Kaartje met aanduiding van de Turkse grensprovincie Hatay.
Reportage, Nieuws, Politiek, Turkije, Vluchtelingen, Etnische minderheden, Recep Tayyip Erdo?an, Islamisten, President Bashar al-Assad, Bashar al-Assad., Vrije Syrische Leger, Burgeroorlog Syrië, Alevieten, Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP), Gezi Park, Reyhanli, Hatay, Antakya, Antiochië, Ali Ismaïl Korkmaz, Ahmet Atakan, Abdullah Cömert -

Al vele maanden protestacties in Turkse Hatay

In het Turkse Antakya (Antiochië), de hoofdstad van de zuidoostelijke provincie Hatay, is een 22-jarige jongeman gedood tijdens een betoging. In mei en juni van dit jaar waren er in heel Turkije grote protestacties, maar in Antakya, dat dicht bij de Syrische grens ligt, zijn de protestmanifestaties al van vorig jaar bezig. De politie treedt uiterst gewelddadig op. Een reportage door Ludo De Brabander die er eind augustus twee weken rondreisde.

dinsdag 10 september 2013 17:00
Spread the love

De manifestanten beschuldigen de regering-Erdogan de maatschappij sluipend te islamiseren. Ook zijn ze niet te spreken over het oorlogsbeleid van de regering, die openlijk het Vrije Syrische Leger steunt in de burgeroorlog in buurland Syrië.

Maar ook lokale dossiers, zoals nu de geplande aanleg van een weg doorheen een universitaire campus, brengt de jongeren op straat. Er heerst een algemeen ongenoegen bij het Alevitische deel van de bevolking. De AKP-regering is kop van jut.

Hatay maakte als autonome oude ‘sanjak’ (bestuurlijke eenheid onder het Ottomaanse bestuur) tot 1939 deel uit van het toenmalig Franse mandaatgebied Syrië. Ankara slaagde er toen in om via demografische manipulaties een referendum te winnen waarna Hatay bij Turkije werd aangehecht.

De provincie is een ware smeltkroes van volkeren met naast Turkstalige Turken, Arabischtalige Alevieten (bijna de helft van de bevolking in de provincie), soennitische Arabieren, Grieken, Koerden, Joden en Armeniërs.

Oorlog in Syrië is dichtbij

De oorlog in Syrië laat de bevolking van Hatay, dat een lange grens deelt met Syrië, niet onberoerd. Veel leden van de grote Alevitische minderheid, die onderling in het Arabisch communiceren, hebben familieleden aan de andere kant van de grens. Tienduizenden Syrische vluchtelingen vinden er een onderkomen in de vluchtelingenkampen.

Sinds de grenzen dicht zijn, lijdt de lokale economie zware verliezen, een aantal ondernemingen heeft de deuren moeten sluiten. Het Vrije Syrische Leger, dat gesteund wordt door de AKP-regering van Erdogan, opereert er openlijk.

Een jongen in de grensstad Reyhanli vertelt me dat hij nog nooit eerder zoveel wapens heeft gezien. Hij woont op twee straten van de plaats die in april 2013 geraakt werd door een zware bomaanslag. Volgens officiële cijfers zijn daarbij 53 doden gevallen en vele honderden gewonden. Twee gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt. Nu verbergt een metalen hek de plek waar later een monument zal worden geplaatst ter ere van de doden.

De Alevitische bevolking heeft grote afkeer voor de Syrische oppositie en verdedigt doorgaans het regime van president Bashar al-Assad uit vrees voor een soennitisch-islamistische machtsovername.

De Alevitische eigenaar van een autoverhuurbedrijfje uit zijn ongerustheid: “Wat gaat er van ons worden als Assad verdwijnt? Erdogan voert een oorlogspolitiek. Als Assad valt dan vallen we te prooi aan de islamisten die de Alevitische cultuur willen onderdrukken”.

Zijn vrees is niet helemaal onterecht. Veel Alevieten zijn de slachtpartij tijdens een culturele bijeenkomst in Sivas op 2 juli 1993, waarbij 35 Alevitische intellectuelen werden vermoord, lang niet vergeten. Premier Erdogan schrikt er niet voor terug om zelf geregeld de sectaire kaart te trekken.

Amper drie dagen na de dubbele bomaanslag in Reyhanli van 11 mei 2013, wees Erdogan met een beschuldigende vinger naar Syrië en de pro-Syrische Turken (van Alevitische afkomst), die zich politiek doorgaans ter linker zijde bevinden in oppositie met de AKP-regering. Diverse linkse militanten werden opgepakt.

Een vriendin van de moeder van een van hen vertelt me dat hij zwaar wordt mishandeld. Advocaten die hem willen verdedigen, worden bedreigd. Een Turkse correspondent van CNN die ik in de provinciehoofdplaats Antakya ontmoet, vertelt me dat de autoriteiten kort na de aanslag de berichtgeving zwaar aan banden legden. Hij is een van de weinigen die er in slaagde om meteen na de aanslag met familieleden van de slachtoffers te spreken.

Hij uit zijn twijfels over de officiële versie van de feiten en vindt het verdacht dat de regering informatie achter de hand houdt. “Erdogan zegt dat er bewijzen zijn, maar geeft ze niet. Er zijn zoveel vragen die onbeantwoord blijven. Dit verhaal stinkt.”

Een hackerscollectief, Redhack, publiceerde documenten van de inlichtingendiensten van de Turkse gendarmerie waarin sprake was van geplande aanslagen door een antiregeringsgroepering in Syrië die gelinkt is aan Al-Qaeda. Maar dat spoor wordt duidelijk niet meer gevolgd. Dat zou de steun van de AKP-regering aan de Syrische oppositie verder in diskrediet brengen.

Politierepressie

In Antakya/Hatay heerst grote onvrede over de Syrië-politiek van de AKP-regering. De regering-Erdogan is een van de belangrijkste steunpilaren van het Vrije Syrische Leger. In eigen land beschuldigt de oppositie de AKP ervan een sluipende islamisering door te voeren.

Toen eind mei 2013 activisten het Gezi-park in Istanbul bezetten omdat Erdogan er een moskee en een shoppingcentrum wilde bouwen, was dat voldoende aanleiding om uit te groeien tot een landelijke protestbeweging die al gauw over veel meer ging dan de vernietiging van een park: de islamisering van de samenleving, het autoritair en gewelddadig optreden van de politie en de Syrië-politiek.

De politie zette waterkanonnen en traangas in. Er vielen in de eerste weken vijf doden en talrijke gewonden. De politie arresteerde honderden activisten die zware veroordelingen riskeren. Dertien van hen zitten drie maand later nog altijd achter de tralies in afwachting van hun proces. De manifestanten worden beschuldigd van ‘terroristische’ daden, oproepen tot separatisme of van het voeren van een gewapende opstand.

In de Alevitische wijk van Antakya blijven de demonstraties tot op vandaag doorgaan. Met de zopas gedode Ahmet Atakan (22) zijn nu al drie van de dodelijke slachtoffers van de manifestaties uit deze regio afkomstig.

Ali Ismaïl Korkmaz was het slachtoffer van een gruwelijke lynchpartij in Eski?ehir waar hij als student verbleef. Abdullah Cömert werd dodelijk getroffen door een traangasgranaat tijdens een van de vele betogingen in de wijk. Op de plaats van het gebeuren hangen spandoeken en portretten van de martelaars van de Gezi-betogingen.

Het lokale volkshuis (halkevi) coördineert de manifestaties, die steevast volgens hetzelfde scenario verlopen: een geweldloze optocht en sit-ins die uiteen worden gedreven met waterkannonnen en traangas, waarna de manifestanten brandende barricades opwerpen.

Hoewel de wijk zwaar getroffen wordt, kunnen de manifestanten op de steun rekenen van alle bewoners. Zij zorgen voor melk en citroen tegen het brandende traangas, werpen matrassen en allerlei huisgerei op straat om de barricades te versterken en zetten hun deuren open voor vluchtende demonstranten.

Alle bewoners die ik te spreken krijg, uiten hun woede over Erdogan en diens AKP die volgens hen uit is op de vernietiging van de seculiere Alevitische cultuur, net als die van de christenen, de Koerden en de andere minderheden in Turkije.

De solidariteit tussen de bewoners van de wijk is bijzonder groot. Op de veertigste dag na de dood van Ali Ismaïl Korkmaz nemen duizenden mensen deel aan een rouwbijeenkomst. De getroffen familie krijgt dagelijks mensen over de vloer die hun steun en sympathie uitspreken.

De muren van de gebouwen in de stad staan vol graffiti met politieke slogans en de namen van de slachtoffers. Straten worden naar de slachtoffers genoemd. De lokale media spenderen uren aan de betogingen en de repressie en brengen uitgebreide portretten van Korkmaz en de videobeelden die, onder druk van de publieke opinie, zopas zijn vrijgegeven.

De gouverneur van Hatay kondigde een jaar geleden een betogingsverbod af, maar daar is weinig van te merken. Ook mogen er geen persmededelingen meer worden verspreid die oproepen om te betogen.

Ludo De Brabander

Ludo De Brabander is stafmedewerker bij Vrede vzw in Gent.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!