Bij de bloedige confrontatie tussen stakende mijnwerkers van de Lonmin-platinamijn en de Zuid-Afrikaanse oproerpolitie vielen donderdag 16 augustus meer dan 30 doden en vele tientallen gewonden. (foto: Mail & Guardian)
Nieuws, Afrika, Economie, Politiek, Vakbonden, Staking, Zuid-Afrika, ANC, Mijnbouw, Arbeidersbeweging, Jacob Zuma, Politierepressie, NUM, Analyse, Rustenburg, Platinamijn, Association of Mining and Construction Union (AMCU), COSATU, Lonmin, National Union of Mineworkers (NUM) -

Zuid-Afrikaanse politie schiet meer dan 30 mijnwerkers dood bij Lonmin-platinamijn

Donderdag 16 augustus wordt een bloedige dag in de postapartheidgeschiedenis van Zuid-Afrika. De politie schoot bij hevige rellen tientallen stakende mijnwerkers dood bij de Lonmin-platinamijn in Marikana, een stadje in de regio Rustenburg op 100 km van Johannesburg. Het al lang aanslepende conflict over arbeidsvoorwaarden en lonen culmineerde in een ongeziene machtsstrijd tussen vakbonden, mijndirecties en de lokale ANC-autoriteiten.

vrijdag 17 augustus 2012 18:55
Spread the love

De voorlopige tol van de zwaarste politierepressie bij sociale onrust sinds het einde van de apartheid in 1994 staat op 34 doden en 78 zwaargewonden, zo meldde een woordvoerder van de Zuid-Afrikaanse politie vrijdagmiddag. Een cijfer dat ongetwijfeld nog zal oplopen wanneer alle lichamen van doodgeschoten mijnwerkers zijn gevonden en geïdentificeerd.

Zuid-Afrika verkeert in shock. Het parlement komt vrijdag in Kaapstad in spoedzitting samen. Over de verantwoordelijkheid van het bloedbad zal nog een aardig robbertje worden uitgevochten. Een vergelijking met de brutale politierepressie ten tijde van de apartheid wordt vlug gemaakt (“een nieuw Sharpeville”, vonden commentatoren al), maar wat is er echt aan de hand?

Wilde staking van 3.000 mijnwerkers van Lonmin-platinamijn

Eerder deze week viel al een tiental doden (onder wie twee politiemensen, twee agenten van een privébeveiligingsdienst en zes mijnwerkers) bij gewelddadige confrontaties van stakende mijnwerkers onderling en bij het erg omstreden optreden van de lokale veiligheidsdiensten daarbij.

Sinds vrijdag 10 augustus zijn meer dan 3.000 mijnwerkers van de Lonmin-platinamijn in Marikana begonnen aan een wilde staking om hogere lonen en betere levensomstandigheden voor hun gemeenschappen te eisen. De Lonmin-mijn, eigendom van een Britse mijngroep, was de laatste die aan de beurt kwam in een lange reeks van stakingen en protesten in de regio.

Lonmin produceert 12 procent van de wereldwijde platinaproductie. Door de staking had de directie laten weten een productieverlies van 15.000 ounces te lijden. Op de London Stock Exchange ging het aandeel van Lonmin deze week al met 13 procent naar beneden. 

Dinsdag had de Lonmin-directie laten weten dat alle stakende mijnwerkers zouden worden ontslagen als ze ten laatste vrijdagmorgen niet terug aan de slag waren.

Woensdag waren 3.000 stakende mijnwerkers en hun sympathisanten, gewapend met machetes en traditionele wapens, samengekomen op een heuvel in de buurt van de mijn. Zij weigerden het terrein te verlaten zolang de directie geen toezeggingen deed over forse loonsverhogingen, betere woningen en sociale voorzieningen.

Volgens sommige bronnen eisten ze een loonsverhoging tot 12.500 rand per maand (ongeveer 1.250 euro), terwijl het gemiddelde loon in de platinamijnen momenteel rond de 4.000 rand (400 euro) per maand schommelt, tenminste voor wie een vast contract heeft.

“Today is unfortunately D-day”

Op het ultimatum om opnieuw aan het werk te gaan, wilden ze niet ingaan. In de Zuid-Afrikaanse pers bestond de indruk dat de vakbonden de controle hadden verloren over de stakende mijnwerkers. De overheid had een indrukwekkende politiemacht van 3.000 zwaarbewapende manschappen naar de mijnterreinen gestuurd, ondersteund door hondenbrigades, helikopters, paarden en waterkanonnen. Toch zei de Zuid-Afrikaanse minister van mijnbouw woensdagavond nog dat alles rustig was en dat een confrontatie zou kunnen worden vermeden.

Donderdagmorgen echter klonk het bij politiewoordvoerder Dennis Adriao al heel wat dreigender: “Today is unfortunately D-day”. Een ultiem overleg met vakbondsleider Joseph Mathunjwa had niets opgeleverd. Hij had ervoor gewaarschuwd dat als de politie het terrein zou proberen in te nemen er een bloedbad zou volgen.

“Wij gaan niet weg. Wij zijn bereid om desnoods hier te sterven!” En zo gebeurde donderdagmiddag … Volgens de politie reageerde ze alleen uit ‘wettige zelfverdediging’ omdat ze werden aangevallen met wapens door de mijnwerkers.

De beelden van de confrontatie met de oproerpolitie roepen herinneringen op aan de donkerste tijd uit de apartheid, alleen zijn de bevelvoerende officieren nu ook zwart en beschikken ze over de modernste en dodelijkste uitrusting voor ordehandhaving.

De balans is dan ook bijzonder zwaar en zal nog lang sporen nalaten in de politiek en samenleving. Het blazoen van president Zuma is er door aangetast, wat zijn herverkiezing als ANC-leider in december in gevaar zou kunnen brengen. Binnen het ANC woedt al een hele poos een machtsstrijd tussen diverse ideologische facties.

Lange reeks van stakingen in platinamijnen

De platinamijnen deden tot voor kort gouden zaken in Zuid-Afrika omdat de vraag naar platina wereldwijd fors toenam. De mijnen in de regio Rustenburg ten noordwesten van Johannesburg zijn zowat de belangrijkste producenten van platina ter wereld.

Platina (Pt) wordt onder meer gebruikt in de katalysator van auto’s en andere hightech toepassingen. Zuid-Afrika is goed voor 80 procent van de wereldproductie. Begin dit jaar is de prijs ervan op de wereldmarkt met nog ruim 7 procent in waarde gestegen, maar de laatste maanden kelderde de prijs als gevolg van de economische crisis. Sommige mijndirecties hebben al mijnwerkers ontslagen om kosten te besparen.

Sinds januari van dit jaar waren er al constant stakingen in de platinamijnen van Rustenburg. De arbeiders met een vast contract, die het zwaarste en gevaarlijkste werk leveren, namelijk de rotswand in de mijn loshakken, de zogenoemde rockdrill operators (RDO’s in het jargon), vonden dat zij recht hadden op een extra bonus, wat niet voorzien was in de collectieve arbeidsovereenkomst die in oktober 2011 voor de mijnsector was overeengekomen.

Om aan de groeiende vraag op de wereldmarkt te kunnen voldoen, zijn de mijndirecties ook meer en meer uitzendkrachten gaan aantrekken die tegen veel lagere vergoedingen moeten werken en niet aangesloten zijn bij de traditionele vakbond van de mijnwerkers, de National Union of Mineworkers (NUM), die lid is van COSATU, de algemene vakbondskoepel die sinds de strijd tegen de apartheid historisch deel uitmaakt van het regerende ANC.

Tussen vakbond en regering-Zuma lopen de belangen zeer zeker niet parallel, maar vooral de kloof tussen de militante vakbondsbasis en de top van COSATU heeft al vaker tot grote wrijvingen geleid, zeker nu in de loop van dit jaar zowel COSATU als ANC een nieuw bestuur kiezen en de kiescampagne op volle toeren begint te draaien.

Bittere machtsstrijd tussen vakbonden

Nog deze week, vlak voor de dramatische gebeurtenissen van donderdag in Marikana, erkende de COSATU-top “dat ze beter naar de terechte verzuchtingen van de basis zou moeten luisteren”. COSATU heeft de laatste jaren dikwijls de kaart getrokken van de nationalisering van de mijnbouwsector, terwijl de basis vooral bekommerd is om de slechte levensomstandigheden waarin de grote meerderheid van de Zuid-Afrikanen moet overleven, zelfs 18 jaar na het einde van de apartheid.

Tegen deze achtergrond speelt zich een bittere machtsstrijd af tussen de NUM en een nieuwere, alternatieve vakbond, de Association of Mining and Construction Union (AMCU), die zich veel radicaler opstelt tegenover de ANC-regering en daardoor fors aan aanhang wint bij de laagst betaalde mijnwerkers en de bewoners van de armzalige townships.

Die zien in de NUM te veel een verlengstuk van de ANC-regering die bovendien zoete broodjes zou bakken met de mijndirecties. Nochtans heeft de NUM altijd de belangen van alle mijnwerkers verdedigd, ook bij de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de mijnsector die 2011 werden afgesloten.

Zeker in de platinamijnen verliest de NUM de laatste jaren echter constant leden, vooral ten gunste van de AMCU die met agressieve ledenwervingscampagnes invloed probeert te winnen. Volgens de Zuid-Afrikaanse arbeidswetgeving moet een vakbond minstens 50 procent van de werknemers vertegenwoordigen om door de directie als gesprekspartner bij onderhandelingen te worden erkend. Voor het eerst sinds het einde van de apartheid zakt de NUM onder dit strategische cijfer in de platinamijnen en dat doet de zenuwachtigheid en onderlinge rivaliteit alleen maar toenemen.

‘Politieke vervuiling’ is hoofdoorzaak van slechte woon- en levensomstandigheden

Dinsdag had de Bench Marks Foundation nog een nieuw rapport openbaar gemaakt over de levensomstandigheden van de gemeenschappen in de buurt van de platinamijnen van de Rustenburg-regio. Het rapport is een opvolging van een gelijkaardige studie uit 2007. Toen al bleken de woonomstandigheden bijzonder slecht te zijn.

David van Wyk, een onderzoeker aan de North West University en mede-auteur van het rapport, schrijft de belangrijkste problemen toe aan wat hij ‘politieke vervuiling’ noemt: de nauwe band tussen lokale ANC-politici en hun directe familieleden en het management van de mijnen. “Zij zijn meer bekommerd om hun financiële belangen als aandeelhouders, dan in het welzijn van hun gemeenschappen”, is zijn harde conclusie.

De studie heeft zes mijngroepen doorgelicht en voor elk aanbevelingen geformuleerd om de levensomstandigheden van de gemeenschappen die van de mijn afhankelijk zijn, te verbeteren. Lonmin komt als slechtste uit de bus. “De werknemers wonen vaak nog in informele shacks (krotten), zonder de minste basisvoorzieningen. Bij ons laatste bezoek had een gemeenschap zelfs al een maand geen stroom meer en in een andere Lonmin-township was het rioleringssysteem compleet verstopt waardoor allerlei ziekten konden uitbreken”.

Dubbele verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid ligt dubbel: niet alleen de mijndirectie schiet zwaar te kort, maar ook corrupte lokale ANC-bestuurders zouden geld van de centrale overheid achterover drukken in plaats van het te gebruiken voor de verbetering van hun gemeenschap.

Vrouwelijke werknemers van Lonmin werden bovendien geconfronteerd met seksuele voorstellen wanneer ze voor een job solliciteerden bij de rekruteringsfirma’s. Buitenlandse werknemers (vooral Mozambikanen) worden het mikpunt van xenofobe discriminatie. Kortom, de platinamijnen zijn meer dan ooit een kruitvat dat op ontploffen staat. Misschien kan het onderzoek naar het bloedbad van donderdag het regeringsbeleid wat in de goede richting bijsturen?

take down
the paywall
steun ons nu!