Paul Verhaeghe. Foto: filosofie.nl
Boekrecensie -

Over eenzaamheid, gebrek aan verbondenheid en onbehagen

Onbehagen is een beetje de ziekte van deze tijd. Paul Verhaeghe, psychoanalyticus en gewezen hoogleraar psychologie, gaat op zoek naar de oorzaken ervan. Hij vindt ze in de aard van onze huidige samenleving: die is in veel opzichten ziek. Succes en concurrentie zijn belangrijker dan verbondenheid en solidariteit. Het boek biedt heel wat interessante inzichten, maar er zijn ook wat kanttekeningen te plaatsen.

woensdag 6 december 2023 12:23
Spread the love

 

Doorheen het hele boek gaat de auteur op een overtuigende manier tekeer tegen ongebreidelde winstmaximalisatie ten koste van mens en natuur. Tegen de cultuur van ‘zelfontplooiing’ als een product dat je als individu kan verwerven door de juiste dingen te kopen en jezelf als een concurrent te zien van jezelf en je collega’s, je vrienden in de ratrace naar een ‘autonome’, ‘vrije’ persoon.

Hij heeft het terecht over de eenzaamheid, het gebrek aan verbondenheid die er het gevolg van is en de kern uitmaakt van het ‘onbehagen’ dat velen voelen: het gevoel tekort te schieten of tekort gedaan te worden door het leven.

Geen -isme

Verhaeghe begint zijn betoog met te stellen dat hij een doordachte kritiek wil brengen op onze tijd, gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen en niet uitgaand van één of ander -isme, incl. socialisme, want die dicteren hoe een maatschappij er moet uit zien. Iets verderop geeft hij nochtans toe dat het ‘vertrekpunt’ expliciteren belangrijk is als je aan maatschappijkritiek wil doen.

Eenzaamheid en het gebrek aan verbondenheid die er het gevolg van is, maakt de kern uit van het ‘onbehagen’ dat velen voelen

Verhaeghe spreekt zich uitvoerig uit tegen het neoliberaal ideaal van het zichzelf ontplooiende individu en maakt een interessante sociaalpsychologische en sociologische studie van de communicatie die daarbij hoort. Het is wel jammer dat in dat verband een analyse ontbreekt van de belangentegenstelling die onze samenleving bepaalt.

Vandaag domineren de belangen van de kapitaalbezitters, de 5 procent die de samenleving steeds verder naar hun hand zetten om nog sneller en ‘efficiënter’ dat kapitaal te vermeerderen en daarbij het overgrootste aandeel hebben bij het verloederen van klimaat en milieu.

Een gezond socialisme vertrekt vanuit het belang van de werkers, de overgrote meerderheid van onze samenleving die (over)leeft via het verkopen van de eigen arbeid. Daarbij is helemaal niet vooraf bepaald hoe die samenleving er moet uitzien, wél dat een socialistische politiek er bij elke maatregel moet voor zorgen dat de zwaksten beter beschermd worden en dat de rijken eerlijk bijdragen aan de samenleving en aan het redden van de planeet.

Niet het opleggen van CO2-taksen aan iedereen maar het afschaffen van miljarden subsidies aan de fossiele industrie bijvoorbeeld, waar Verhaeghe overigens ook voor pleit. Alleen geeft hij nergens aan hoe dat en andere noodzakelijke veranderingen, kunnen gaan gebeuren.

Historisch overzicht

Duidelijk en nodig is Verhaeghes stelling dat westerse religie en wetenschap de natuur benaderen als een verzameling van rechteloze levens, volledig ten dienste van de (rijke) mens. De ongelimiteerde exploitatie van de aarde wordt door beiden gelegitimeerd.

De maakbaarheidsgedachte die de emancipatiebewegingen voortstuwde werd gerecupereerd door het neoliberalisme en verwrongen tot de sociale druk om succesvol te zijn

In zijn historische aanloop beschrijft hij de emancipatiebewegingen van de voorbije eeuw. Dat is een interessant overzicht, maar het is merkwaardig dat hij daarbij geen melding maakt van vakbonden of socialistische partijen. Alsof de voor- en naoorlogse sociale strijd niet dé factor is geweest in de emancipatie van de gewone mensen in Europa.

Waardevol is het inzicht dat de maakbaarheidsgedachte die de emancipatiebewegingen voortstuwde, gerecupereerd werd door het neoliberalisme en verwrongen tot de sociale druk om succesvol te zijn (versta: welstellend te worden) in je (professioneel) leven.

Verder in het historisch overzicht schrijft hij: “Op de achtergrond vormde het communisme een reële dreiging”, in het hoofdstuk over het ontstaan van het (neo)liberale narratief na de tweede wereldoorlog. Zou het niet kunnen dat het concept ‘communistische dreiging’ evenzeer tot dat narratief behoorde? Was er een reële dreiging van of voor het communisme, wiens belangen bedreigde dat communisme?

De kapitaalbezitters deden toen inderdaad grote toegevingen aan de vakbonden en de werkende klasse in West-Europa omdat die – ook electoraal- aangetrokken werd door een samenlevingsmodel waar werknemers veel meer kwaliteit van leven kregen. Dat was de reële dreiging die de dictatuur van het kapitaal toen voelde.

Omgekeerd was er vooral een reële dreiging tegen alles en iedereen wat ‘bij ons’ naar communisme neigde vanuit dat kapitalistisch bestel of zijn we het Mccarthyisme in de VS en zijn fall out in de vorm van de diabolisering van het ‘goddeloze communisme’ hier vergeten?

Recente geschiedenis

“Achteraf gezien is het overduidelijk dat wie in het Westen opgroeide, veel vrijer was en een groter welzijn genoot. De ‘Trente glorieuses (1945-75) heten niet toevallig ‘glorieuses’. Eveneens achteraf gezien zijn de vrijheid en het welzijn voornamelijk het resultaat van de toenemende goedwerkende democratie, waarin het middenveld eisen stelde en rechten afdwong.

foto

De versie zoals we die nu kennen, begint in 1980 en zal gaande weg de door het middenveld verworven rechten afbouwen, mét instemming van dat middenveld dat ondertussen uiteengevallen was in een verzameling consumerende individuen.”

Paul Verhaeghe gaat hier wel heel scherp door de bocht van de recente geschiedenis. We zegden al dat de concessies die het kapitalisme voor dat ‘groter welzijn’ deden, het resultaat van harde sociale strijd enerzijds en de schrik dat de werkers zich zouden laten verleiden door de lotsverbetering dankzij een socialistische politiek. Dat dat ‘middenveld’, eigenlijk de goed georganiseerde vakbonden, rechten kon afdwingen was m.a.w. niet het resultaat van een plots goed werkende democratie.

De concessies van het kapitalisme waren het resultaat van harde sociale strijd en de schrik dat de werkers zich zouden laten verleiden door een socialistische politiek

Wat er in de jaren ’80 gebeurde is de pendant van die ‘trentes glorieuses’. Het uiteen rafelen van het Europese communisme dat de koude oorlog verloor, was voor de kapitalisten en hun politieke vertegenwoordiging het sein om aan de afbraak van de verworven sociale rechten te beginnen, nu het reële alternatief vernietigd was.

Het is precies van toen af dat de inkomens- en vermogenskloof tussen werkers en kapitaalbezitters -spectaculair groter werd. Een proces dat tot op vandaag doorgaat.

Het middenveld, nogmaals: in de eerste plaats de vakbonden als reële tegenmacht, viel niet zomaar uiteen maar werd actief kapot gemaakt door de neoliberalen in dienst van het grote geld. Thatcher verklaarde openlijk dat ze de macht van de vakbonden wou breken en is daar – zeker in het VK – grotendeels in geslaagd, net zoals in de afbraak van het openbare gezondheidssysteem, goed openbaar vervoer en zowat alle publieke diensten.

Dat laatste vermeldt Paul Verhaeghe wel en citeert haar beruchte ‘There’s no such thing as a society’, zonder haar éérste vijand: de vakbonden, te vermelden. De andere Europese regeringen deden het haar, in min of meer verdunde vorm, na. En ja het consumentisme, het narratief van meer hebben = beter zijn, droeg zeker bij tot de afbraak van het narratief van collectieve rechten en zo tot het terugdringen van de tegenmacht van de werknemers.

Verbondenheid

Wat volgt is een waardevolle sociologische analyse onder de titel ‘Individuen zonder samenleving. De auteur eindigt het boek door ons in zijn slotzin ‘autonomie in verbondenheid’ te wensen.

Jammer genoeg vinden we geen aanzet om tot een verbondenheid te komen die het ziekmakende systeem dat er de oorzaak van is, stil kan leggen, kan omwentelen tot een systeem dat ieders basisbehoeften voldoet en kansen op verbonden menszijn biedt. Een systeem dat de obscene ongelijkheid die er vandaag is kan terugbrengen tot welzijn voor iedereen.

Wat er nodig is om de verbondenheid van de 95 procent te bewerkstelligen, kunnen we in zijn boek niet lezen

Waar – in de geschiedenis en in de wereld – betekenisvolle stappen in die richting werden gezet en gezet worden, is dat steeds het gevolg van de organisatie en strijd van de werkende mensen die – gisteren, vandaag en morgen – de rijkdom produceren. Rijkdom die vandaag extreem ongelijk terecht komt bij een economische toplaag van de mensheid die er mens en natuur mee vernietigt, zo erkent ook Paul Verhaeghe.

Wat er nodig is om de verbondenheid van de 95 procent, die daar een eind kunnen aan stellen, te bewerkstelligen, kunnen we in zijn boek niet lezen.

Hoe?

Paul Verhaeghe heeft ongetwijfeld grondig Freud gelezen en bestudeerd en weet met die intellectuele bagage heel interessante zaken te vertellen.

Jammer genoeg heeft hij wellicht veel minder Marx gelezen, een denker die Sigmund een generatie voorafging en een invloed had en heeft die nog veel verder in de hele wereld is doorgedrongen. Paul Verhaeghe heeft met dit filosofisch boek ongetwijfeld een waardevolle beschrijving van onze cultuur van onbehagen gemaakt. Hoe die te veranderen is wat Marx toen, en wij vandaag ons afvragen.

 

Paul Verhaeghe, Onbehagen, 2023, De Bezige Bij, 256 p.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!