Janet Biehl
Interview -

“We gaan toch niet besluiten dat er in het ‘hopeloze’ Midden-Oosten geen plek is voor een nieuw politiek model?”

Janet Biehl, de Koerdische solidariteitsactiviste en vertaalster van verschillende boeken over de Koerdische kwestie naar het Engels, komt uit Vermont, de kleine ‘Green Mountain State’ in het noorden van de Verenigde Staten. Ze was medewerkster en metgezel van Murray Bookchin in de laatste 19 jaar van diens leven. De in 2006 overleden Bookchin was een pionier van de sociaal-ecologische beweging. Biehl publiceerde in 2015 met ‘Ecology or Catastrophe: The Life of Murray Bookchin', een biografie over zijn leven en werk.

maandag 16 april 2018 17:35
Spread the love

Wat is jouw link met de Koerden?

Janet Biehl: “Aan het eind van Murray’s leven werden zijn ideeën bestudeerd en opgepikt door de Koerdische beweging. In 2011 werd ik uitgenodigd om te spreken op het Sociaal Forum van Mesopotamië, een conferentie in Diyarbakir (of Amed in het Koerdisch, nvdr.) in het zuidoosten van Turkije. Ik vertaalde daarnaast een aantal Duitstalige boeken over de Koerdische kwestie naar het Engels. In Duitsland is er een grote solidariteitsbeweging met de Koerden. Er wordt daar heel wat geschreven en gepubliceerd rond het onderwerp.”

Kan je even wat inzicht bieden in het gedachtegoed van Murray Bookchin?

“Hij vatte zijn ideeën zelf samen als ‘sociale ecologie’, een links-libertaire ideologie. In zijn jonge jaren militeerde hij in de communistische beweging. Dat was in de jaren 1930. Toen bleek dat marxistische en stalinistische bewegingen in de wereld faalden, weigerde hij naar rechts op te schuiven zoals veel van zijn kameraden deden. Hij probeerde om het revolutionair project te herdenken en vond dat dit gedecentraliseerd, antistaat en antiautoritair moest verlopen.”

“Hij ontwikkelde ideeën over autonoom burgerbestuur in confederaties, wat hij libertair municipalisme noemde. Het was volgens hem essentieel om de staat en de regerende elite de macht te ontnemen en en die vervolgens in handen te leggen van de bevolking. Hij was heel erg gewonnen voor een ‘face-to-face’ democratie. Hij was ook een vroege ecologische denker en waarschuwde al in de jaren 1960 voor de opwarming van de aarde.”

“Om de biosfeer te beschermen tegen vernietiging verdedigde hij de stelling dat mensen pas in harmonie kunnen leven met de aarde, als we een politiek systeem ontwikkelen waarin mensen in harmonie leven met elkaar. Om zijn ideeën over directe democratie in te passen in een werkbare ideologie voor links, inspireerde hij zich op de Commune van Parijs (in het voorjaar van 1871 heerste een revolutionaire regering over de stad Parijs, nvdr). Murray’s ideeën werden opgepikt door de leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), Abdullah Öcalan.”

U bent de afgelopen jaren tweemaal naar het autonoom bestuurde Rojava (Koerdisch Syrië of ‘West-Koerdistan’) gereisd. Heeft u de indruk dat wat daar gebeurt een goede poging is om de ideeën van Bookchin te realiseren?

“Het gaat voor alle duidelijkheid over de realisatie van een ideologisch project van Abdullah Öcalan, die Murray’s werk heeft gelezen en er zich door heeft laten inspireren. Het was dus niet zomaar een overname van Murray’s ideeën.”

“Om de PKK-ideologie van het ‘democratisch confederalisme’ in te vullen, greep Öcalan terug naar een hele reeks van bronnen. Een belangrijk onderscheid met het werk van Bookchin is de nadruk die Öcalan legt op gender en gendergelijkheid. Murray was als anarchist wel een tegenstander van hiërarchie -hij schreef een boek over opkomst en ontmanteling van hiërarchie in al zijn dimensies- maar hij filterde er de vrouwen niet speciaal uit.”

“Het was Öcalan die extra aandacht had voor de gelijke rol van vrouwen, zeker een voordeel voor de Koerdische beweging. Zijn focus op gendergelijkheid kwam niet uit de lucht vallen, maar is het resultaat van vele jaren van vrouwenstrijd binnen de Koerdische beweging voor een gelijke plaats naast mannen.”

In oorsprong was de PKK een erg autoritaire beweging waarin dissidente geluiden niet werden getolereerd. Wat zorgde er voor dat Öcalan ideologisch het schip van koers veranderde?

“Oorspronkelijk streefde de PKK naar de oprichting van een afzonderlijke Koerdische staat. Ideologisch was het een marxistisch-leninistische beweging hoewel ze niet in de invloedssfeer zat van de Sovjet-Unie.”

“De val van de Sovjet-Unie zorgde ervoor dat veel mensen en bewegingen zich ideologisch gingen herbronnen. Zo geraakte Öcalan aan het begin van de jaren 1990 geïnteresseerd in de democratie. Hij realiseerde zich dat een bepaalde vorm van democratie nodig was. Het was alleen niet duidelijk hoe een ideaal democratisch systeem er zou moeten uitzien. Ik denk dat het mede onder invloed van Bookchins werk is, dat de idee van een democratie als kracht van onderuit begon te rijpen.”

“Ik weet niet in welke mate Öcalan al vertrouwd was met praktijken als lokale raden, maar zoals in elke gemeenschap bestonden ze ook al bij de Koerden. Hij zal daar ook wel een en ander van hebben meegepikt. Je moet in overweging nemen dat de Koerden de grootste bevolkingsgroep ter wereld zijn zonder een eigen staat.”

“Het werd na verloop van tijd bovendien alsmaar duidelijker dat ze er ook geen zouden krijgen. Bijgevolg was het concept van een bottom-up democratie in een context van autonomie op verschillende niveaus, binnen de bestaande natiestaten Turkije, Iran, Irak en Syrië niet onlogisch. Het was een aantrekkelijk principe voor de Koerden. Wat Öcalan nog allemaal deed veranderen van koers? Je zal daarvoor naar zijn geschriften moeten gaan.”

Öcalan concipieerde zijn nieuwe ideologie onder de noemer ‘democratisch confederalisme’. In het zuidoosten van Turkije (Bakur) of Noord-Syrië (Rojava) probeert de Koerdische beweging in de praktijk te werken met dit model. Dat is opmerkelijk want het gaat doorgaans over van oorsprong behoorlijk conservatieve gemeenschappen. Er moet daar toch ook heel wat weerstand tegen bestaan?

“Toen ik in Rojava was, had ik verschillende gesprekken met politieke activisten van de Democratische Uniepartij (PYD) die betrokken waren bij de revolutie.” (In juli 2012 namen de Koerden het bestuur over in het overwegend door Koerden bewoonde noorden van Syrië. Ze riepen de Democratische Federatie van Noord Syrië in het leven. Politici en andere leden van de gemeenschap veranderden sindsdien radicaal de sociale en politieke opmaak van het gebied, nvdr.)

“Ik spreek geen Koerdisch of Arabisch. Ik was dus niet in staat om met de mensen in de straat te praten. Het spreekt voor zich dat de revolutie nog volop in ontwikkeling is. Ik was heel erg geraakt door de manier waarop de hand gereikt wordt naar vrouwen. In Qamishli, de hoofdstad van het autonome noordelijk Syrië, en in de andere steden, zijn opvangcentra voor kwetsbare vrouwen, vrouwenklinieken en vrouwenonderwijscentra opgericht.”

“Vrouwen gaan van deur tot deur, ook naar huizen waar Arabische gezinnen of leden van andere etnisch-culturele groepen wonen, en zelfs naar de woningen van politieke opponenten, om vrouwen te informeren over het feit dat ze toegang hebben tot al deze faciliteiten wanneer nodig. Weet je, vrouwen kunnen nu ergens terecht als ze geslagen worden door hun echtgenoten. Ik denk dat dit een enorme kracht is in het verspreiden van de revolutie. Bovenal probeert men vrouwen ook te laten deelnemen aan het politieke leven.”

“Iets anders wat op mij persoonlijk veel indruk heeft gemaakt, was de nadruk op het geen wraak nemen. De Koerden zijn onderdrukt door het Assad-regime. Onder de Syrische Arabische Republiek, de officiële benaming van het land, moest je Arabier zijn om te kunnen genieten van volwaardig burgerschap. Het bestaan van Koerden werd gewoon ontkend, net zoals alle onderdanen in Turkije grondwettelijk Turks zijn.”

“De Koerden zijn de afgelopen decennia wreed behandeld. Op vlak van onderwijs, werk en diverse vrijheden beschikten en beschikken ze niet over alle basisrechten. Toch luidde het na de Rojava-revolutie van 2012 dat er geen weerwraak zou worden genomen. Ik was daarvan getuige in de trainingscentra van de Asayish, de interne beschermingstroepen of politie, waar naast een politie-opleiding ook een ideologische opleiding wordt gegeven. De strijd tegen weerwraak wordt daar als heel belangrijk voorgesteld.”

“Hetzelfde geldt voor de opleiding van de Koerdische zelfsbeschermingseenheden (YPG, de militaire troepen, nvdr.). De reden is dat ze in Rojava streven naar een pluralistische samenleving die etnisch en religieus inclusief is. Je kan dat ook lezen in de eerste paragraaf van het ‘Charter van het Sociaal Contract’, dat de wettelijke basis (een soort van grondwet, nvdr.) vormt van het autonoom bestuur van de Democratische Federatie van Noord Syrië.”

“Er wordt duidelijk naar gestreefd om een einde te maken aan etnische en religieuze vijandigheden. En ja, daarvoor is het noodzakelijk om jarenlang te werken aan het opbouwen van vertrouwen. Toen de SDF (de Syrische Democratische Strijdkrachten, een militaire alliantie waar de YPG deel van uitmaakt, nvdr.) de Syrische stad Manbij bevrijd had van de Islamitische Staat, bouwde de plaatselijke gemeenschap haar eigen lokale democratische instellingen uit, die dan gekoppeld werden aan die van de andere kantons van de Democratische Federatie van Noord-Syrië.”

“Ook in Raqqa bouwden ze gelijkaardige structuren uit. Manbij noch Raqqa zijn Koerdische steden. De bestuursinstellingen en de vertegenwoordigingsraden zijn er pluralistisch en proportioneel aan de verschillende groepen waaruit de bevolking is samengesteld. Het is belangrijk voor deze nieuwe maatschappij om zichzelf te bewijzen en het vertrouwen te winnen in de regio.”

“De Koerden boeken daarbij vooral vooruitgang dankzij twee zaken denk ik: door geen wraak te nemen en door de vrouwen te organiseren. Voor mij is dat veelbelovend. Dat ze heel wat dorpen hebben bevrijd van de Islamitische Staat is ook goed. Veel Arabische bewoners haatten de brutaliteit van de extremisten en zijn blij dat de SDF hen bevrijd heeft. Ik ontken niet dat er fouten worden gemaakt, maar er is heel veel goodwill.”

“Enkele maanden geleden zei Salih Muslim, de toenmalige co-voorzitter van de PYD, op een conferentie in het Europees Parlement dat het noorden zich niet wil afscheiden van Syrië, dat er gestreefd wordt naar een soort federaal systeem. Maar dat betekent, aldus Muslim, dat de ideeën van het democratisch confederalisme ook ingang moeten krijgen in de rest van Syrië. Hij ziet het zelfs als een model voor het hele Midden-Oosten.”

Denk je dat dit mogelijk is? Is het niet behoorlijk utopisch om te denken dat je de hele Syrische gemeenschap kan overtuigen om deel uit te maken van dit politiek project?

“Het is pas onmogelijk als je er geen inspanningen voor levert. Dat is zeker. Het zal nooit gebeuren als mensen het niet proberen. Er is al heel wat pijn geleden en bloed vergoten in die vreselijke Syrische burgeroorlog en bij uitbreiding in heel het Midden-Oosten. De ontwikkelingen van de jongste jaren zijn een opportuniteit om te werken aan een alternatief politiek systeem.”

“Kan het gebeuren? Natuurlijk kan het. Maar ik kan de toekomst niet voorspellen. Ja, het oogt misschien allemaal als een utopie, maar het gaat erom mensen te oriënteren naar een hoopvolle toekomst. Als er zich genoeg mensen achter scharen en hun steun geven dan is het niet onmogelijk. Maar als we meteen besluiten dat het Midden-Oosten een hopeloze plek is waar geen plaats is voor zo’n politiek model, dan komt er natuurlijk niets van in huis. Ik geloof dat utopieën geen volledige utopieën hoeven te blijven.”

“Tegelijk weet ik dat in elke maatschappij anders op een heersende ideologie wordt gereageerd. Je zal altijd enthousiastelingen hebben zoals je ook altijd onverschilligen of opposanten zal hebben. Bookchin zei dat je in elke politieke beweging of politiek systeem een links, rechts en centrumkamp zal vinden. Zelfs Utopia heeft dit spectrum.”

“Er is ook linkse kritiek op het project waaraan in noordelijk Syrië vorm gegeven wordt. Er zijn anarchisten die spreken over dogmatisme, er is sprake van gedwongen indienstneming, of er zou niet altijd oppositie getolereerd worden. Sommigen gaan zover om te stellen dat er sprake is van een autoritair bestuurssysteem, wat natuurlijk compleet tegenstrijdig zou zijn met de ideologie van het democratisch confederalisme.”

Hoe voelt u dat aan? Deelt u dergelijke kritieken?

“Toen ik daar was zag ik een duidelijk engagement tegen politieke gevangenissen, hoewel de PYD wel beschuldigd is van het opsluiten van politieke opponenten door mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Amnesty International stelde zelfs dat er sprake was van etnische zuiveringen. Deze revolutie heeft heel wat vijanden. De Verenigde Naties hebben een onderzoek ingesteld en geoordeeld dat deze berichten ongegrond zijn. Ik was daar in 2014 en in 2015. Ik ben er recent niet meer geweest. Maar ik heb in elk geval niets gemerkt van goelags.”

“Mijn medereizigers en ik waren ons erg bewust van voorbeelden van revoluties uit het verleden. In de vroege dagen van de Russische revolutie, toen er westerlingen werden verwelkomd, kregen ze alleen maar die zaken te zien die tot de conclusie moesten leiden dat het een arbeidersparadijs in wording was. In Rojava wilden we ons er dan ook voor behoeden om gebruikt te worden voor autoritaire propaganda.”

“Tijdens onze aanwezigheid zeiden de mensen: ‘Zeg ons welke fouten we maken?’; ‘Zeg ons wat we verkeerd doen?’; ‘Wij hebben de revolutionaire geschiedenis bestudeerd’; ‘We weten wat er in de Sovjet-Unie en elders is gebeurd’. Het antwoord van de PYD op Human Rights Watch en Amnesty International is: ‘Wij willen leven op basis van de mensenrechtennormen die jullie hebben opgesteld. Het staat in ons Sociaal Contract, kijk er naar, we hebben de internationale mensenrechtenverdragen algemeen aanvaard. Help ons om ze tot stand te brengen’.”

En de anarchisten?

“Ik trek me eerlijk gezegd niet al te veel aan van wat anarchisten zeggen. Veel anarchisten, tenminste dat is de ervaring die ik samen met Bookchin had vroeger, geven helemaal niet om politiek. Bookchin sprak van ‘lifestyle anarchisme’. De bevolking in noordelijk Syrië tracht zijn verantwoordelijkheid op te nemen met de creatie van een zelfbestuur. Maar opnieuw, ik kan maar oordelen op basis van wat ik gezien en ervaren heb toen ik er was en van wat ik er nu over lees.”

“Er is een deel van links dat ontgoocheld is over de alliantie van de Syrische Democratische Strijdkrachten met de Verenigde Staten in de strijd tegen de Islamitische Staat. De kritiek luidt dat een dergelijk bondgenootschap de revolutie corrumpeert. Ik vraag me af hoe ze denken dat dit de revolutie kan corrumperen. Heeft dat dan iets veranderd aan het karakter van de revolutie in noordelijk Syrië? Heeft de VS er op aangedrongen dat zij hun politiek systeem moeten veranderen? Nee.”

Het gaat toch om een alliantie met een kapitalistische en gemilitariseerde supermacht die symbool staat voor alles wat links bestrijdt. Een imperialistische staat die een verbond heeft gesloten met een linkse beweging in noordelijk Syrië. Zal dit op lange termijn geen schade veroorzaken?

“Opnieuw, ik heb er geen weet dat deze alliantie het autonome politieke systeem negatief zou hebben beïnvloed. Een dergelijke alliantie is hoogstwaarschijnlijk nodig om te overleven. Ze was noodzakelijk voor de verdediging van de stad Kobani. De VS verleende luchtsteun aan de Koerdische grondtroepen (YPG) wat cruciaal was om de Islamitische Staat IS te kunnen verdrijven uit Kobani.”

“Sindsdien levert de VS militaire steun. Ik denk dat het niet echt op een grote schaal gebeurt, en natuurlijk zou ik ook graag zien dat er voldoende humanitaire hulp geleverd wordt. Maar ik denk dat deze steun jammer genoeg noodzakelijk is voor het overleven van het systeem op dit ogenblik. Vergeet niet dat er een blokkade is opgelegd aan noordelijk Syrië.”

“De Koerden voeren hun strijd met weinig middelen, eerst tegen de Islamitische Staat en sinds begin dit jaar tegen het tweede grootste NAVO-leger, namelijk Turkije, dat een grootschalige aanval heeft gelanceerd op het Koerdische kanton Afrin. Eerlijk gezegd, ik ben daar zeer bezorgd over. Afrin maakt geen deel uit van de door de VS beschermde gebieden. Afrin staat behoorlijk naakt tegenover de Turkse invasie. Jim Mattis, de Amerikaanse minister van Defensie, zei zelfs dat Koerdische eenheden die betrokken waren in de strijd tegen de Islamitische Staat hun militaire steun zullen verliezen als ze naar Afrin trekken om tegen de Turkse invasie te strijden.”

Welk spel speelt Turkije? President Erdo?an dreigt er ook mee om Manbij aan te vallen wat wel lijnrecht zou ingaan tegen de VS-belangen. Hoe ver zal Erdo?an gaan denkt u?

“Al jaren benaderen de VS en Europa het regime van Erdo?an erg behoedzaam en ik denk dat de Turkse president ervan overtuigd is dat hij met heel wat zaken wegkomt. Het VS-leger zit in Manbij en Washington heeft een duidelijk signaal gegeven dat het niet zal wijken voor het Turkse leger. Als Erdo?an doorzet, dreigt er met andere woorden een ernstige militaire aanvaring tussen beide landen.”

Hoe zit het met de internationale reacties? Het westen lijkt niet geneigd om de Turkse invasie in Syrië gericht tegen de Koerden, echt te veroordelen. Ik heb ook niet de indruk dat er veel mensen van wakker liggen. Op enig protest van de Koerdische diaspora na, is er maar weinig oppositie.

“Weet je, onze Turkse NAVO-bondgenoot zegt dat de YPG een terroristische organisatie is. En er zijn nogal wat terroristen in Syrië. Dat heeft zo zijn gevolgen. Ik had de kans om daarover met een Amerikaanse senator te spreken, tijdens een publieke bijeenkomst bij mij in de buurt. Ik vroeg hem wanneer de Amerikaanse regering de Turkse aanval zou veroordelen in Afrin. Hij kon de vraag niet beantwoorden. Hij wist zelfs niet waarover ik sprak.”

“We zitten hier uiteraard ook opgescheept met het Trump-regime. Er wordt losjes en slordig omgesprongen met het begrip terrorisme. Het is belangrijk dat we daar tegenwicht aan bieden. In Europese steden zijn er gelukkig heel wat betogingen uit solidariteit met Afrin en de Koerden. Mensen begrijpen dat het hier in alle opzichten om een brutale militaire aanval gaat, islamistisch en nationalistisch, door het tweede grootste leger van de NAVO.Een invasie zonder enige aanleiding gericht tegen een vreedzame buur, een buur die een toekomst probeert uit te bouwen op basis van democratie, pluralisme, samenwerking en gendergelijkheid.”

“De Koerden in Syrië willen niets liever dan in vrede leven met Turkije en de andere buren. In Afrin is een clash gaande tussen autoritarisme en democratie, tussen patriarchie en vrouwenbevrijding, tussen een middeleeuws geïnterpreteerde religie en een verlicht functioneel secularisme, tussen totalitarisme en pluralisme. Al deze zaken staan op het spel. Wij hier in het Westen die deze waarden verdedigen, zouden moeten weten waar zich het juiste kamp bevindt.”

(Dit interview verscheen eerder in het Tijdschrift Vrede)

take down
the paywall
steun ons nu!