In zijn achttien jaar als president van Congo, vergaarde de entourage rond Joseph Kabila een fortuin aan steekpenningen en gestolen overheidsgeld. In het onderzoeksrapport ‘Congo Hold-up’ legden De Standaard en Le Soir samen met internationale media en ngo’s een grootschalig financieel schandaal bloot.
De directe en indirecte betrokkenheid van staatsinstellingen en -bedrijven tonen volgens Congolese anti-corruptie ngo’s RECIC, AETA, OCIDC en ODEP een “ongekend complot van illegale verrijking van personen” die “overheidsfinanciën gijzelen”. Alle vier vragen de lokale 11.11.11-partners de Congolese regering dan ook hervormingen en uitvoerig onderzoek. Daarnaast roepen ze de bevolking en het middenveld op om zich actief te mobiliseren tegen de wantoestanden.
Momenteel is minister voor Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir op dienstreis in de DRC. Daar ontmoet ze verschillende beleidsmakers en lokale en internationale organisaties die actief zijn in de regio. “We en onze partners op het terrein verwachten van de minister dat ze deze gelegenheid aangrijpt om niet enkel corruptie uit het verleden , maar eveneens de corruptieproblemen die er ook onder het huidige bewind zijn lokaal en internationaal aan te kaarten”, benadrukt 11.11.11-directeur Els Hertogen.
In het onderzoek duiken ook de namen op van Belgische bedrijven en individuen die al decennialang actief zijn in de extractie van Congolese natuurlijke rijkdommen. Via een netwerk van spookbedrijven en complexe financiële transacties vergaarden Belgisch(-Congolese) ‘ondernemers’ dubieuze fortuinen terwijl ze de clan-Kabila faciliteerden in hun corruptiemechanisme.
Dwing Belgische verantwoording af
“De gemiddelde Congolees moet rondkomen met minder dan twee dollar per dag”, zegt 11.11.11-directeur Els Hertogen. “In dit dossier wordt opnieuw bevestigd dat hun publieke middelen onder andere werden verduisterd met behulp van Belgische bedrijven en individuen. In ruil mochten ze een graantje meepikken bij de leegroof van natuurlijke rijkdommen van het land. Die zelfverrijking op de kap van de bevolking is schrijnend.”
De koepelbeweging voor internationale solidariteit vraagt aan beleidsmakers om onderzoeken in te stellen naar de betrokken figuren en dubieuze fortuinen die eraan gekoppeld zijn. Het kan volgens 11.11.11 niet dat de wanpraktijken zonder gevolg blijven. “We verwachten dat de onthullingen zowel het parlement als de regering tot actie aansporen”, klinkt het. ”Niet in het minst op vlak van de grootschalige grondstoffenroof die brutaal aan de gang is in Congo.”
Geen onbekende namen
Voor 11.11.11 keren namen terug wiens rol ze al jarenlang aanklagen. Zo duikt de naam van Belgisch-Congolees zakenman Georges Forrest op. In 2006 daagde Forrest 11.11.11 en Broederlijk Delen voor de rechter voor ‘foutieve en lasterlijke informatie’ naar aanleiding van een rapport van beide organisaties over de Congolese mijnsector. In dat rapport laakten de ngo’s belangenvermenging en een gebrek aan transparantie bij de uitbesteding van mijncontracten.
De Standaard legde afgelopen weekend opnieuw soortgelijke praktijken bloot. Volgens hun onderzoek werd ongeveer twee miljoen dollar op de privérekening van de Belgische industrieel gestort door geldvehikels van de Kabila’s. Een garantie in het kader van onderhandelingen klinkt het. Op de vraag of hij dit geld teruggaf toen de deal afsprong wil de groep rond Forrest niet antwoorden, nog steeds volgens De Standaard.