“Het is heel ontnuchterend voor Japanners, het verteert ons”, zegt Yoshiaki Kawata, een onderzoeker in rampmanagement aan de Kansai-universiteit. “De vernietiging is een harde les over de kwetsbaarheid van de economische en technologische macht die we hebben opgebouwd.”
Techniek en economie kunnen rampen niet altijd voorkomen. “We hebben miljoenen dollars besteed aan hogesnelheidstreinen die mensen met enorme snelheden het hele land door kunnen brengen. Maar absolute veiligheid kunnen ze niet bieden”, zegt Kawata.
Ruïnes van 1945
De nasleep van de aardbeving, de tsunami en de kernramp die zich nu voltrekt, brengt de herinneringen aan de rokende ruïnes van 1945 weer naar boven, die waren weggezakt door het “economische wonder” waardoor het land binnen veertig jaar de tweede economie van de wereld werd – totdat China vorig jaar die plek overnam. Dit naoorlogse model vertoont nu scheurtjes.
Een van de meest uitgesproken critici van dat model is Shigenobu Hattori, een voormalig nucleair bouwkundige die in de jaren zeventig voor de regering aan het nucleair beleid werkte. Hij was boos en gefrustreerd, zegt hij, toen zijn onderzoek naar kleinere en veiliger reactoren werd afgewezen.
“De grote bedrijven vertelden me dat ze geen geld hadden voor mijn onderzoek omdat dat niet paste in hun grote plaatje van grote dure centrales die veel stroom zouden opwekken. In de economische vooruitgang waren bedrijfswinst en nationale trots belangrijker dan menselijke veiligheid.”
Nu staat de telefoon roodgloeiend. “Bedrijven willen nu weer met me praten. Het is een teken van verandering. Een nederiger en langzamer tempo moet onze gids zijn als we weer gaan opbouwen.”
Slaafse middenklasse
De ramp heeft een deuk veroorzaakt in het onwankelbare respect voor experts die economische groei beloofden, zegt journaliste Haruko Watanabe. “Tientallen jaren van naoorlogs vertrouwen hebben gezorgd voor een hardwerkende, dociele middenklasse die zich gedraagt als slaaf voor topbedrijven”, zegt ze, “maar er ontstaat nu een heel ander beeld.”
Waar de media nu vooral over berichten, zijn de mannen en vrouwen in Tohoku die met geduld en zelfopoffering voor de zieken zorgden, voedsel deelden en elkaar onderdak boden. En over de vierhonderd medewerkers van Tepco die dag en nacht zwoegen, op een minimaal rantsoen van water, gedroogde rijst en blikjes kip, om de kerncentrale onder controle te houden, ook al lopen ze veel meer straling op dan veilig is.
Dat is de echte kracht van de Japanse cultuur, zegt Kawata. “Wat de natie nu inspireert is de vechtmentaliteit van tienduizenden overlevenden.