De ultieme en meest hartverscheurende kreet zal onloochenbaar te horen geweest zijn in de uitroeiingkampen en de gaskamers. Terug naar de vergane wortels, terug naar de verbrijzelde wieg, terug inhaken op de onderbroken geschiedenis, de band tussen God en zijn volk territoriaal in ere herstellen. Het volk kan toch maar echt uitverkoren zijn op de geografische plek waar het ooit allemaal begon. Gedaan met de landloosheid, weg met verdrukking en pogroms!
Na bijna twee millennia kwam Israël terug en joeg de Palestijnse bevolking de grenzen over of naar de uithoeken van het land. Langzamerhand deelden hoge betonnen muren en prikkeldraad Palestina en Israël op.
De Israëli’s die machtig en rijk werden hielden vanuit Amerika en andere grote steden in de wereld hun jaarlijkse verzuchtingen als een piëteitsvolle traditie in ere. En zorgen er voor dat vandaag de machthebbers in Israël als enig land in de wereld de ene na de andere resolutie van de Verenigde Naties straffeloos in de prullenmand mikken. Moet kunnen als je door God boven alle andere volkeren uitverkoren bent. ‘Aan je linkerzijde vallen er duizend, aan je rechter tienduizend, maar jij blijft overeind.’
Ik heb het gevoel dat de Israëli’s van vandaag het geboorteland van mijn geloof afgepakt hebben en mij in ballingschap hebben gestuurd, zoals het henzelf haast twee duizend jaar geleden overkwam. Ik vind geen aanknopingspunt meer tussen de aloude en bekende bronnen van het christelijk geloof en het land vandaag waar het allemaal ontsproot en het zich afspeelde.
Van kindsbeen af voedden de heilige verhalen ons godsgeloof. De plaatsnamen deden er niet zoveel toe. Velen van die plaatsen hebben wel concrete namen. We maakten ons weinig zorgen over Noord of West, Oost of Zuid. Het zou bij de meesten van ons niet opgekomen zijn de atlas van het toenmalig bestaand gebied ter hand te nemen en te gaan zoeken met de vinger op de landkaart waar het dorp gesitueerd lag, waar de lamme door een gat in het dak naar beneden gelaten werd of waar de werklozen zaten te niksen en toch nog te elfder ure aan de slag geraakten. Voor ons betekenden die plaatsen ver, lang geleden, historisch, voorbij. Stilaan werden ze sprookjesachtig en mythisch, uithangborden van het pal overeind blijvend stichtend verhaal. Maar ze hoorden er wel onafscheidelijk bij. Geen bruiloft zonder Kana, geen doopsels zonder Jordaan, geen tien melaatsen zonder het grensgebied met Samaria, geen tollenaar Zacheüs zonder Jericho, geen zinsbegoochelingen van Petrus zonder de berg Tabor.
Naarmate wij de volwassenheid bereikten schraapten we de miraculeuze, sensationele en verbazingwekkende lyriek uit de verhalen weg om de boodschap voor meer menselijkheid en een betere samenleving los te peuteren en over te houden. We maakten het verschil tussen verpakking en inhoud, tussen entourage en gebeurtenis, tussen taal en boodschap, tussen het instrument en de inhoud, tussen mensenwoord en goddelijke inspiratie. Maar de plaatsnamen bleven bestaan.
Het was bij mij nooit opgekomen dat anderen een andere inhoud aan die namen zouden geven. Het doet me denken aan die oude sprookjesboeken, op het eerste gezicht onschuldig lijkend, de verhalen en avonturen algemeen gekend en gewaardeerd. Maar wanneer nieuwsgierige kinderhanden ze openmaken en de bladen omslaan, springen satrapen, kobolden en allerlei gedrochten er uit, laten de sprookjes voor wat ze zijn, beginnen een eigen leven te leiden, gaan gewelddadig tekeer en terroriseren de argeloze lezertjes. Ik zie de plaatsnamen van mijn Bijbelverhalen, die mij smeedden tot gelovig-bewust mens nieuwe inhoud krijgen. ‘Huis van het Brood’ wordt Huis van het Bloed. Tientallen jaren geleden werden de plaatsnamen gewelddadig losgeweekt van de parabels en van de oude Bijbelvertellingen en ze holden in alle agressiviteit naar ons toe. Ze duiken opnieuw op, nu echter meer dan ooit vanuit de media. Opslagplaats van kernwapens, kazernes voor verplichte legerdienst voor man en vrouw, militair trainingskamp, controleposten met prikkeldraad. De Romeinse landvoogd en bezetter Pontius Pilatus is naar huis gestuurd en vervangen door Benjamin Netanyahu die door de voortschrijdende bouw van illegale woonwijken land en tuinen van Palestijnen verovert en bezet. Jezus liet pas een olijfboom omkappen nadat de taaie plant steriel bleef ondanks herhaalde pogingen om hem vruchten te doen dragen. Vandaag worden ze vruchtbaar en massaal vernietigd om plaats te maken voor de bouw van luxueuze nederzettingen.
De Jordaan kwam tot ons als een heilzame rivier, stromend water om te zuiveren, om kopje onder te duiken en mensen nieuw te maken, om te bekeren. Tot wat? Ook wel om open te staan voor een beloofd land, een sprookjesland waar een leeuw en een lam samen in bed kruipen. Vandaag is de rivier een grens, een aardrijkskundige watermuur om mensen van elkaar weg te houden, machtigen en machtelozen, eerste- en tweederangsburgers. Doorheen de productieve wijnvelden verrijzen luxueuze gebouwen van burgers met oorlogswapens over de schouders. Het zijn niet meer de farizeeën die overspelige vrouwen stenigen. Vandaag gooien jongeren stenen om het stukje olijfhof van hun vaderen te beschermen. Israëlische soldaten breken hen de armen. Vanuit de woestijn waar Jezus bekoord werd om dictator te worden, kruipen nu als metalen monsters in playgames tanks en kannonen uit het zand. Eens was het joodse volk vervolgd, verstrooid en gedeporteerd. Vandaag hebben Israëli’s de lokale bevolking verstrooid en verdreven naar overlevingskampen in de buurlanden of opgesloten in een openluchtgevangenis.
Vandaag heeft de waterbron waar de Samaritaanse vrouw haar kruik ging vullen een groene gifkleur. De bronnen zijn vergiftigd.
Vandaar dat ik heel moeilijk woorden en zinsneden die de nostalgie van Israel naar het beloofde land uitdrukken over de lippen krijg, ook al is de plaatsnaam Yerushalayim voor christenen uiteindelijk niets meer dan een symbool voor het beloofde land waarnaar wij zelf verlangen, land van gerechtigheid en vrede.
Guido De Schrijver