Birma liet woensdag tweehonderd van de bijna tweeduizend politieke gevangenen vrij. Onder hen komiek Ko Thura, beter bekend als Zarganar, en arbeidsrechtenactivist Su Su Nway. Beiden hadden de regering meermaals op de korrel genomen en zaten lange gevangenisstraffen uit.
De Verenigde Staten en de Europese Unie, de grootste pleitbezorgers van economische sancties, zien de vrijlating als een keerpunt na tientallen jaren van militaire repressie in het Zuidoost-Aziatische land.
Thein Sein
Thein Sein, een voormalige generaal, nam eind maart het roer over in Birma. Daarmee kwam een eind aan bijna vijftig jaar militair bewind.
Volgens de Birmaanse historicus Thant Myint-U zijn de huidige hervormingen niet het gevolg van de sancties. “De historische hervormingen vinden plaats ondanks, niet dankzij de sancties. Ze vinden niet plaats door de buitenlandse druk maar doordat iedereen, ook de elite, zich er steeds meer van bewust is dat Myanmar de 21ste eeuw moet binnengaan.”
Washington legde als eerste sancties op. Dat gebeurde in 1988, toen het militaire regime straatprotest bloedig onderdrukte en meer drieduizend activisten doodde. Onder meer investeringen, financiële hulp en import van Birmaanse producten werden teruggeschroefd. De Europese Unie volgde in 1996. De sancties waren gericht tegen de bezittingen van meer dan duizend Birmaanse bedrijven. Militairen en hun aanhangers kregen geen visa meer.
Bevolking getroffen
De sancties hebben vooral de bevolking getroffen, zegt Zaw Oo, een Birmaans econoom die in Thailand werkt. De opkomende kledingsector ging ten onder. In 2000 waren er nog 210 kledingfabrieken, die vooral voor de export werkten en bijna 120.000 mensen tewerkstelden. Vandaag blijven er nog maar 130 fabrieken over, goed voor 50.000 banen.
“De kledingfabrieken werden geviseerd door de Amerikaanse sancties”, zegt Zaw Oo. “De mensen die hun baan kwijt raakten, hadden niet de middelen of mogelijkheden om een alternatief inkomen te vinden. De Amerikaanse regering had die mensen moeten helpen in plaats van straffen. De grote vissen in het land werd niet geraakt door de sancties. Zij hebben kunnen overleven, en het regime kon de laatste tien jaar zijn economie aanzwengelen dankzij de export van aardgas.”
Ook de ontwikkelingshulp daalde. Er komt nog ongeveer 3 euro humanitaire hulp per inwoner binnen. Het naburige Laos krijgt 50 euro, Cambodja 33 euro.
Sancties opheffen
“Het wordt tijd om op een veel gedetailleerder en genuanceerder manier over de effectiviteit van de sancties te praten”, zegt David Scott Mathieson, Birma-onderzoeker voor Human Rights Watch. “De VS, de EU, Australië en Canada zouden moeten bespreken welke sancties kunnen worden opgeheven door de hervorming en welke behouden kunnen blijven om zeker te zijn dat de mensenrechtenschendingen stoppen. Het zou dwaas zijn om alle sancties op te heffen als gevolg van de veranderingen. We hebben het hier nog steeds over een ongelooflijk brutaal, tegendraads en geïsoleerd regime.”