Bij een rondvraag in 2008 in Vélingara, een stad in het zuiden van Senegal, sprak bijna 60 procent van de oudere vrouwen zich uit voor de vrouwenbesnijdenis. Toen de ngo Het Grootmoederproject in 2011 dezelfde vraag stelde, was 93 procent van deze groep plots tegen de ingreep.
“We willen af van dit gebruik. Vrouwenbesnijdenis geeft aanleiding tot bloedingen en kan zelfs de dood als gevolg hebben”, verklaart Fatoumata Sabaly, een zestiger in het Senegalese dorp Kael Bessel die het onderwerp openlijk bespreekt met haar vrienden.
Het Grootmoederproject hielp op regelmatige basis vergaderingen organiseren in een dertigtal dorpen rond Vélingara, waarbij mensen konden discussiëren over kwesties uit de lokale tradities. Bijzondere aandacht ging naar “koyan”, het overgangsritueel waar vrouwelijke genitale verminking mee geassocieerd wordt.
Taboe
Religieuze leiders, stamhoofden, lokale ambtenaren, jongeren en ouderen nemen allemaal deel aan de gesprekken. Zo kunnen ze openlijk praten over hun culturele gebruiken.
“Aangezien besnijdenis meer nadelen dan voordelen heeft, zien mensen er geleidelijk aan van af”, zegt Falilou Cissé, adviseur van Het Grootmoederproject in Vélingara. “Mensen zijn er zelf mee gestopt. We hebben het hen nooit gevraagd”, benadrukt ze.
De vergaderingen spitsen zich toe op de educatieve rol die grootmoeders in de Afrikaanse samenleving hebben, maar helpen ook het taboe doorbreken dat nog steeds rust op onderwerpen zoals vrouwbesnijdenis.
Geen religieuze verplichting
“Persoonlijk was ik voor besnijdenis, zoals vele mensen, maar de publieke discussies hebben me van gedacht doen veranderen. In onze cultuur zijn er waarden die we moeten behouden en andere die we moeten laten vallen”, gelooft Abdoulaye Baldé, imam van een moskee in Vélingara.
Dankzij Baldé weten mensen rond Vélingara nu dat vrouwelijke genitale verminking geen religieuze verplichting is voor moslims. Het betrekken van opinieleiders heeft een zeer grote impact gehad op het standpunt van grootmoeders over besnijdenis.
Boubacar Bocoum, een Malinese consultant die vrouwelijke genitale verminking in verschillende landen heeft bestudeerd, put hoop uit de ervaring in Vélingara dat het gebruik definitief kan verdwijnen in West-Afrika.
“Meestal gaat alle aandacht naar diegenen die besnijden, terwijl het eigenlijk een probleem van de hele gemeenschap is. Als slechts een deel van de gemeenschap ermee ophoudt, blijft vrouwenbesnijdenis bestaan”, meent hij.
Volgens een rapport van Plan International uit 2006 worden bijna alle vrouwen in Guinee, Sierra Leone en Mali besneden. In Niger en Ghana blijft het gebruik beperkt tot bepaalde regio’s.