Piekolie en twee andere mogelijke systeemschokken voor Michel I

Piekolie en twee andere mogelijke systeemschokken voor Michel I

dinsdag 14 oktober 2014 14:50
Spread the love

Het lezen van het regeerakkoord
van Michel I, stemt me enigszins kwaad. Dit is niet de kracht van verandering
maar de kracht van behoud. Op de fundamentele thema’s van de 21ste eeuw krijgt
deze regering een buis voor Visie. Is het niet dwaas om zes jaar na de
vorige economische crisis terug alle vertrouwen te hebben in de vrije markt? Ik word mismoedig als ik in het
regeerakkoord als één van de twee oplossingen voor het klimaat lees dat de
herwaardering van de binnenvaart soelaas moet bieden voor én de CO2-uitstoot én
de Belgische verkeerscongestie. [1]

Vandaag
horen we dan weer dat de NMBS 2 miljard moet inboeten, terwijl ook De Lijn niet
gespaard blijft. De andere aangehaalde maatregel betreft het
energie-efficiënter maken van de gebouwen van de federale overheid. Moeten wij
aan een dergelijke visionaire overheid onze toekomst vertrouwen? In wat volgt
schets ik enkele mogelijke systeemschokken waar onze regering klaarblijkelijk
geen enkel geloof aan hecht – een nieuwe ondergang van ons financiële systeem
ten gevolge van bancaire incompetentie en huichelarij nog buiten beschouwing
gelaten.

 

1 Economische crash ten gevolge van piekolie

Onze economie is verslaafd aan
olie. Gevolg: de olieprijzen in de 21ste eeuw stijgen nagenoeg jaar op jaar en om
de zoveel tijd worden recordhoogtes genoteerd. Sceptici wijzen intussen al
jaren op het gevaar van een ‘oliepiek’. Dit wil zeggen dat het aanbod de vraag
niet meer kan bijhouden. Door de olielobby wordt dit al jarenlang afgedaan als
paniekzaaierij van malafide wetenschappers. Maar feit is dat fossiele
brandstoffen eindig zijn en dat het winnen van conventionele grondstoffen – dus
makkelijk winbare olie en gas – terugloopt sinds 2008. In mei dit jaar
waarschuwde het Internationaal Energie Agentschap (IEA) dat deze piek – of beter
gezegd plateau[2]
– dit jaar nog kan plaatsvinden.[3]
Dit hoeft niet te verwonderen: de OPEC-landen laten sinds de jaren ’80 geen
controle toe op de hoeveelheid olie die zij nog werkelijk in de grond hebben zitten
(terwijl dit slechts een week zou duren voor een tiental goede geologen) en ook
oliegiganten zijn schimmig over hun werkelijke voorraden omdat ze enkel cijfers
geven over hun bewezen voorraden. En dan nog is het aantal vaten in de grond
niet hetzelfde als het aantal rendabel winbare vaten. Moeten wij dan zomaar
geloven dat de vriendelijke oliemaatschappijen waar we dagelijkse klant zijn
ons niets voorliegen?

De stelling van een nakende
piekolie wordt bovendien bijgetreden door diverse militaire organisaties.
Britse generaals waarschuwden reeds in 2007 voor dit gevaar, in 2008 volgde de
Amerikaanse defensie en in 2010 de Duitse Bundeswehr.
Alle drie vrezen ze een grootschalige economische depressie en de opkomst van
totalitaire regimes die via veroveringen hun eigen welvaart willen
veiligstellen. Deze angst wordt vooral ingegeven door hun eigen exorbitante
energiebehoeften – wie in eigen boezem kijkt, kent immers de wereld. Net het
Amerikaanse leger is dan ook vooruitstrevend wat het inzetten op duurzame en
groene energie betreft: op land kiezen zij massaal voor zonne- en windenergie,
op zee voor biobrandstoffen.[4]
Ook Duitsland schakelt sinds Fukushima massaal over op duurzame energie en een
volledige kernuitstap (Duitsers zijn misschien gevoeliger voor militaire
vooruitzichten?) en zijn op weg om één van de meest duurzame
energielandschappen te creëren, ondanks het slechte weer aldaar.

Wie zegt dat omschakelen naar
groene energie onmogelijk is, moet maar eens kijken naar Japan en Duitsland. Beiden
grepen het momentum na Fukushima aan
om over te schakelen op duurzamere alternatieven. Door een strenge discipline
aan de kant van de vraag wist Japan al hun 47 kerncentrales te sluiten (vaak wel
nog ten gunste van oliecentrales). Ook Duitsland brak met haar verleden van
kernenergie en Zwitserland trad snel in haar spoor. Als de regering denkt dat het
openhouden van Doel 1 en 2 de goedkoopste oplossing is, moet men maar eens
kijken naar Frankrijk en Finland waar de bouw van nieuwe nucleaire centrales
jaren over tijd ging en miljarden extra kosten vergde. Niemand kan immers de
complete veiligheid garanderen van kerncentrales, wat ook de reden is dat nagenoeg
alle kerncentrales ter wereld niet verzekerd zijn. Net zoals de bancaire sector
zijn zij echter too big to fail, wat
neerkomt op een potentiële redding door de belastingbetaler.Als in een relatief gematigd land als
Frankrijk enkele kerncentrales in 2010 al moesten stilgelegd worden door
aanhoudende droogte, wie gelooft dan dat kernenergie nog een rol zal spelen in een toekomst met nijpende watertekorten? Zelfs een land als Saoedi-Arabië plant zo snel mogelijk volledig
over te schakelen op zonne-energie om meer olie te reserveren voor de export –
of omdat ze haar mammoetvelden allengs ziet opdrogen?

 

2 Koolstofzeepbel in de kapitaalmarkten

Een ander probleem waar Michel I
mee te maken zal krijgen, is de klimaatverandering. Dit zal onder andere
invloed hebben op de financiële markten. Sinds 2009, de klimaatflop in
Kopenhagen, zagen we echter dat investeringen in groene energie terugliepen.
Door een gebrek aan een geschikt antwoord van onze wereldleiders blijven de
groene sectoren onderpresteren. Dat de Rockefellers hun kapitaal terugtrokken
uit de fossiele brandstoffen was wellicht niet alleen een signaal aan de
wereldleiders om actie te ondernemen op de top van New York[5],
maar eerder een strategische keuze voor bezitsbehoud. Ik leg dit uit.

Als we kijken naar de maximale
grens van 2 graden (of 450 deeltjes CO2 op een miljoen) die wetenschappers al
jarenlang vooropstellen als limiet voor de klimaatverandering (daarboven wordt het fataal
voor het milieu!) en als we er op rekenen dat dit ooit wordt omgezet in beleid,
dan zitten de financiële markten met een reusachtig probleem. Wanneer we de
beschikbare mondiale fossiele brandstoffen omzetten in hun equivalent in CO2,
merken we dat nog maar slechts 20% van de voorhanden zijnde voorraden mogen
worden verbruikt om onder deze grens te blijven. Aldus staan er meer fossiele
brandstoffen op de bedrijfsbalansen, dan wij ons kunnen veroorloven te
verstoken. Een gigantische hoeveelheid activa zou met andere woorden waardeloos
worden en zorgen voor het ineenstuiken van de financiële sector. In feite
zeggen de bankiers, samen met de oliebedrijven, dat we nooit iets aan onze CO2-emissie
zullen doen. En de zeepbel zwelt door, samen met de risico’s. De Rockefellers
kozen althans waar voor hun geld.

Als we in het regeerakkoord dan
lezen dat ‘de regering maatregelen zal
nemen om het investeringskader voor de gehele energiemarkt te verbeteren en om
op kostenefficiënte manier te vermijden dat conventionele productie-eenheden,
zoals gas en WKK
(warmtekrachtkoppeling),
die het einde van hun levenscyclus nog niet hebben bereikt, buiten bedrijf
worden gesteld door gewijzigde marktomstandigheden,
’ dan valt te vermoeden
dat we van die investeringen niet bepaald nieuwe subsidies voor écht groene
energie als zonnepanelen of windmolens moeten verwachten. De markten zullen het
wel oplossen. Of toch niet? Verschillende onderzoeken toonden al aan dat het
mogelijk is om rond 2030 in de ontwikkelde landen de 100 procent duurzame energie te benaderen, zonder de inzet van een van deze technologieën
tot boven hun historisch tempo op te voeren.[6]
Toch wordt hier geen enkel geloof aan gehecht, laat staan stappen ondernomen. Nochtans
vallen ook hier op termijn lucratieve deals te sluiten. Men kan echter blijven
roepen in de woestijn, maar als het gezond verstand en de hoop in een duurzame
toekomst wordt gefnuikt ten voordele van de hogere financiële belangen van
enkelen, wat dan?

 

3 Schaliegas, schalieolie en schalieschok

De oliepiek wordt in brede
kringen weggelachen met als argument dat er schaliegas en schalieolie à volonté ter beschikking staan. Deze
energie zou bovendien minder CO2 uitstoten dan de conventionele brandstoffen,
en hop, systeemschok 2 is ook van de baan. De Verenigde Staten zouden hierdoor
plotseling voorop liggen met hun verminderde CO2-uitstoot. Toch zijn er hier
wat problemen.

Ik bespaar u de ingewikkelde
uitleg van hoe er naar de schalielagen geboord wordt en geef een korte, sterk
vereenvoudigde weergave. Om naar schalie te boren, zet men eerst een klassieke
boring, waarna de grond doorzeefd wordt met een dicht stelsel van boorgaten.
Dit is nodig om het contact tussen het boorgat en de schalie zo groot mogelijk
te maken. Op gezette afstanden (bv. één kilometer) kan die procedure herhaald
worden, steeds opnieuw, zodat in het landschap een heel rooster van boorputten
verschijnt. Hiermee zijn het gas en de olie nog niet ontgonnen, hiervoor moet
men gaan fracken: onder grote druk
wordt heet water, gemengd met fijne deeltjes en een cocktail van allerlei
chemische verbindingen, in het gesteente geperst om zo het schalie en de
omringende gesteentes te verpulveren. Aldus kan men het gas en het olie winnen.
[7]

Maar intussen slokken in de
uitgedroogde prairies de boorgaten gigantische hoeveelheden zoet water naar
binnen en geven er giftig afval voor terug. Zo wordt de grond én het al
schaarse drinkwater in de grond op
sneltempo toxisch. Daarenboven zijn de eerste experimenten in Groot-Brittannië
stopgezet wegens aardschokken en blijken de schalielagen in Polen, Rusland en
China niet zo gemakkelijk te ontginnen als in de Verenigde Staten. En, al mag
het waar zijn dat schalieboringen minder CO2 uitstoten, daartegenover komen
wel grote hoeveelheden methaangas vrij, een gas dat vele malen agressiever is
voor het broeikaseffect dan CO2. We spreken dan nog niet over het geologische verleden dat zonder weerwerk verwoest wordt in deze diepe ondergrondse lagen, omdat nauwelijks iemand hierin
geïnteresseerd is.

Ook financieel blijken de schaliegaslagen minder rendabel dan oorspronkelijk gedacht: ze vertonen
sneller dan verwacht een afname in vrijkomende grondstoffen en de talrijke
boringen zijn vele malen duurder dan het boren naar de conventionele olie van
weleer. Dit maakt het op termijn onhoudbaar om economisch rendabele schaliegas
en -olie te blijven winnen. Toch blijven energiemaatschappijen en
wetenschappers beweren dat schaliegas het wondermiddel bij uitstek is, kortom: de
ideale brug om over te stappen op duurzame energie. Maar liefst niet te snel,
uiteraard.

 

Epiloog

In het boek Merchants of Doubt (2010) wordt in detail beschreven hoe
vooraanstaande industrieën zich toeleggen op de vervalsing van informatie en de
misleiding van de bevolking. De truc is om gerenommeerde wetenschappers en
bankiers in te huren die in ruil voor (onderzoeks)geld twijfel zaaien. Zodra er
vele miljarden dollars op het spel staan, wordt betrouwbare informatie al gauw een
schaars goed. Ik kan u dan ook geen uitsluitsel of sluitend wetenschappelijke
bewijzen bieden. De vraag is bij wie de bewijslast ligt? Bij de olie- en
gasmaatschappijen die staan voor behoud, of bij de voorzichtige mensen die zijn
voor het behoud van de aarde, bijgestaan door vele gewetensvolle wetenschappers
en nuchtere bedrijfsleiders?

In de eerste lessen geschiedenis
van mijn humaniora werd ons ingepeperd dat we inmiddels in de postindustriële
samenleving leefden. Energiebronnen als olie en gas moesten bij de industriële samenleving
worden opgeschreven, zonne-, wind- en andere duurzame energie bij de
postindustriële. Hoort het dan niet tot de taken van een 21ste-eeuwse regering
om een stapje in die richting te zetten? Dit valt helaas niet te verwachten van
de NV-A-kliek die nog maar twee weken geleden de eerste spade ging steken bij
ExxonMobil in Antwerpen voor een nieuwe raffinaderij voor teerzandolie, een
meer vervuilende variant van olie. Nogmaals, wanneer er geld mee gemoeid is,
moeten we niet te veel rekenen op onze machtsdragers.

De komende vijf jaren zullen we
dan ook moeten terugvallen op volksbewegingen, zoals Naomi Klein schetst.[8]
Gelukkig vinden we steeds meer voorbeelden hiervan: klimaatbewegingen krijgen
meer aandacht, bewegingen als Occupy stellen misstanden in de financiële sector aan de kaak, meer en meer wetenschappers geraken overtuigd van de problemen en snel
groeiende lokale groepen staan voor een vernieuwende aanpak inzake
klimaatbeheer. We zullen moeten ijveren voor meer volksinspraak om de ogen van
onze politici te openen, of beter nog, voor die van onze medemens te openen.
Slaap is immers een voorschot op onze dood.[9]

[1]
Federaal Regeerakkoord. Donderdag 9 oktober 2014, p. 72.

[2] file:///C:/Users/sanderpc/Downloads/piekdenkenEos1406%20(1).pdf.

[3] http://www.iea.org/newsroomandevents/news/2014/may/ieareleasesoilmarketreportformay.html.

[4] http://www.businessgreen.com/bg/news/2197196/us-militaryto-build-an-army-of-renewable-energy-plants.

[5] http://www.knack.be/nieuws/planet-earth/rockefellers-versluizen-geld-van-oliesector-naar-hernieuwbare-energie/article-normal-431307.html.

[6] http://www.scientificamerican.com/article/a-path-to-sustainable-energy-by-2030/.

[7]
Deze verkorte beschrijving is deels overgenomen uit P. Westbroek, De ontdekking van de aarde. Het grote
verhaal van een kleine planeet,
Amsterdam, 2013.

[8]
https://decorrespondent.nl/1831/Klimaatverandering-vraagt-om-een-wereldwijde-volksbeweging/201792679-fbe54b1c.

[9]
Voor de geïnteresseerden raad ik het boek J. Leggett, Uit de olie, Utrecht, 2014 aan. Vele inzichten in dit artikel zijn
geënt op de stellingen in dit boek.

take down
the paywall
steun ons nu!