Op de Altiplano van Bolivia wordt traditioneel quinoa als gewas verbouwd (foto: Oxfam-Wereldwinkels).
Nieuws, Economie, Milieu, Bolivia, Oxfam Wereldwinkels, Peru, Duurzaam, Analyse, Quinoa, Handelsgewas, Internationaal jaar, Altiplano -

Het jaar van de quinoa: hoe duurzaam is het Andesgewas?

Het jaar 2013 werd door de VN uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Quinoa. Maar nu het Andesgewas steeds meer in trek is bij de Zuid-Amerikaanse middenklasse en in Europese keukens, rijzen er vragen bij de duurzaamheid van de quinoateelt in de Andes. Quinoa zou onbetaalbaar geworden zijn voor arme Bolivianen en Peruanen en een bedreiging vormen voor het lokale leefmilieu. Beter geen quinoa op je bord?

donderdag 14 maart 2013 15:00
Spread the love

Het was de Boliviaanse president Evo Morales die de VN voorstelde om 2013 tot het Jaar van de Quinoa uit te roepen. Niet zo verwonderlijk want Bolivia is wereldwijd de belangrijkste producent van het gewas.

“De inheemse bevolking van de Andes heeft quinoa traditioneel beschermd en behouden als voedsel voor de huidige en toekomstige generaties, dankzij haar eeuwenoude kennis en teeltpraktijken, in harmonie met de natuur”, klinkt het bij de VN. De VN onderstreept ook de waarde van quinoa voor armoedebestrijding en voedselzekerheid wereldwijd.

Astronautenvoedsel

Volgens de FAO, de Wereldvoedsel- en Landbouworganisatie, is quinoa – een gewas verwant aan spinazie – de enige plant die alle essentiële aminozuren en vitaminen bevat. Twintig jaar geleden al bejubelde de NASA quinoa als het astronautenvoedsel bij uitstek, merkt The Guardian op, omdat het zo compact en enorm voedzaam is.

Tot voor kort was quinoa nochtans een exotische rariteit in westerse keukens. Het gewas werd generaties lang bijna uitsluitend geteeld en gegeten door gemeenschappen in de hoogvlakten van Bolivia en Peru en in mindere mate Ecuador.

Maar de laatste jaren leerde de hele wereld quinoa eten. In Peru, waar de rijkere klassen traditioneel neerkeken op quinoa als voedsel voor de allerarmsten, steeg de productie van gemiddeld 7.000 ton per jaar in de jaren 80 tot maar liefst 42.500 ton in 2011. In de restaurants van Lima is het pseudograan vandaag een gegeerde luxe.

Op haar beurt verdiende Bolivia in 2011 64 miljoen dollar met de export van quinoa, een stijging van 36 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.

Niet alleen in de Andeslanden is quinoa hot. Vooral in Europa en de VS neemt de vraag toe. Daardoor stijgen de prijzen en breidt de productie in de Andes zich steeds verder uit. Quinoa is een cash crop geworden: een handelsgewas, onderworpen aan de wetten van de wereldeconomie. Daar knelt het schoentje, want de ‘boom’ van quinoa blijft niet zonder gevolgen in de Andes.

Half-woestijn

Door de hoge prijzen van de jongste jaren is het voor producenten rendabeler geworden om quinoa te exporteren dan het gewas voor eigen consumptie te telen. Leo Ghysels van de Zuiddienst van Oxfam-Wereldwinkels legt uit: “Quinoa was altijd al een vrij duur product, vooral wegens de lage opbrengst. Het werd door de bevolking van de Boliviaanse hoogvlakte traditioneel geteeld als onderdeel van hun overlevingslandbouw. Het overschot werd in de stad verkocht.”

“Kleine producenten consumeren vandaag zelf nog steeds quinoa, maar het verbruik is voor het grootste deel verschoven naar de stedelijke middenklasse: die kan het zich permitteren. Daarnaast is er vandaag de export naar onder andere de VS en Europa. Die export brengt de boeren meer geld op dan andere teelten zoals aardappelen en gerst of bonen.”

Op ecologisch vlak zorgt de expansie van de quinoateelt voor grote uitdagingen. “Door de impuls van de export zit het fragiele ecosysteem van de hoogvlakte aan zijn productielimiet”, zegt Ghysels. “Vaak heeft het die grens al overschreden. Quinoa wordt geteeld in een half-woestijn, waar amper neerslag valt. Zonder maatregelen dreigt quinoa – uit de Andes – allesbehalve duurzaam te blijven.”

Bovendien gaat quinoa, door de expansie van de laatste jaren, steeds meer ten koste van lamateelt, een andere belangrijke bron van inkomsten op de altiplano. Er blijft minder weidegrond over voor de dieren en daardoor is er ook een gebrek aan biologische mest.

“Boeren die biologisch gecertificeerde quinoa willen telen, staan daardoor voor een dilemma”, legt Ghysels uit. “Als ze hun biologische certificering willen behouden, mogen ze geen kunstmest gebruiken.”

Quinoa wordt ook steeds meer in andere gebieden geteeld. “In Ecuador wordt quinoa op veel lagere hoogte ingezaaid”, zegt Ghysels. “Daardoor heb je meer opbrengst, zonder de watervoorraden uit te putten.” Ook in westerse landen zoals de VS, Canada, Australië en Frankrijk wordt ondertussen al geëxperimenteerd met bepaalde quinoa-variëteiten.

Op zoek naar alternatieven

Moeten we quinoa uit de Andes – nota bene in dit Internationale jaar – uit ons bord bannen? Zo’n vaart hoeft het niet te lopen, volgens Ghysels.

“Het gaat er niet over dat de quinoateelt goed of slecht is, maar dat door de grote vraag de teelt complexer is geworden en dat er nood is aan oplossingen, zoals andere, minder kwetsbare teeltgebieden en meer organisch materiaal”, aldus Ghysels.

“Enerzijds is quinoa een zeer kwalitatief en gezond voedingsproduct, maar de productie ervan in de Andes kan je steeds moeilijker duurzaam noemen. We mogen onze ogen niet sluiten voor die problematiek. Bij Oxfam-Wereldwinkels volgen we de kwestie zorgvuldig op. Anderzijds biedt de wereldwijde vraag naar quinoa enorme economische perspectieven aan een vijftiendduizendtal arme boeren in Bolivia.”

Oxfam-Wereldwinkels verkoopt biologische fairtrade-quinoa, die ze aankoopt van een coöperatie uit de zuidelijke Bolivaanse hooglanden.

Om de quinoateelt in de Andes duurzamer te maken, is er nood aan aanvullende economische alternatieven, benadrukt Ghysels. Een mogelijke oplossing schuilt volgens hem in de herwaardering van de lamateelt. Lama’s zorgen immers voor vlees én biologische mest.

“Het is te hopen dat de inheemse gemeenschappen de vruchten kunnen blijven plukken van het gewas dat ze generaties lang gekoesterd hebben”, besluit Ghysels. “Het is ook te hopen dat het niet de grote spelers zijn die met de winst aan de haal gaan.”

Wies Willems

Wies Willems werkt als redacteur bij Oxfam-Wereldwinkels.

take down
the paywall
steun ons nu!