In de loop van de maand december lanceert kerkjurist Rik Torfs een aanval in de media tegen Rik Devillé, de priester die al jaren strijdt tegen seksueel misbruik in de kerk. Eerst op twitter, later in het Nieuwsblad beweert Torfs, dat Rik Devillé betrokken is bij grafschennis.
In De Afspraak van 18 december gaat Rik Torfs nog maar eens voluit tegen Rik Devillé
Sommige slachtoffers van seksueel misbruik voelen volgens Devillé tijdens hun verwerkingsproces de drang om het graf van de overleden misbruiker te beschadigen. Volgens Torfs is Devillé duidelijk persoonlijk betrokken bij grafschennis.
In De Afspraak van 18 december gaat Rik Torfs nog maar eens voluit tegen Rik Devillé.
Veel geblaat, weinig wol
Torfs zou over “onomstotelijke bewijzen” beschikken.
Over welke bewijzen het gaat wilde Torfs niets zeggen aan het Nieuwsblad en nu ook niet aan Phara De Aguirre van De Afspraak.
Op de vraag of die bewijzen opnames zijn of foto’s, antwoordt hij “daar ga ik niet op in”.
Volgens het Nieuwsblad draait alles om een ontmoeting die op 27 november plaatsvond. Torfs had Devillé toen uitgenodigd voor een gesprek. Er was ook een derde persoon aanwezig, maar die wenst anoniem te blijven.
Weer lekker anoniem, dus even oncontroleerbaar als de “onomstotelijke bewijzen” die niet op tafel gelegd worden.
Bij Phara voegt hij er nog aan toe, dat hij eventueel zal antwoorden aan justitie, maar niet in de media.
Torfs wil zijn bewijzen niet voorleggen aan de media, maar ondertussen gebruikt hij de media voor gratuite verdachtmakingen.
Rond de pot draaien
Een normaal mens zou denken, als je dan zulke “onomstotelijke bewijzen” hebt van een misdrijf, waarom ga je die dan niet cito presto overhandigen aan de politie en/of het gerecht? Zeker als je dat misdrijf eerst rondbazuint in de media.
In zijn eerdere communicatie liet Torfs wel weten, dat hij “overwoog” naar het gerecht te stappen.
Van dat voornemen is hij intussen blijkbaar afgestapt, want – aldus Torfs – “grafschennis is geen klachtmisdrijf”.
Als je zulke “onomstotelijke bewijzen” hebt, waarom ga je die dan niet cito presto overhandigen aan de politie en/of het gerecht?
In mensentaal: er bestaat een beperkte categorie misdrijven die men klachtmisdrijven noemt, omdat ze enkel tot een rechtszaak kunnen leiden als de benadeelde zelf klacht neerlegt. Het klassieke voorbeeld van een klachtmisdrijf is laster. Dat kan alleen tot een rechtszaak leiden, als het rechtstreeks slachtoffer klacht neerlegt.
Voor het merendeel van de misdrijven daarentegen kan de openbare aanklager op eigen initiatief een proces inspannen, zelfs als de benadeelde geen stappen zet.
Grafschennis behoort tot die laatste categorie. De redenering van Torfs is dus: ik moet helemaal niet naar justitie gaan, justitie kan dit op eigen initiatief onderzoeken. Intussen hou ik mijn “onomstotelijke bewijzen” lekker voor mezelf.
Jezuïetenstreek
Als Phara oppert: “Het lijkt me ook een beetje een jezuïetenstreek.[1] Ik lanceer iets, maar ik …” antwoordt Torfs: “Laten we het inperken, het is een juristenstreek. Wij zijn juristen en doen het op die manier”.
Als jurist weet Torfs ook wel, dat er naast ‘klacht’ zoiets bestaat als ‘aangifte’ van een misdrijf bij de politie.
Maar daar zit wel een adder onder het gras: als zou blijken dat de bewijzen van Torfs toch niet zo “onomstotelijk” zijn, kan hij zelf aangeklaagd worden voor lasterlijke aangifte (artikel 445 Strafwetboek).
Door geen aangifte te doen heeft Torfs zich alvast goed ingedekt tegen een dergelijke beschuldiging.
Rechtsstaat
Torfs beroept zich op zijn hoedanigheid van jurist, die bovendien – hoe kan het anders ? – de rechtsstaat hoog in het vaandel voert, want “Wat er ook gebeurt, alles moet binnen de contouren gebeuren van de democratische rechtsstaat”.
Gemakshalve wordt even het vermoeden van onschuld – ook een principe van de rechtsstaat- over het hoofd gezien.
Het vermoeden van onschuld, een principe van de rechtsstaat, wordt hier over het hoofd gezien
Heel het discours van Torfs gaat immers over de schuld van Devillé.
Joodse graven
Torfs besluit zijn uiteenzetting met een bijzonder misplaatste verwijzing naar de grafschennis van joodse graven.
Eindvonnis
Eerder een jezuïetenstreek (met alle respect voor de jezuïeten…) dan een juristenstreek.
Edith Flamand is ere-advocaat in Antwerpen.
Note:
[1] Een jezuïetenstreek is een spitsvondige, maar eigenlijk onoprechte manier om opvattingen of belangen te verdedigen. (nvdr)