Dat is precies wat er gebeurde met Manuel Chivonde Baptista Nito Alves (17), een geëngageerde Angolese tiener die in Luanda bekend staat onder zijn activistennaam ‘Nito Alves‘. Hij werd op donderdag 12 september ‘preventief’ gearresteerd in de hoofdstad Luanda, precies een week voor een jongerenprotestmars zou plaatsvinden die hij mee had helpen organiseren.
Om te mobiliseren voor het geplande jongerenprotest van 19 september had Nito Alves T-shirts laten maken met de slogan ‘Weg met de walgelijke dictator’ en een groot rood kruis over het partijembleem van de regeringspartij. Dit was een duidelijke verwijzing naar president José Eduardo Dos Santos, die al 34 jaar onafgebroken aan de macht is in Angola.
De naam van de jongen zal hem waarschijnlijk ook niet veel vooruit helpen: Nito Alves was een historische leider van de bevrijdingsbeweging MPLA wiens factie beschuldigd werd van een mislukte opstand tegen de partijleiding in mei 1977. Zijn aanhangers werden daarop het slachtoffer van een van de ergste ‘zuiveringen’ in de postkoloniale geschiedenis van Angola.
Eenzame opsluiting
Na zijn arrestatie werd Nito Alves in eenzame opsluiting vastgehouden in de centrale gevangenis van Luanda. Zijn familie kreeg nog altijd geen toelating om hem te bezoeken of contact met hem op te nemen. Ook met een advocaat mocht hij niet spreken tot op 6 oktober, meer dan drie weken na zijn arrestatie.
Ondanks het feit dat hij door de slechte levensomstandigheden in de gevangenis diarree en maagklachten heeft opgelopen, heeft hij nog altijd geen toegang tot enige medische zorg gekregen.
Sinds kort is hij overgebracht naar een gewone cel, die hij moet delen met volwassenen, wat een aanfluiting is van de bescherming van minderjarigen. Zijn detentie is trouwens volgens de Angolese strafwetgeving compleet illegaal.
Want de wet bepaalt dat minderjarige jongeren niet in voorhechtenis mogen worden gehouden. Zijn advocaat vroeg begin oktober aan de procureur-generaal van de republiek om hem vrij te laten, maar heeft nog altijd geen antwoord gekregen.
Belediging van de republiek
Erger nog: Manuels advocaat heeft onlangs vernomen dat zijn cliënt officieel wordt beschuldigd van ‘belediging van de republiek en het staatshoofd’, een misdrijf op grond van artikel 25 van de nieuwe wet op de staatsveiligheid die sinds 2010 in Angola van kracht is. Nito Alves is de eerste die op basis van die wet wordt aangeklaagd.
De misdaad “belediging van de republiek of de president in openbare vergaderingen of door het verspreiden van woorden, beelden, geschriften of klanken” is strafbaar met maximaal drie jaar gevangenisstraf. Angolese en internationale mensenrechtenorganisaties vinden dit een flagrante schending van het recht op vrije meningsuiting.
Internationaal is Angola vooral bekend voor zijn enorme olierijkdom en zijn economische groeicijfers. Maar de sterk toenemende repressie tegen journalisten, activisten en iedereen die vreedzaam zijn recht op vrije meningsuiting wil uitoefenen, komt veel minder onder de internationale media-aandacht.
Toch toont de zaak-Nito Alves pijnlijk aan hoezeer de toestand van de mensenrechten in Angola is verslechterd. Als een 17-jarige jongen nu zijn zesde week in onwettige gevangenschap begint, stuurt een land een duidelijke boodschap naar iedereen, Angolese of buitenlandse bezoeker.
Als een T-shirt met een ‘foute’ boodschap een dergelijke bedreiging voor de staatsveiligheid vormt dat justitie haar eigen wetgeving aan haar laars lapt, dan biedt zo’n land geen enkele zekerheid meer dat de rechten van wie dan ook nog zullen worden gerespecteerd.
Leslie Lefkow
Leslie Lefkow is adjunct-directeur Afrika bij Human Rights Watch en volgt de toestand van de mensenrechten in Angola op de voet.
(vertaling uit het Portugees door Jan Van Criekinge)