“We blijven bij zowel de regering als de burgers van Bahrein benadrukken dat het van groot belang is samen te werken om de oorzaken van wantrouwen weg te nemen en verzoening te bereiken”, zei de woordvoerder van president Barack Obama, Jay Carney, gisteren (woensdag) in een geschreven verklaring.
In de verklaring wordt ook de zorg uitgesproken over het lot van de gevangen activist Abdulhadi al-Khawaja en er wordt een dringend beroep gedaan op de regering van Bahrein om die zaak op te lossen.
Hoewel het erop lijkt dat de verklaring is uitgegeven vanwege de groeiende druk van mensenrechtenorganisaties die willen dat Obama zich direct bemoeit met de zaak-Khawaja, spreekt er ook toenemende zorg uit over het geweld tussen de veiligheidstroepen en hoofdzakelijk sjiitische jongeren in en om de hoofdstad Manama.
Bahrein ligt ten opzichte van Iran op een strategische locatie in de Golf en is de thuishaven van de Amerikaanse Vijfde Vloot.
Stille diplomatie
Op 17 april komt mensenrechtenorganisatie Amnesty International met een rapport over de situatie in Bahrein. De datum 17 april is gekozen omdat in het weekend daarop de Formule 1 Grand Prix in Bahrein gepland staat. Demonstranten in Bahrein eisen een boycot van de Formule 1-race. Vorig jaar werd de Grand Prix al afgelast.
Maandag raakten zeven politieagenten gewond toen een bom ontplofte op het moment dat demonstranten zich verzamelden. Zij wilden protesteren tegen de weigering van de autoriteiten om te voldoen aan een Deens verzoek tot uitlevering van Khawaja voor medische behandeling.
Het geweld in Bahrein is aangezwengeld door de Arabische Lente, die eerder onder meer in Egypte en Tunesië leidde tot de val van het regime. In maart vorig jaar braken protesten uit tegen de soennitisch-islamitische monarchie in Bahrein, die steun krijgt uit Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. De overheid pakte de voornamelijk sjiitische demonstranten hard aan.
De regering-Obama heeft zich publiekelijk uitgesproken voor democratische hervormingen in het land, totdat Saoedi-Arabië intervenieerde en daarmee de harde lijn van de regering ondersteunde.
Sindsdien heeft Washington zijn toevlucht genomen tot meer “stille diplomatie”. Daarmee zouden de VS de positie willen versterken van de meer hervormingsgezinde kroonprins Salman bin Hamad bin Isa al-Khalifa, die vorig jaar juni een ontmoeting had met Obama in het Witte Huis.
Washington is vooral bezorgd dat gebrek aan democratische hervormingen ertoe zal leiden dat de sjiieten, die naar schatting 60 tot 70 procent van de Bahreinse bevolking uitmaken, radicaliseren en steun zoeken bij Iran.