Ondanks een ontbossingsverbod verdwijnt er in Vlaanderen 263 hectare bos, oftewel 400 voetbalvelden per jaar. Wie ontbost, moet compenseren, en dus zit er vandaag 8 miljoen euro compensatiegeld in het zogenaamde boscompensatiefonds. Ondertussen zijn sommige gemeenten bezig met de oplijsting van potentiële boscompensatiegebieden op hun grondgebied. Zo kwam Mechelen tot een lijst van drie mogelijke bosgebieden in hun stad. Hoopgevend, zou je denken. Alleen gebeurt er niks met dat alles. Hoe komt dat?
We hoorden al verschillende excuses. Zo zou het budget van 8 miljoen euro niet gebruikt kunnen worden omwille van begrotingstechnische redenen. De minister van begroting ontkent. Daarnaast zou het de schuld zijn van de steden en gemeentes, die met te weinig bebossingsprojecten op de proppen komen. Dat klopt. Maar van een bevoegd minister verwachten we dat ze niet enkel de problemen vaststelt, maar ze ook oplost. Vraag is dus: waarom komen die aanvragen zo traag binnen, en boven alles, wat kunnen we eraan doen?
Bovendien vertelt de minister maar een deel van het verhaal. Ook de Vlaamse regering is immers bevoegd voor de aankoop van gronden om bebossingsprojecten op te realiseren en hier wordt evenmin vooruitgang geboekt. Door een gebrek aan personeel verzaakt de Vlaamse overheid zélf aan haar plicht om actief op zoek te gaan naar geschikte bosgronden.
Je zou bijna denken dat de minister geen nieuwe bossen in Vlaanderen wil, ware het niet dat ze zich met klem tegen deze volgens haar verkeerde perceptie verzet. Integendeel, ze laat geen kans onbenut om te benadrukken hoeveel ze van de natuur houdt.
Daarom geeft Jong Groen haar nu maar wat graag de kans om die verkeerde perceptie bij te stellen. We bieden haar op een presenteerblaadje aan: een boscompensatiegebied in Mechelen, de middelen uit het boscompensatiefonds, een draagvlak onder de Vlamingen voor een bosrijker Vlaanderen én de eerste boom van een nieuw bos. We hebben er zelfs al een naam voor klaar: het Schauvliegebos. Want als een minister, die vooral bekend staat om het kappen van het uiterst waardevolle Essersbos, er in Vlaanderen in slaagt een nieuw bos aan te planten, verdient dat vereeuwiging.
Wat ons betreft mag het zelfs nog meer zijn. We zijn ervan overtuigd dat wie goed zoekt, voldoende plaats vindt voor een Schauvliegebos II, III en misschien zelfs IV. Met de hefbomen die de minister in handen heeft, kan ze Schauvliegebossen als paddestoelen uit de Vlaamse grond laten rijzen.
Ten eerste zou ze kunnen beginnen met het ontbossingsdecreet (uit 1990!) eindelijk strikt na te leven. Ontbossingsvergunningen worden vandaag te gemakkelijk toegekend. Ontbossing moet de uitzondering worden, in plaats van de regel.
En als er dan toch een uitzondering toegekend wordt, moet de prijs van de boscompensatie omhoog. Alle experten zijn het erover eens dat de huidige prijs van maximum €4 per m² bos te laag is.
Daarnaast mag het verlenen van vergunningen voor bebossingsprojecten gemakkelijker gaan. Deze krijgen vandaag al te vaak een njet vanuit de landbouwadministratie, toevallig ook een bevoegdheid van minister Schauvliege.
Verder kan ze ook het bosareaal al in een vroeger stadium doen stijgen. Als minister van ruimtelijke ordening kan ze wat meer gebieden als bos inkleuren, waardoor de zoektocht naar nieuwe bosgronden wat gemakkelijker verloopt.
Ten slotte kan ze nieuwe mensen aanwerven om die zoektocht op te pakken en de middelen uit het boscompensatiefonds effectief vrij maken en we kunnen eindelijk grote stappen vooruit zetten richting een bosrijker Vlaanderen.
En als al deze tips nog niet genoeg zijn, nemen we haar maar wat graag mee op sleeptouw. Naar Parijs, Londen of Nordrhein-Westfalen. Allemaal West-Europese regio’s met een vergelijkbare bevolkingsdichtheid, maar met 2,5 keer zoveel bos als Vlaanderen. Gewoon, omdat het kan.