Foto: Flickr. Comisión Interamericana de Derechos Humanos CIDH
Frédéric Thomas/Centre Tricontinental

Haïti en de internationale gemeenschap: tussen vervalsing en inmenging

De geschiedenis van de relatie tussen wat men de 'internationale gemeenschap' noemt en Haïti is een geschiedenis van blindheid, lafheid en cynisme, een geschiedenis van systematische inmenging, politieke overheersing en een moreel bankroet.

woensdag 27 september 2023 10:38
Spread the love

 

We moeten ons vanaf het begin hoeden voor een vals dilemma: ofwel zou alle schuld voor de rampen die Haïti treffen bij de internationale gemeenschap liggen – en de Haïtianen zouden geen verantwoordelijkheid dragen voor wat er met hen gebeurt – ofwel zou alle verantwoordelijkheid bij de Haïtianen liggen, die niet in staat zijn om tot overeenstemming te komen en zichzelf te besturen.

De verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap in de huidige crisis benoemen ontslaat de Haïtiaanse regering en oligarchie niet van hun eigen verantwoordelijkheid.

We mogen de Haïtiaanse elite en de internationale instanties niet los van elkaar zien – of in tegenstelling tot elkaar. Door zijn geschiedenis, zijn geopolitieke positie en de structuur van zijn heersende klasse zit Haïti gevangen in een dubbele val tussen zijn eigen oligarchie en de internationale gemeenschap, meer bepaald de supranationale instellingen: de VN, de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF), enz. en vooral de Verenigde Staten. De overheersing van de Haïtiaanse oligarchie is nauw verweven met de afhankelijkheid op het internationale toneel. En de afhankelijkheid van het land is zowel de oorzaak als het gevolg – het kenmerk – van de macht van deze oligarchen. De twee – macht en afhankelijkheid – gaan hand in hand..

Europa en Haïti

De EU is grosso modo aan de zijlijn blijven staan, in lijn met de in eerste instantie zwakke mobilisatie van het Europese maatschappelijke middenveld. De afgelopen jaren is hier een verandering in beginnen komen.

Mede dankzij de internationale campagne Stop Silence heeft het Europees Parlement twee spoedresoluties over Haïti aangenomen, de eerste op 20 mei 2021 en de tweede op 6 oktober 2022. Dat was vooral te danken aan de linkse en groene fracties, in het bijzonder het Franse Europarlementslid Caroline Roose. Zij zijn de enigen die de stemmen van de Haïtianen hebben laten weerklinken en zich van een neokoloniale blik hebben bevrijd.

Ondanks hun vaagheid, tegenstrijdigheden en beperkingen hebben deze twee resoluties de verdienste dat ze bestaan, dat ze bepaalde waarborgen bieden en dat ze een smalle deur openen naar de erkenning van Haïtiaanse actoren die strijden voor verandering. Maar ze blijven grotendeels een dode letter. Hun onmacht in de praktijk is te wijten aan verschillende factoren, zowel interne als externe, narratieve en praktische.

De resoluties zijn een compromis tussen alle politieke fracties in het Europees Parlement, wat geen coherente lezing van de situatie oplevert, nog minder een diplomatieke strategie.

Door de institutionele architectuur van Europa heeft het Parlement weinig macht. Ondanks deze resoluties zullen de Europese Commissie en de EU-vertegenwoordiging in Haïti hun zin blijven doen, zonder verantwoording af te leggen aan het Parlement, laat staan aan Europese burgers.

Er heerst een diplomatieke vooringenomenheid en zelfs een taboe: het is not done om kritiek uit te oefenen op de VN en al helemaal niet op de Verenigde Staten.

In het algemeen weerspiegelt de tekst van deze resoluties een foutief verhaal, vaak doordrenkt van een neokoloniaal denken, dat elk begrip van de situatie bemoeilijkt en de voorwaarden voor elke interventie vervalst.

Het Haïti-narratief

Wat is dit narratief, een narratief dat niet alleen in de EU, maar in de hele internationale gemeenschap de ronde doet? Dat gaat als volgt: de Haïtiaanse staat is het slachtoffer van bendes. Machteloos en afwezig op een grondgebied dat is overgenomen door gewapende bendes, roept ze om hulp – en concreet, sinds oktober 2022, om een internationale gewapende interventie. Politie en justitie hebben te weinig middelen. We kunnen niet aan de zijlijn blijven staan en niets doen. En iets doen op dit moment betekent humanitaire hulp sturen samen met een internationale militaire troepenmacht.

Dit narratief begint met de moord op Jovenel Moïse twee jaar geleden, op 7 juli 2021. Soms wordt het doorgetrokken naar de lange termijn en wordt het het eindeloos durend verhaal van een vervloekt land en een bevolking die meer moeite moeten doen om het niveau van beschaafde naties te bereiken. Het sleutelwoord is chaos. En het hele verhaal is gericht op het idee dat we Haïti niet aan zijn lot mogen overlaten.

Haïti lijdt niet omdat het in de steek wordt gelaten door de internationale gemeenschap, maar door de manier waarop die voortdurend ingrijpt in Haïti

Maar in werkelijkheid is Haïti nooit aan zijn lot overgelaten. Het werd en wordt geïsoleerd, gemarginaliseerd, monddood gemaakt, ‘gefolkloriseerd’, gedomineerd en binnenkort (misschien) weer bezet. Haïti lijdt niet omdat het in de steek wordt gelaten door de internationale gemeenschap, maar door de manier waarop die voortdurend ingrijpt in Haïti sinds het land na een formidabele slavenrevolutie aan het begin van de 19e eeuw op het wereldtoneel verscheen.

In de afgelopen veertig jaar – om niet verder terug te gaan – is geen enkele grote crisis in het land opgelost zonder directe en/of indirecte internationale interventie. En we moeten in deze discussie de dertien jaar van de VN-missie voor de stabiliteit van Haïti (MINUSTAH) van 2004 tot 2017 bespreken. De resultaten daarvan moeten gelezen worden in parallel met de huidige situatie.

We blijven praten over onveiligheid alsof de Haïtiaanse staat er geen deel van uitmaakt, alsof de banden tussen de politieke klasse, de economische elite en de gewapende bendes niet bekend zijn en zowel nationaal als internationaal niet veroordeeld werden, alsof het eerste bloedbad niet heeft plaatsgevonden in november 2018 om de volksopstand de kop in te drukken. Die opstand wilde een einde maken aan de corruptie, aan de ongelijkheid en aan dit “systeem” van afhankelijkheid en onderwerping, alsof de huidige regering niet de beschermheer was van de straffeloosheid en het status quo.

De gewapende bendes zijn geen teken van de afwezigheid van de staat, maar veeleer van de privatisering van de ordehandhaving

De gewapende bendes zijn geen teken van de afwezigheid van de staat, maar veeleer van de privatisering van de ordehandhaving en de beslissing van de staat om bendes in te zetten om de bevolking te controleren en sociale bewegingen te onderdrukken door middel van terreur. Een strategie die de afgelopen maanden gedeeltelijk aan de greep van de regering lijkt te ontsnappen.

Retoriek van de internationale gemeenschap

De vertegenwoordiger van de Europese Unie in Haïti, Stefano Gatto hanteerde in een recent interviews (juli 2023) met de Haïtiaanse pers zo’n typische cirkelredenering.

“Heel vaak wordt gezegd dat de regering van Ariel Henry wordt gesteund door de internationale gemeenschap. In feite is het de enige regering die in dit land bestaat. En het is de enige waarmee we betrekkingen kunnen onderhouden. We oordelen niet of de regering grondwettelijk is of niet. (…) We steunen geen regering, we steunen de Haïtiaanse staat. En die wordt noodzakelijkerwijs vertegenwoordigd door de huidige regering. Er is geen politieke interpretatie, enkel een institutionele. We hebben gesprekspartners nodig. (…) Ik gebruik de uitdrukking ‘de-factor-regering’ niet vaak. We gaan niet in debat gaan over haar legitimiteit of gebrek daaraan. (…) Het is een zeer complexe situatie. Maar helaas is er geen alternatief. Het enige alternatief dat we zien is een bredere consensus. En daarom vragen we er al twee jaar om. (…) Ik ben behoorlijk gefrustreerd. (…) Zoals ik vaak zeg, het is niet de internationale gemeenschap die gaat kiezen wie Haïti regeert. In het verleden gebeurde dat misschien wel. Maar dat zal niet de rol van de Europese Unie zijn. Dat is aan de Haïtianen. Door een consensus te bereiken en verkiezingen te organiseren”.

Het Europese standpunt zou dus louter pragmatisch zijn: ze kiest geen partij. Dit is niets minder dan een vervalsing

Het Europese standpunt zou dus louter pragmatisch zijn: ze kiest geen partij. Ze onderhoudt ‘gewoon’ staatsbetrekkingen met de regering die er is. Ze gaat geen loze discussies aan over rechten en legitimiteit. Ze moedigt alle betrokkenen aan om tot een akkoord te komen om zo snel mogelijk verkiezingen te organiseren die de door de Haïtianen gekozen persoon opleveren om het land te regeren.

Dit is niets minder dan een vervalsing.

De internationale gemeenschap steunt de regering aan de macht niet?

Zonder internationale steun zou premier Ariel Henry niet aan de macht zijn gekomen, en zonder deze steun – onwrikbare steun – zou hij niet tot vandaag aan de macht zijn gebleven. Als Washington morgen zijn steun intrekt, stort zijn regering binnen vierentwintig uur in. Het is grotendeels een regering van en voor de internationale gemeenschap. Ariel Henry is vooral actief op sociale netwerken en op het internationale toneel. In Haïti schittert hij door afwezigheid. In het bijzonder bij de slachtoffers van de bendes. Hij spreekt tot zijn internationale contacten – van wie hij weet dat zijn macht afhangt – en niet tot het Haïtiaanse volk, dat hem niet heeft verkozen en dat hem afwijst. En waar hij, hoe dan ook, niets aan heeft.

De opmerkingen van de vertegenwoordiger van de EU laten ook zien dat hij zich niet druk maakt over kwesties van grondwettigheid, legitimiteit of rechten. Dat is iets voor beschaafde naties. Of voor de landen van de As van het Kwaad – Cuba en Venezuela, die we geacht worden streng te veroordelen – niet voor de bondgenoten van onze bondgenoot. Dus we passen de politiek van het voldongen feit toe: er is een regering – ongeacht hoe deze is gevormd, ongeacht haar incompetentie, ongeacht haar corruptie en haar banden met gewapende bendes, zelfs ongeacht of deze meer verantwoording aflegt aan Washington dan aan het Haïtiaanse volk – en we moeten het ermee doen.

Het is aan de Haïtianen om een consensus te vinden en met een Haïtiaanse oplossing voor de crisis te komen?

Maar deze oplossing wordt al op voorhand uitgesloten! Het zou erom gaan zo snel mogelijk verkiezingen te houden, georganiseerd door deze regering; een regering die de consensus zou hebben verbreed. Er is geen alternatief.

Maar er is wél een alternatief. En dit alternatief bestaat al twee jaar: het werd verwoord in het Montana Akkoord [4]: het alternatief van een transitie en van breuk.

Brede consensus

En dit alternatief vertegenwoordigt een zeer brede consensus: van vakbonden, vrouwen- en jeugdbewegingen, mensenrechtenorganisaties, kerken, boerenbewegingen, enzovoort. Een consensus tegen de regering van Ariel Henry en tegen het beleid van Washington en de landen die daarmee op één lijn zitten. En een consensus die niet oproept tot verkiezingen, die onder de huidige omstandigheden de status quo alleen maar zouden versterken, maar tot een transitie om de cyclus van crises, rampen en inmenging te doorbreken.

Maar de internationale gemeenschap wil deze consensus niet noch de oplossing die ze voorstelt. Terwijl ze beweert buiten de tegenstellingen van de Haïtiaanse samenleving te staan, kiest ze voortdurend partij door op te roepen tot een consensus, maar niet zomaar een consensus: een consensus van steun aan deze regering om verkiezingen te organiseren en elk vooruitzicht op een overgang en, vooral, een breuk met het verleden uit te sluiten.

Zo kiest zij dus inderdaad niet rechtstreeks wie Haïti zal besturen; ze kiest de omstandigheden en de selectiecriteria om te verzekeren dat de volgende heersers uit hetzelfde hout gesneden zijn, uit dezelfde oligarchische cirkel komen om een continuïteit en voortzetting van dezelfde politiek te garanderen. Kortom, een terugkeer naar het normale: normale ellende, normale afhankelijkheid, normale dagelijkse onderdrukking en vernedering. En normale humanitaire hulp om de afdaling naar de hel waarin het land wordt gestort marginaal te vertragen.

Het probleem is dus niet, zoals Stefano Gatto beweert, dat er geen oplossing noch consensus noch alternatief is, maar dat men er geen wil. Dus doet men alsof er geen alternatief bestaat, of alsof het gereduceerd kan worden tot louter een machtsstrijd tussen verschillende clans van opportunistische politici. Vandaar de frustratie van onze arme diplomaten, hun zogenaamde “Haïti-moeheid”; zij die zoveel voor dit land hebben gedaan. Ze zijn teleurgesteld en begrijpen niet waarom de Haïtianen niet tot een overeenkomst of tot een consensus willen komen.

Nochtans is het niet helemaal onbegrijpelijk. Als iemand in je huis inbreekt, je in elkaar slaat, berooft en verkracht, je partner vermoordt, je kinderen ontvoert, je wegjaagt en je woning in brand steekt, zou je dan misschien enige terughoudendheid tonen om tot een overeenkomst te komen met de handlangers van je aanvallers, om een “consensusoplossing” met hen te vinden?

Wat te doen?

Ik krijg vaak de vraag tijdens debatten in België en Frankrijk: zien ze dan niet wat er aan de hand is? Beseffen ze het dan niet? Maar dat is niet de vraag die we moeten stellen. Willen ze wel zien wat er aan de hand is? En waartoe – als ze het zouden zien, als ze de realiteit onder ogen zouden zien – zou hen dat verplichten? Het zou hen tot niets minder verplichten dan het falen van de internationale strategie te erkennen, hun verantwoordelijkheid en die van de Haïtiaanse regering te aanvaarden, excuses aan te bieden, een beleid van herstel in te voeren en een 180°-bocht te maken in hun diplomatie. En voor de EU om de houding van Washington te bekritiseren en zijn imperialistisch beleid af te wijzen. Allemaal dingen waartoe ze niet bereid zijn. Dus is het beter om de ogen te sluiten of de andere kant op te kijken. En gewoon voor te doen…

De Europese diplomatie wordt gekenmerkt door trouw aan Washington

De Europese diplomatie wordt gekenmerkt door trouw aan Washington; deze trouw is het resultaat van een ideologische overeenstemming, een gebrek aan onafhankelijkheid en een cultuur van zelfcensuur. Vandaar dat ik het niet eens ben met sommige Haïtiaanse kameraden over het strategische belang van de Core Group, het informele orgaan dat bestaat uit de ambassadeurs van Brazilië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Spanje, de Verenigde Staten, de EU, de speciale vertegenwoordiger van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, waarin men neigt de kern te zien van de imperialistische macht. Naar mijn mening is dit gewoon een dekmantel voor het beleid van het Witte Huis, waarin het belangrijkste van de internationale macht ten opzichte van Haïti geconcentreerd is. Een etiket dat de internationale gemeenschap toestaat een “gemeenschap” te vormen.

In de praktijk heeft Washington de overhand en niemand betwist het recht van Washington om in te grijpen in “zijn gebied”. Erger nog, de VN en de OAS fungeren slechts als klankbord voor de Amerikaanse strategie. En we bevinden ons in een paradoxale situatie waarin het China is die in de Veiligheidsraad lessen in realisme en democratie geeft.

De koppige weigering om de realiteit te zien gaat hand in hand met de weigering om naar Haïtianen te luisteren. Vandaar dat men zich halsoverkop in het absurde stort. Bijvoorbeeld, terwijl de bevolking steeds dieper wegzakt in ellende en onzekerheid, zijn de verslagen van het IMF optimistisch en positief en prijzen ze de inspanningen van de Haïtiaanse regering [5]. Nog absurder is het om te doen alsof een corrupte, impopulaire regering, die vanop afstand gesteund wordt door de internationale gemeenschap en gelieerd is aan de gewapende bendes die 80% van het grondgebied van de hoofdstad Port-au-Prince in handen hebben, vrije en eerlijke verkiezingen zal organiseren tegen de wens van het maatschappelijke middenveld in; verkiezingen die betaald worden door de internationale gemeenschap en waaruit “organisch” een consensuele en legitieme leider moet voortkomen die zal zorgen voor een terugkeer naar de rechtsstaat.

Het is al even absurd om te beweren dat het probleem van de onveiligheid zal worden opgelost door duizend Keniaanse politieagenten naar Haïti te sturen die niets van het land weten, geen creools spreken en beschuldigd werden van buitensporig gebruik van geweld en willekeurige executies in Kenia [6].

Er is geen grens aan de absurditeit en de domheid, omdat ze komt van een bevooroordeelde partij. Europa heeft zich van geen enkel beschermingsmechanisme voorzien, geen enkele deadline opgelegd, geen enkele rode lijn die niet overschreden mag worden. Maanden en jaren kunnen voorbijgaan, met verkrachtingen, bloedbaden en lijden, maar de strategie van de EU zal onveranderd blijven. Wanneer de werkelijkheid niet overeenkomt met diepgewortelde overtuigingen, schreef de Haïtiaanse historicus Michel-Rolph Trouillot, hebben we de neiging om interpretatieschema’s te scheppen waaraan de werkelijkheid onderworpen wordt, we bedenken formules om het ondenkbare terug binnen de grenzen van het geautoriseerde discours te sturen [7].

Van de EU hoeven we dus niets te verwachten. Noch van de internationale gemeenschap. Zolang ze geen externe impuls krijgen zullen ze hetzelfde beleid voeren. In onze naam.

We moeten de schande nog schandelijker en het schandaal nog schandaliger maken door ze in de openbaarheid te brengen

Het is aan ons om druk uit te oefenen, om onze regeringen wakker te schudden en hen te dwingen het roer om te gooien. We moeten de schande nog schandelijker en het schandaal nog schandaliger maken door ze in de openbaarheid te brengen, door ze te veroordelen, door de cirkelredeneringen van onze regeringen te ontmantelen en door de verantwoordelijken bij naam te noemen. En dat doen we in solidariteit met het Haïtiaanse volk en door hun strijd voor waardigheid en gelijkheid als de onze te erkennen. Door de geschiedenis heen, in het verleden en nu, hebben Haïtianen meer dan hun deel van het werk gedaan in de strijd voor vrijheid. Het is aan ons om het onze te doen en onze schuld in te lossen.

Deze tekst verscheen op de website van Cetri.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!