Burgerjournalistiek in de bres voor Palestijnse mensenrechten
Obama, Burgerjournalistiek, Palestina, Israël, Eye on palestine, Yoav Gross -

Burgerjournalistiek in de bres voor Palestijnse mensenrechten

Een Israëliër die zich inzet voor de Palestijnse zaak: het kan voor sommigen een contradictie lijken. En toch is dat precies wat filmmaker Yoav Gross is bij de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem. “Mensen moeten de problemen zien gebeuren om echt te beseffen wat er gebeurt”.

vrijdag 26 maart 2010 22:29
Spread the love

Gross verblijft momenteel enkele dagen in België om in context van de Palestijnse filmweek ‘Eye on Palestine’ workshops te geven en te praten over burgerjournalistiek in de Bezette Gebieden. Hij is een absolute ervaringsexpert op dat gebied. Als één van de drijvende krachten achter de videoprojecten van B’Tselem tracht hij dagelijks mensenrechtenschendingen in Palestijns gebied aan de kaak te stellen. “Zelfs met gematigde beelden kunnen we toch vaak het  mainstreamnieuws beïnvloeden”

Hoe raakt een Israelische documentairemaker in Palestijnse burgerjournalistiek verzeilt?

Yoav Gross: “Vroeger maakte ik inderdaad documentaires, en als documentairemaker wou ik reeds de problemen van de Israëlische maatschappij naar boven brengen en aan mensen laten zien. Toen ik aan de slag ging bij mensenrechtenorganisatie B’Tselem was mijn taak dan ook om korte films te maken over mensenrechtenschendingen in de Bezette Gebieden. Redelijk snel kwamen we echter tot het besef dat de documentaire als format erg beperkt was, en relatief weinig mensen bereikte. De vraag rees of we geen groter publiek konden bereiken door directe beelden te brengen van de realiteit in de Bezette Gebieden. Daarop zijn we begonnen met het uitdelen van camera’s aan Palestijnen in Hebron, de enige stad in de Westelijke Jordaanoever waar je Joodse kolonisten hebt die binnen Palestijnse steden leven. We wouden zo directe beelden krijgen van hoe de Joodse kolonisten de Palestijnen daar behandelden. En zo ging ons burgerproject van start.”

Had het meteen succes?

“Zeker. Binnen de maand kregen we al een tape binnen die vanaf dat moment de manier zou veranderden waarop Israëli’s naar Hebron keken. Het was een heel kort clipje, waarin je een Israëlische kolonist een Palestijn haar huis zag binnenduwen, waarna hij haar begon uit te schelden op een heel dramatische en groteske manier. Het was ontzettend confronterend, vernederend, en deed Israëli’s zich schamen voor het gedrag van hun eigen kolonisten. Israëli’s waren geshockeerd over het beeld dat die kolonist van hen gaf, en wouden dat soort gedrag uit de maatschappij zien verdwijnen. Bijzonder snel verspreidde het zich over alle nieuwszenders, alle grote tv-shows in Israel en deed het een groot debat ontstaan. Waar al jaren niemand echt meer praatte over dat soort toestanden, was het nu een hoofditem in het Israëlische nieuws. De eerste minister was zelfs gedwongen om er op te reageren, omdat er in het beeld een soldaat zichtbaar was die alles gadesloeg zonder in te grijpen.”

“Uiteraard zijn we daarna meer en meer camera’s beginnen uit delen. Met de tijd kregen we steeds meer beelden en slaagden we er in om steeds meer van de problemen in de Palestijnse gebieden in het Israëlische nieuws te brengen. We krijgen niet elke dag zo’n dramatische clip in handen, maar ook met meer gematigde beelden kunnen we toch vaak het Israëlische nieuws beïnvloeden.”

Jullie mikken specifiek op een Israëlisch publiek.

“Ons hoofdpubliek zijn inderdaad de Israëli’s. Beelden van misdrijven moet je niet tonen aan de slachtoffers, maar aan zij die er iets aan kunnen doen. Het is geen gemakkelijke job als Israeliër, de meeste mensen op straat zullen je niet kunnen verdragen. In Tel-Aviv, waar ik woon, valt dat nog mee. Daar wordt dit soort van activisme zelfs als cool aanzien. Maar er zijn heel wat mensen die onze organisatie graag het zwijgen zouden opleggen: de rechtse, patriottistische zijde. Wij houden hen een spiegel voor en proberen aan te tonen dat de democratische funderingen van onze samenleving in gevaar zijn. Zij argumenteren dat de democratie misschien in gevaar kan zijn, maar dat veiligheid voor alles gaat. Als Joden zitten we natuurlijk met het feit dat we in de geschiedenis altijd zijn opgejaagd, beschimpt en vermoord en dat we, nu we ons eigen leger hebben, dat nooit meer willen laten gebeuren. Dat geeft die tegenstand natuurlijk sterke argumenten.”

Leeft die angst na zovele jaren nog steeds?

Ja, ik voel ze zelfs. Mijn grootouders en alle familieleden van hun generatie zijn gestorven in de Holocaust. Het lijkt misschien lang geleden, maar zestig jaar is niets. Die gevoelens zijn nog altijd zeer actueel bij Israëli’s. Ze helpen Israëlisch rechts ook heel sterk om het hele pleidooi voor de mensenrechten te ondergraven. Als natie zijn we nog steeds erg beschermend, posttraumatisch zelfs. Hetzelfde soort reactie als die van de Amerikanen na 11 september eigenlijk.

Een actueel probleem dat vredesgesprekken tussen Israëli’s en Palestijnen in de weg staat, is de aanleg van 1600 nieuwe Israëlische huizen in Oost-Jeruzalem. Dat heeft niets te maken met veiligheid.


“Dat is een erg complexe situatie. Israël meent dat Oost-Jeruzalem, in tegenstelling tot de Westelijke Jordaanoever, feitelijk tot hun grondgebied behoort. De internationale gemeenschap wil dat niet erkennen, omdat het zou ingaan tegen de rechten van de mens. De Israëlische regering voert eigenlijk een erg absurd beleid. Het idee is dat ze de grenzen van hun grondgebied nu zo ver mogelijk moeten pushen zodat ze zo sterk mogelijk staan bij toekomstige onderhandelingen. Zo geven ze echter ook het gevoel dat ze die onderhandelingen op voorhand al willen saboteren. Het is vaak erg moeilijk om te begrijpen wat de overheid eigenlijk wilt.”

“Sinds 1967 heeft Israël al vele Joodse kolonies gebouwd, maar het is belangrijk dat je een verschil maakt tussen twee van dit soort wijken. De ene wordt gebouwd midden in een Palestijnse nederzetting, de andere erbuiten. Het zijn alle twee inbreuken op het internationaal recht, maar het eerste heeft veel ergere implicaties voor de Palestijnen. In Oost-Jerusalem zouden nu hoofdzakelijk wijken gebouwd worden op lege grond, buiten Palestijnse nederzettingen. Het grootste probleem zijn echter de twintig huizen die wél midden in een Palestijnse gemeenschap worden gebouwd. Dat soort wijken wordt de laatste jaren meer en meer gebouwd. Daarvoor is onze premier ook deze week nog op overleg geweest met Obama.”

Obama is volgens een recente opiniepeiling niet erg populair in Israël. Vijftig procent van de mensen vinden hem anti-Israëlisch.

“Daar moet ik even bij opmerken dat die poll ondertussen is tegengesproken door een andere poll, die stelt dat 61% van de Israeli’s vindt dat Obama Israël op een eerlijke manier behandeld.”

“Ik zie hem als één van de belangrijkste krachten achter een mogelijke positieve verandering in Israël. Israël lijkt volgens mij momenteel af te glijden naar een erg gevaarlijke situatie. Momenteel is het een Joodse en democratische staat, maar sommigen menen dat we erg binnenkort zullen moeten kiezen tussen óf een Joodse, óf een democratische staat. In de toekomst zal de Arabische populatie in Israël immers groter en groter worden, en in een korte tijd zal ze die van de Israëli’s zelfs overtreffen. Dat presenteert natuurlijk een groot gevaar voor de Israëlische staat. Houden we op met een democratie te zijn en verliezen we de internationale steun? Of houden we op met een Joodse staat te zijn, en verliezen we onze identiteit?”

“Obama pusht de enige verandering die Israël kan redden: het opgeven van de Israëlische kolonies. Natuurlijk reageren mensen negatief op die inmenging van de V.S., maar eigenlijk zijn de meeste Israëli’s de Joodse nederzettingen liever kwijt dan rijk. In Gaza zijn er zo bijvoorbeeld in 2005 al 7000 kolonisten geëvacueerd. Gaza is nu honderd procent Palestijns. In de Westelijke Jordaanoever ligt dat moeilijker, omdat er veel meer kolonisten zijn. “

Is een vredesverdrag tussen de Palestijnen en Israëli’s dan een haalbare kaart?

“Ik weet het niet. Israël zal zelf nooit een vredesoverleg op gang brengen. Politiek gezien zal de politicus die uiteindelijk een vredesverdrag ondertekent immers altijd gehaat worden door een groot deel van de Israëlische populatie, omdat hij daardoor toestemming zou moeten geven om zijn eigen burgers te evacueren uit Palestijns gebied. Daarom kan de oplossing enkel vanuit Amerikaanse hoek komen.”

“In de biografie van onze vroegere eerste minister Menahem Begin staat daar een interessant verhaal over. In 1979 moest die bij het vredesoverleg met Egypte een verdrag ondertekenen waardoor Israëli’s uit Palestijns gebied zouden worden gezet en Palestijnen meer autonomie zouden krijgen. Hij begon het ondertekenen van het akkoord op de lange baan te schuiven, omdat hij het niet over zijn hart kon krijgen om Joden uit hun huizen te zetten. Op een daarop volgende meeting met toenmalig Amerikaans president Carter, kwam die echter furieus uit de hoek. “Teken, of de relaties tussen Israël en Amerika zullen dramatisch veranderen, en jij zal er verantwoordelijk voor zijn”. Hij tekende.”

“Eigenlijk zijn de Verenigde Staten dus de enigen die de macht hebben om de situatie te veranderen. Er zal tegemoet moeten gekomen worden aan Israëlische en Palestijnse condities, maar het startschot zal van de V.S. moeten komen.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!