Vanaf 27 november vindt in de hoofdstad van Qatar de zoveelste cruciale klimaatconferentie plaats. In het Zuid-Afrikaanse Durban werd eind vorig jaar beslist om tegen 2020 een nieuw mondiaal klimaatregime toe te passen. Dit akkoord moet rekening houden met de nieuwe verhoudingen tussen de ontwikkelde landen enerzijds en de ontwikkelingslanden anderzijds.
Landen zoals Brazilië, China of Maleisië maakten sinds Kyoto ’97 een enorm snelle groei door. Ze ontpopten zich tot regelrechte hoofdrolspelers in de wereldeconomie. Maar hun regeringen gingen ook hun recht op economische ontwikkeling, lees ‘industriële vervuiling’, opeisen.
Ze argumenteren dat de ontwikkelde landen al decennialang het klimaat verzieken. Europa, Noord-Amerika en Japan moeten dus meer inspanningen doen dan een ontwikkelingsland met een vergelijkbare CO2 uitstoot. Dit is het zogenaamde ‘Equity-principe’: een ‘billijke’ oplossing door een gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid. Over de concrete invulling van wie binnen 8 jaar welke steentjes moet bijdragen, wordt nu onderhandeld.
Vraag is of het tegen 2020 al niet te laat zal zijn om het tij te keren. Kumi Naidoo: “Voor sommigen is het nu al te laat. Het klimaat heeft lak aan ellenlange onderhandelingen. Elk jaar sterven duizenden mensen als gevolg van klimaatproblemen in hun land. In Darfur bijvoorbeeld, zorgt de extreme droogte voor conflicten om drinkbaar water en creëert ze een humanitaire ramp.”
Ook Quamrul Chowdhury weet hoe onrechtvaardig de klimaatcrisis is. Zijn thuisland Bangladesh hoort bij de 48 minst ontwikkelde landen ter wereld, maar wordt al jaren geteisterd door de gevolgen van de opwarming van de aarde. “Op 20 jaar tijd is de jaarlijkse neerslag bijna verdubbeld, met orkanen, overstromingen en landverschuivingen tot gevolg” zegt Chowdury. “Sinds 2003 heeft het water al 32.000 km2 land overspoeld en 16 miljoen mensen dakloos gemaakt. In 2007 heeft de cycloon Sidr alleen al voor $1,6 miljard schade aangericht.”
“De kosten zullen elke dag enkel stijgen; daarom geen uitstel van concrete klimaatacties,” vult Naidoo aan. Dat zegt ook Nicholas Stern, voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank; en hem kan je moeilijk verdenken van klilmaathysterie. Desondanks geven regeringen wereldwijd voorrang aan economische noodmaatregelen en dragen ze voorlopig nog niet bij tot de climate funds.
In die fondsen zou er vanaf 2020 €100 miljard per jaar verzameld moeten worden. Dat geld dient onder meer om de schade te herstellen die veroorzaakt wordt door de gevolgen van de klimaatverandering. Maar een groot deel is ook bedoeld om ons wereldwijd economisch systeem te hervormen.
Naidoo: “Nooit eerder was er zo weinig vertrouwen in de financiële markten als nu. De tijd lijkt ons rijp om een alternatief, duurzaam model op te bouwen. Economische macht moet anders worden verdeeld en de financiële markten moeten veel transparanter worden. Alleen zo kunnen we overstappen naar een economie die haar natuurlijke rijkdommen duurzaam gebruikt, rechtvaardige lonen garandeert voor iedereen en bewust nadenkt over welke innovaties echt nuttig zijn voor het gros van de mensen.”
Jan Ockerman