Oblivion, After Earth, Elysium; de bioscopen worden de laatste maanden overspoeld met donkere, pessimistische toekomstverhalen. Voor de utopische, optimistische sciencefictionfilm is er in crisistijden duidelijk geen plaats meer. De toekomst is zoals het heden: genadeloos, duister, onheilslpellend, pijnlijk.
Daar waar de contemplatieve apocalyptische sprookjes van respectievelijk Joseph Kosinski en M. Night Shyamalan niet als subversief werden ervaren (omdat de verwoesting van de aarde er los staat van elk conflict) werd het tweede werkstuk van regisseur Neill Blomkamp (na District 9) in rechtse Amerikaanse kringen snel de meest gehate film van de zomer.
Sciencefiction socialisme
Tot een boycot kwam het net niet maar er werd wel fel campagne gevoerd tegen deze studiofilm die samen met The Smurfs 2, World War Z en The Wolverine voorbestemd was om de zomer box office aan te voeren. Elysium zou immers een politieke (lees: progressieve) film zijn en dat is in hersenloos entertainment minnende rechtse kringen behoorlijk ‘on-Amerikaans’.
De media droegen braaf hun steentje bij. Voor Newsmax was Elysium “zwaar-op-de-handse propaganda” en meer bepaald “Matt Damon’s Sci-Fi Socialism”. Fox News voerde wat graag Dan Gainor van het conservatieve Media Research Center op om te waarschuwen dat “dit slechts een van de vele recente Hollywoodfilms is die tracht om Occupy Wall Street plotlijnen in hun verhalen te weven”.
Er waren ook andere meningen – Rolling Stone omschreef de film als “hell-raiser with a social conscience” – en de reputatie van de even hilarische als hysterische rechtse commentatoren zou filmmakers moeten aanzetten om dergelijke kritiek schouderophalend verticaal te klasseren maar blijkbaar brak het angstzweet uit bij Blomkamp en zijn hoofdacteur Matt Damon.
Ze haasten zich om te stellen dat hun film geen (sociale) boodschap heeft, dat een popcorn summer movie vooral “a kick-ass movie with great action” wil zijn. Terwijl ze eerder heel andere geluiden lieten horen. Het geeft aan hoe groot de impact is van de rechtse media op de Amerikaanse filmindustrie en hoe fragiel de positie van filmmakers wel is. Zelfs al heten ze Blomkamp en Damon en al zijn ze buitenbeentjes zoals de in Zuid-Afrika geboren en in Canada wonende cineast en de dankzij de Bourne franchise ietwat vrijgevochten acteur.
Jammer, maar niet minder spijtig is het feit dat het ietwat foute verwachtingen creëert. Elysium mag dan wel (net als Blomkamps apartheidsparabel District 9 uit 2009) een resem interessante thema’s aansnijden – in tegenstelling tot de doorsnee Hollywood blockbuster die meer explosies en kogelinslagen dan ideeën en kritische reflecties telt – maar het is lang geen foutloze, laat staan baanbrekend subversieve, sciencefictionfilm.
De één procent in de ruimte
Toegegeven, het uitgangspunt is uitdagend. Het verhaal speelt in het jaar 2154, wanneer de rijkste inwoners de aarde ontvlucht zijn en leven in het vlakbij rondcirkelende ruimtestation Elysium. De Elysese velden waren bij de oude Grieken de verblijfplaats van de gelukzaligen en dat is in deze dystopische toekomst niet anders. Het cirkelvormige wereldje is zonnig, luxueus, netjes en comfortabel en biedt de bewoners medische apparatuur die oogt als een zonnebank en zorgt voor instant genezing in het geval van zware verwondingen, falende organen of fatale ziektes.
In scherp contrast hiermee staat de aarde. Die is geëvolueerd tot een soort onderwereld waar pollutie, ziektes, overbevolking, geweld en lawaai voor helse leefomstandigheden zorgen. De bewoners zijn ‘non-citizens’ (niet-burgers omdat ze niet zijn opgenomen in het systeem) die door hun status geen toegang krijgen tot het paradijs in de ruimte en de gezondheidszorg die voor burgers standaard is.
De vervuilde aarde is een politiestaat geworden waar gewapende robots met brutale repressie de arme niet-burgers in de pas dwingen. De struggle for life heerst ook in de door het conglomeraat Armadyne (dat ook betrokken is bij de constructie van Elysium) gerunde fabriek waar Max Da Costa (Matt Damon) bandwerk verricht. Deze ex-crimineel werkt er aan het fabriceren van de robots die de uitbuiting en onderdrukking in stand moeten houden.
Tot hij, na een ongeval veroorzaakt door een hels ritme zonder veiligheidsmaatregelen, radio-actief besmet geraakt en met nog maar 5 dagen te leven zijn prioriteiten herschikt. Van dan af heeft hij nog maar één doel: Elysium bereiken om zichzelf te genezen en tegelijk zijn jeugdvriendin Frey (Alice Braga) te helpen om haar doodzieke dochter overlevingskansen te geven.
Da Costa krijgt voor de gelegenheid een hoogtechnologisch, stalen exoskeleton aangemeten – geen pak maar een fusie van lichaam en materie, geest en computerchips – dat hem moet toelaten om op te boksen tegen een huurling die ‘illegale immigranten’ liquideert én tegen de fascistoïde (op IMF directrice Christine Lagarde geïnspireerde) Secretary of Defense Delacourt (Jodie Foster) die een staatsgreep plant om “onze vrijheden te beschermen”.
De autodestructieve actie van de nieuwbakken held tegen wil en dank vraagt offers maar opent de deur naar een meer menselijke samenleving met vrije en gezonde burgers. Aan het einde van het donkere sprookje is er een sprankeltje hoop.
De toekomst nù
“Ik vertel graag verhalen die gaan over onze samenleving,” zei Neill Blomkamp lang voor de controverse rond Elysium losbarstte, “zoals elk artiest ben ik beïnvloed door wat er zich rondom mij afspeelt. Een emotie die ik heb gevoeld of iets dat ik heb meegemaakt verzeilt op een of andere manier in mijn werk”.
Waarmee de cineast aangeeft dat zijn films over iets gaan maar eerder op een vinger-aan-de-pols manier dan op een prekerige wijze. “Er zitten elementen over de haves and have nots in de film,” geeft Blomkamp toe, “het gaat over de discrepantie in rijkdom die alsmaar groter wordt. Maar hopelijk zitten deze zaken kundig verweven in het verhaal waardoor het voelt als een organische sciencefiction thrill ride. Er worden thema’s aangeraakt maar op een realistische, totaal niet over-the-top manier”.
Thema’s zijn er inderdaad bij de vleet. Zo is er het belang van informatie en de reflex van de gevestigde orde om vrijheid van informatie als bedreiging voor ‘de veiligheid’ te beschouwen. Da Costa is gevaarlijk voor Delacourt omdat hij met in zijn hoofd gedownloade geheime informatie rondloopt. De link naar WikiLeaks en Bradley Manning is overduidelijk. Da Costa wordt opgejaagd maar het ware schandaal (Delacourts cynische repressie, corruptie en machtsstreven) blijft verborgen.
Elysium bevat nog andere interessante thema’s. Zoals de link tussen sociaal-economische ongelijkheid en repressie. Het bestaan van de elite die leeft op Elysium moet immers met intens geweld beschermd worden tegen een uitgebuitte massa die er van droomt de aarde te verlaten. De referenties naar de kloof tussen de 1% en de 99%, globale armoede, immigratie, duistere veiligheidsdiensten, contractors die meer weg hebben van huurlingen, afluisterpraktijken, bedrijfscorruptie en anti-democratische complotten zijn duidelijk.
Met een al even duidelijk pleidooi voor algemene gezondheidszorg, open grenzen, amnestie voor niet-burgers (lees: illegalen) en sociale mobiliteit flirt Elysium inderdaad met de Occupy-gedachte. “De film is een metafoor voor de wereld van vandaag” stelt Blomkamp terwijl Damon benadrukt dat het uitgangspunt niet vergezocht was: “Wanneer je kijkt naar het verschil tussen het onderste miljard mensen op de planeet aarde en de top 10 miljoen, dan is het contrast even sterk als tussen leven in een ruimtestation en leven in een stedelijke, derde wereld omgeving”.
We could be heroes
Tegen die achtergrond lijkt het wel of de 99% met Max Da Costa hun gedroomde superheld hebben gevonden, een (uiteindelijk) onzelfzuchtige strijder in een proletarische revolutie die via gezondheidszorg, vrijheid van informatie en burgerschap de loop van de geschiedenis wijzigt. Met behulp van flink wat wapengekletter.
Maar daar schuilt net de zwakte van de film. Blomkamp verbindt wel onrecht met woede (het fabrieksongeval van Max en de situatie van Frey zijn schrijnend) maar nooit met verzet. Max wordt vooral gedreven door overlevingsdrang wat zijn finale ommezwaai en offer weinig geloofwaardig maakt. Bovendien overstijgt hij net als alle andere personages (en vooral de booswichten) amper de karikatuur, waardoor zijn lot ons onverschillig laat en het slot eerder een nadrukkelijke metafoor dan een dramatische conclusie is.
De kern van het probleem is dat Blomkamps superheld nooit het niveau van de stripfiguur overstijgt en dat zijn wereld op geen enkel moment echt wordt omdat de realiteit steevast buiten beeld blijft. Max is een bordkartonnen held die meer opvalt door vernielzucht dan door rebellie, revolutionair bewustzijn of kritische visie.
Het gevolg is dat de aanval op het establishment gerund door de 1% het puberale niveau amper overstijgt. Max kan het niet laten om droids te treiteren (ook al houdt hij er een gebroken arm aan over) en zijn dissidentie bestaat vooral uit het ergeren van machtshebbers.
“I like to piss them off” laat Max zich trots ontvallen. Deze eeuwige puber heeft weinig van de rebel of de revolutionaire leider (zoals een nevenpersonage met Che-allure meer een gangster-nerd is) waardoor zijn verandering aan het slot van Elysium echt uit de lucht komt vallen en er van een principiële strijd voor democratische principes en mensenrechten nooit sprake is.
Wel van frustratie, militarisme (de superheld is een soort heroïsche marinier die sexy wapens hanteert) en individualisme, waarbij politiek verzet vervangen wordt door het opsteken van de middelvinger naar de elite. Niet wereldschokkend, weinig verontrustend en allerminst subversief.
De superheld van de 99% die Elysium lijkt op te voeren is er dan ook een op lemen benen. Een held op zoek naar visie, karakter en perspectief en naar een antwoord op de ongelijkheid en het onrecht waar deze blockbuster de vinger op legt. Maar niet meer dan dat.
Officiële tralier van de film: