Seksueel misbruik in de Kerk, niet alleen in eigen land. Deze graffiti staat op een kerkmuur in Portugal. Foto: Milliped/CC BY-SA 3:0
Opinie -

Mag ik nog kwaad worden over het schijnonderzoek naar misbruik in de Kerk?

"Dat de kiezers in hun eigen onderzoek over seksueel misbruik in de Kerk er een gedacht over hebben gemaakt en dat zij er in hun besluit in het kieshokje anders over denken dan wat hun volksvertegenwoordigers ervan gemaakt hebben, doet velen onder de huidige verkozenen vrezen er niet langer bij te zullen zijn", aldus Walter De Smedt.

dinsdag 19 maart 2024 11:26
Spread the love

 

Hoe zou het komen dat de kiezer steeds extremer denkt en hij naar de vooruitzichten ook extremer zal stemmen? Je kan er er allerlei redenen voor bedenken. Die komen allemaal op hetzelfde neer: de burger is het kotsbeu bedrogen te worden. Dat dreigt in de werkzaamheden van de parlementaire onderzoekscommissie over de misbruiken in de Kerk andermaal het geval te worden.

Zowel de misbruiken in de Kerk als het stilzwijgen van de bisschoppen hebben Vlaanderen diep geschokt. Wat doe je dan als je verkozen bent om al dat leed te vertegenwoordigen en je er zelfs voor wordt betaald? Is het genoeg om de slachtoffers nogmaals gehoord te hebben? Is erkenning van al dat kwaad voldoende om er verandering in te brengen?

Het is waar dat het aan de Kerk is om orde op zaken te stellen en dat het aan haar geestelijke leider is om de bisschoppen te sanctioneren. Daarmee zijn onze vertegenwoordigers er niet van af. Zij hebben een eigen en specifieke opdracht. De vraag wat justitie er moest en moet mee doen is hun domein.

Want justitie is er niet voor de magistraten en evenmin voor de advocaten en nog minder als een opstapje voor de voorzitter of de leden van een parlementaire commissie. Justitie is er voor ons allen. Ook daarom hebben wij hen verkozen, om er wat aan te doen wanneer het zo volkomen verkeerd is gelopen.

Waarom moest er een parlementaire commissie van komen? Waarom moest het een onderzoekscommissie zijn die de bevoegdheden van een onderzoeksrechter heeft? Heeft de andere onderzoeksrechter dan zijn werk niet gedaan?

Onderzoeksrechter De Troy deed wat de wet hem oplegt. Hij nam maatregelen die de strafrechter in staat moesten stellen om met kennis van zaken, op grond van de bij de huiszoekingen in beslag genomen documenten, een oordeel te vellen over het door de bisschoppen gepleegde schuldig verzuim.

Omdat een deel van die stukken in de papiermand werd gegooid en een ander deel in erg betwiste omstandigheden werd teruggegeven is dat oordeel niet meer mogelijk. Wie wordt hier voor de gek gehouden?

Stukken uit een onderzoeksdossier die per ongeluk door een poetsvrouw worden weggegooid? Een rechtbank die, zonder dat de slachtoffers het weten, beslist om wat overbleef aan de verdachten terug te geven? Je houdt het niet voor mogelijk en toch is het gebeurd!

Anderzijds kwam de toenmalige justitieminister Stefaan De Clerck actief tussen in het lopend gerechtelijk onderzoek wat hem wegens de scheiding der machten verboden is.

Bovendien maakte hij een ongrondwettelijk protocol waardoor een feitelijke toegang tot de rechter langs een commissie van de Kerk moest gaan en kreeg die commissie de bevoegdheid om het monopolie van het openbaar ministerie om te oordelen over de vervolging van de misdrijven over te nemen. Wat schiet er nog over van de rechtsstaat als dat allemaal mogelijk is en het ook nog zonder enig gevolg blijft?

Wat deed de vorige Bijzondere Kamercommissie met haar specifieke opdracht, toezicht op het politiek beleid en op de uitvoering van de wet? En wat doet de lopende onderzoekscommissie? Waarom was een advies van de Hoge Raad voor de Justitie nodig?

Deze raad is niet bevoegd om het politiek beleid te beoordelen, omdat het de specifieke opdracht van de parlementaire commissie is, noch om individuele fouten van magistraten te onderzoeken, wat de specifieke opdracht van de tuchtrechtbank uitmaakt.

Waarom moest de opdracht van de commissie worden uitgebreid tot misbruiken in de private sfeer? Daarover ging Godvergeten toch niet. Ondertussen liep de erg bemeten tijd en verdween de algemene verontwaardiging uit de media. Is het dat wat onze vertegenwoordigers willen: Moet Godvergeten andermaal vergeten worden?

De gewezen justitieminister Koen Geens, lid van de onderzoekscommissie, liet er geen twijfel over. “Ik heb u goed gehoord, maar ik ben bang om mensen valse hoop te geven. We zullen er alles aan doen om hen erkenning te geven, maar het zal moeilijk zijn om de erkenning te geven die u vraagt.”

De slachtoffers kregen erkenning maar zij vroegen ook wat anders. Geen geld, maar erkenning van de misbruiken en aanduiding van wie er verantwoordelijk voor is. Daar is de gewezen justitieminister terecht bang voor. En hij niet alleen.

Ook dat kan ons niet ontgaan. Hoewel de VRT-reeks Godvergeten enorme kijkcijfers haalde en werd bekroond, werden de werkzaamheden van de onderzoekscommissie uit het dagelijks nieuws gehouden.

De VRT-nieuwsdienst leek er amper het bestaan van te kennen. Waarom worden wij niet ingelicht van wat er in de onderzoekscommissie gebeurt? Waarom komt er geen opvolging over de stroom van nieuwe klachten en aangiften?

De slachtoffers zagen het gebeuren. Ook in de vorige Bijzondere commissie in de Kamer werd het probleem afgekoeld. Iedereen die er wat over te zeggen had, mocht er wat komen vertellen zodat de tijd er over ging.

Twee gewezen justitieministers, Marc Verwilghen en Laurette Onkelinx, legden echter de vinger op de wonde en wezen op de door hun ambtgenoot De Clerck begane “disfuncties”: schending van de grondwet, eigenmachtige hervorming van de strafprocedure, misbruik van het gezag over de parket magistratuur.

Zoals dat ook in andere parlementaire onderzoeken gebeurde eindigde ook deze met een politieke koehandel. Alles werd vergoelijkt door een niet onderbouwde bewering: de kwade trouw werd in goede trouw omgezet. Een leugen om het volk te sussen en de verantwoordelijken uit de wind te zetten.

Omdat het niet opnieuw zou gebeuren, stuurden de slachtoffers een verzoekschrift naar de huidige onderzoekscommissie. Zij vroegen de gewezen justitieminister De Clerck op te roepen en hem de vragen te stellen die de vorige Kamercommissie had miskend.

Waarom zette de commissievoorzitster, meester Sophie De Wit, het niet tijdig en met voorrang op de agenda? Vreesde zij, als voormalig lid van de Bijzondere Kamer commissie, uitleg te moeten geven over de vorige koehandel bij de besluitvorming?

Bedacht zij dat een gepaste aanpak van justitie haar, als advocate, niet in dank zou worden afgenomen? Wat deed de Hoge Raad? Toegegeven, die heeft nu, na het lekken van de examenvragen, ook andere katten te geselen, niet in het minst over haar eigen geloofwaardigheid.

Hoe voelen onze vertegenwoordigers zich in deze schijnvertoning? Heeft niemand onder hen dan nog enig zelfrespect? Ook daarover gaat het nu. Omdat zij het leed van de slachtoffers hebben opzij geschoven, komt ook hun eigen leed aan de beurt.

Wat doen zij met wat de burgers, die hen hebben verkozen, tot algemene en diepe verontwaardiging bracht? Zetten zij na iedere commissie-vergadering hun gevoel en hun verstand op nul?

Gaan zij zelfvoldaan naar huis, nadat zij de knop hebben omgedraaid? Of is het pure onmacht, omdat de wet op de financiering van hun politbureau hun de macht heeft ontnomen om te doen waarvoor wij hen hebben aangeduid?

In deze zoveelste parlementaire onderzoekscommissie gaat het zelfs niet meer over het omschreven onderwerp. Misbruik in de Kerk duidt op misbruik in onze parlementaire democratie die een particratie, en zelfs een hypocrisie, is geworden.

Dat de kiezers in hun eigen onderzoek er een gedacht hebben over gemaakt, en zij er in hun besluit in het kieshokje anders over denken dan wat hun vertegenwoordigers ervan gemaakt hebben, doet velen onder de huidige verkozenen vrezen er niet langer bij te zullen zijn.

Daar hebben zij dan, net als de bedienaars van het andere geloof, zelf schuld aan. Mag je daar dan kwaad over worden?

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!