China 3: De tijd van het geld
Nieuws, Cultuur, Recensie, China, Boekrecensie, China 3: de tijd van het geld -

‘China 3: De tijd van het geld’: stripvorm met autobiografische inslag

In het slotdeel van de autobiografische China-trilogie, 'China 3: De tijd van het geld', geeft Li Kunwu zijn visie op het moderne China.

dinsdag 23 juli 2013 13:45
Spread the love

De titel van het slotdeel van deze striptrilogie windt er geen doekjes om. Het China dat lange tijd een agrarisch en vervolgens een eerder bewogen industrieel land was, is sinds 1980 toegetreden tot de 20ste eeuw. Het kapitalisme heeft zijn intrede gedaan en daarmee ook een ongebreidelde drang naar rijkdom. 

Li Kunwu en zijn scenarist Otié knuffelen elkaar bijna dood in hun introducties. De jaren waarin ze aan hun drieluik werkten, waren slopend en intens. Zodanig zelfs dat Kunwu de lezer deelachtig maakt aan hun creatieproces door zijn alter ego samen met Otié in de strip te laten worstelen met bepaalde beslissingen inzake belangrijke verhaalwendingen.

Het opzet was dan ook niet mis: een geschiedenis van de meest bewogen decennia van het sterkst en snelst evoluerende land ter wereld weergeven in stripvorm met een autobiografische inslag.

Hoewel dit derde deel afzonderlijk gelezen kan worden, valt het toch moeilijk los te koppelen van de eerdere volumes, die hun aanvang namen bij de grote sprong voorwaarts van Mao.

Ondertussen zijn we dus in de jaren tachtig van de vorige eeuw aanbeland en heeft het oprukkende kapitalisme ontzettende spanningen doen ontstaan tussen de oudere generaties die de teloorgang van hun waarden en normen met lede ogen aanzien en de jonge generaties die dromen van macht en rivieren vol geld.

De auteurs beklemtonen dat hier een persoonlijke visie verteld wordt, gezien en beleefd vanuit de ogen van iemand die het meegemaakt heeft, eerder dan vanuit het standpunt van een onderzoeksjournalist.

Zo benadrukt Kunwu bijna verontschuldigend dat de gebeurtenissen op het Tiananmenplein in 1989 voor de Chinezen zelf minder ingrijpend waren dan voor de westerse ogen die dit beschouwden als dé omwenteling van de eeuw. 

Het is mooi dat de auteurs ons een blik van binnenuit willen gunnen op dit fascinerende land. Maar tegelijk knelt daar ook het schoentje. De impact van de politieke evoluties op de bevolking is zo groot en divers dat we begraven worden onder de anekdotes over de man in de straat. Daarbij missen we een gestructureerde blik die ons bij de hand neemt en de emoties van de mensen duidt.

Er wordt bijvoorbeeld met geen woord gerept over de schendingen van de mensenrechten, of over de corruptie in de hogere regionen van de politiek. Logisch, want de gewone man heeft daar geen zicht op. Maar evengoed fnuikt de anekdotische aanpak de emotionele impact.

We zijn ver verwijderd van een aangrijpende familiekroniek zoals die op poëtische wijze verteld wordt door Belle Yang in Zonder zorgen. En zo valt het relaas van Kunwu en Otié tussen twee stoelen: niet interessant en journalistiek genoeg om ons een blik te gunnen in de werkelijke omwentelingen die China in de tweede helft van de vorige eeuw meegemaakt heeft, maar ook niet persoonlijk genoeg om ons binnen te zuigen in de persoonlijke levenssfeer van de protagonisten.

Deze China-trilogie wil iets té graag een epos op mensenschaal zijn en eindigt in dat opzet net iets te zelfbewust en navelstaarderig. 

De volgende boeken zijn te koop in onze shop: China 1: De tijd van de vader, China 3: De tijd van het geld.

take down
the paywall
steun ons nu!