De laatste oorlog?
Opinie, Wereld, Milieu, Samenleving, België -

De laatste oorlog?

De klimaatcrisis heeft er een probleem bij: klimaatmoeheid. Nu natuurrampen ‘records’ breken en je de opwarming niet langer kan ontkennen, biedt fatalisme schijnbaar een uitweg. De ontmoediging stijgt omdat er geen oplossing lijkt te zijn. In zijn nieuwe boek ‘Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op’ vat Ludo De Witte die impasse bij de horens: ons systeem moet op de schop. Durf radicale oplossingen serieus te nemen. Wil je meediscussiëren over het ecosocialisme als alternatief? Kom maandagavond naar de boekvoorstelling in Gent.

vrijdag 13 oktober 2017 12:14
Spread the love




sHell No!, een directe actie op 16 mei 2015 in Seattle, waarbij een groep kayakvaarders verhinderde dat een olieplatform en tanker de haven konden uitvaren, vat de klimaatstrijd goed samen in een beeld: als we onze krachten bundelen, dan zijn wij een meerderheid die multinationals op de knieën kan krijgen.

Ook Ludo De Witte benadrukt dat een massamobilisatie nodig is – linkse partijen, burgerbewegingen en vakbonden moeten één front vormen – maar dan moeten we het wel eerst eens zijn over wat het probleem is, en wat vervolgens effectieve oplossingen zijn.

Pro publiek

In navolging van activiste Naomi Klein, die later deze maand komt spreken in De Roma in Antwerpen, zet ook De Witte het dilemma op scherp: klimaat versus kapitalisme. Als we het klimaat leefbaar willen houden, dan is systeemverandering onvermijdelijk. Niet-radicale opties zijn fictie. Volksbedrog van ‘neoliberals with wind farms’, aldus een plastische beeldspraak uit het nieuwste themanummer van het tijdschrift Jacobin.

Maar ook het beeld van onze kayaks schiet tekort. Want al is het nu hoofdzaak om in eerste instantie die fossiele industrie zoveel mogelijk de wereld uit te helpen (het aantal biljoenen ton CO2 dat we jaarlijks uitstoten zit nog steeds in stijgende lijn), echte verandering zal er maar komen als we onze economische huishouding kunnen omgooien.




Er is nood aan een pro publieke beweging die onze economie op de markt herovert en een planmatige aanpak terug op de agenda zet. We hebben een economische democratie nodig: productie en dienstverlening zouden publiek bezit moeten zijn, collectief beheerd in functie van de mensen, niet de winst.

In landen waar het neoliberalisme al vroeger toesloeg, zoals de UK, kent zo’n visie al een breder draagvlak dan in België. Dat de ‘commons’ in de eigenlijke Engelse betekenis (‘het gemeenschappelijke’) ook de publieke dienstverlening en de sociale zekerheid omvatten, is daar bijvoorbeeld een evidentie die in Vlaanderen nog steeds discussie vergt. Althans binnen het ecologische debat over ‘het alternatief’.

De commons zou een zaak van zelforganisatie zijn – een geïdealiseerde versie van de marktwerking eigenlijk, maar dan duurzaam en ethisch – waardoor sommige ecologen een publieke en planmatige aanpak van onze economie afwimpelen als een fout ‘communistisch’ idee.




Nochtans bestaat een neoliberaal beleid ook uit planning: een politiek van taksen en fiscale vrijstelling tracht individuen en bedrijven te sturen in de keuzes die ze maken. Maar het is een soort planning die de groei- en winstmotor onderhoudt, eerder dan aanpakt.

 

 Ecosocialisme

De Witte wil niets liever dan het broodnodige debat over die onderwerpen aangaan. Recent plaatste hij nog kritische kanttekeningen bij het enthousiasme voor zoiets als het idee van de ‘donut economie’ (Kate Raworth).

Een markteconomie kan aldus De Witte niet circulair en duurzaam zijn, hoe mooi je het ook verpakt. Want die draait op winstmaximalisatie en concurrentie en dat is net het kernprobleem. Of om het in de woorden van de energiespecialist van VOKA te zeggen: “De bedrijven die het kunnen en het nodig hebben, maakten de omslag al. Maar voor de andere is het rendement te laag.”

Met zijn boek legt De Witte heel wat vragen open. Dat lijkt niet gemakkelijk. Vera Dua weigerde deelname aan het debat na de boekvoorstelling, omdat ze het boek te kritisch vond. Ecopolis, het groene festival in Kaaitheater, liet de primeur van dit boek liever aan zich voorbij gaan. Nochtans is de verschijning van een eco-socialistisch manifest in het Nederlands een unieke aangelegenheid.

Als De Witte een vraagteken plaatst achter de geste waarmee Dirk Holemans (Oikos / Groen) zich in zijn boek de notie ‘revolutionair reformisme’ toe-eigent, dan vat Walter Lotens dit in zijn inspirerende boekbespreking op alsof De Witte het revolutionair reformisme zelf in vraag stelt. Niet dus.

Nog een voorbeeld? Kristof Calvo (Groen) kwam recent mediageniek uit de hoek met een investeringsplan voor de toekomst. Het is helaas een Keynesiaans voorstel zonder de marktwerking zelf in vraag te stellen. Net datgene waar De Witte voortdurend op aanstuurt.




Er loopt momenteel al een groots Keynesiaans project: centrale banken pompen miljarden in ‘de economie’ die rechtstreeks in de zakken van bedrijven, bank en beurs verdwijnen.

Moeten politici dat niet eerst even aankaarten?

Fijn stof voor discussie

Een boek kan een baken zijn, of een breekijzer. ‘Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op’ doet de twee. Het drukt ons met de neus op de feiten en wijst de nooduitgang aan.

Maar daarmee moet de eigenlijke discussie nog beginnen. Vele vragen dringen zich op. Als we de rol van de overheid benadrukken, hoe vermijden we dan de autoritaire valkuil die de staat kan zijn? Kan je een economie tegelijk gedecentraliseerd uitbouwen en toch plannen? Kan je een economie democratisch beheren zonder ze collectief te bezitten? Hoe zorg je voor participatie en inspraak in de planning van onze economie?

Het neoliberale project vertrekt vanuit de idee dat de ‘vrije’ markt mits de nodige sturing op kap van de belastingbetaler zichzelf uiteindelijk wel reguleert. Als we een eigen economie van het gemeengoed willen opbouwen, hoe zorg je dan voor een regulerende dynamiek tussen kleine burgerinitiatieven en publieke voorzieningen?

Hoe werk je met verschillende schalen, van lokaal naar internationaal? Laat je nog een marktwerking toe binnen een publieke economie, en in welk opzicht verschilt die van de ‘vrije’ markt van vandaag?

En vooral: hoe creëer je hiervoor een draagvlak? Hoe mobiliseer je mensen, goed wetende dat een flinke strijd nodig zal zijn en dat dit onvermijdelijk betekent dat we als consument bepaalde kortetermijnprivileges zullen moeten opgeven? 

Vakbonden?

Ook: wat is de rol van vakbonden? Het klopt natuurlijk dat de vakbeweging veel meer moet doen. De vakbondsmilitanten die de klimaatmars in Oostende vervoegden, betreurden het terecht dat de vakbondstop niet meer had opgeroepen tot mobilisatie. Maar als je weet dat vakbonden ook burgerbewegingen zijn, hoe zorg je er dan voor dat je de leden meekrijgt?

Tony Mazzocchi, een Amerikaanse vakbondsleider en fervent milieuactivist, wees ons er in de jaren 1970 al op dat de klimaatbeweging alleen kan winnen als ze de arbeidersbeweging niet als vijand ziet, maar ze kan overtuigen.

De vakbond vertegenwoordigt immers ook het personeel van de fabrieken die vervuilen, wat het logisch maakt dat je op deze kracht moet inzetten. Veel bedrijven sloten onder druk van de personeelsdelegatie al CAO’s tegen verspilling en vervuiling, of pro recyclage.

Maar de klimaatstrijd overstijgt weliswaar wat je op bedrijfsniveau kan doen. Hoe kom je dan tot een politieke strijd, eentje die meer is dan statements die dienst doen als groene windowdressing?

De uitdaging is niet alleen het klimaat redden maar ook strijden voor een solidaire wereld die het waard is te redden. Een sprong is nodig: de milieubeweging moet de arbeidersbeweging overtuigen van haar zaak, en omgekeerd. Het zijn ten slotte toch weerskanten van dezelfde medaille: werken aan een leefbare wereld voor en door iedereen.

Victory over the sun?

Het eerder vermelde nummer van Jacobin verwijst naar de Russische futuristische opera Victory over the Sun uit 1913. De grote avant-garde kunstenaar Eli Lissitsky maakte er na de Oktoberrevolutie een variatie op waarbij ‘mechanische poppen’ acteurs vervingen. “De zon staat in dit stuk voor de oude wereldenergie”, legt de kunstenaar uit, “de moderne mens haalt die uit de hemel neer.”




“Want door zijn technologische superioriteit zal de moderne mens wel een eigen energiebron creëren die een betere wereld voor iedereen mogelijk maakt”, zo klonk het een eeuw geleden.

Vandaag merken we hoe roemzoekende CEO’s dit soort techno-utopisme vlot recycleren. Zullen Elon Musk, Bill Gates en Disneys Epcot via technofix voor een ‘betere toekomst’ zorgen? Hoopvolle zoethoudertjes als excuus zodat de kassa kan blijven rinkelen?

Blijven we hopen op de technologie-als-messias om het kapitalisme zelf toch maar niet te moeten aanpakken? We hebben niet de luxe om nog een eeuw te wachten om te zien wat het wordt met die technologische verlossers. Ze zijn in hun gedaante van CEO en miljardair eerder een deel van het probleem.

“Vlaanderen staat er goed voor”, orakelde minister-president Geert Bourgeois in zijn goednieuwsshow, oftewel de Septemberverklaring. Vandaag kopte een voorpagina: ‘Vlaams klimaatbeleid volledig uit koers’.

We halen de klimaatdoelstellingen van Parijs niet, hoewel die al veel te laag inzetten met deze meerjarenplanning. Niet de klimaatcrisis, maar de onkunde van onze beleidsvoerders, dat is om moe van te worden. Het boek van Ludo De Witte schudt ons weer even wakker.

 

Boekvoorstelling: maandag, 16 oktober, 2017 – 20:00

NEST (de oude bib op het Zuid), Graaf Van Vlaanderenplein 40, Gent

Toegang is gratis

 Na de boekvoorstelling volgt een gesprek tussen Ludo De Witte, Natalie Eggermont (auteur Climate Express – Sporen van verandering), Dries Goedertier (UGent & ACOD) en u. (Moderator van dienst: Robrecht Vanderbeeken, ACOD Cultuur).

Meer info over het boek vind je hier.

take down
the paywall
steun ons nu!