Vensterplaat Slavernij. canonvannederland.nl
Boekrecensie - Wil Heeffer

Staat en slavernij, Nederland begint zijn koloniaal verleden te erkennen

In Nederland is het rapport Staat en Slavernij uitgekomen, een omvangrijk boekwerk waaraan een keur van auteurs heeft meegewerkt. Het is in opdracht van de Nederlandse regering geschreven en betreft een eerste omvangrijke introductie in een verleden dat Nederland lang heeft weggemoffeld. Wil Heeffer: "(Dit rapport) onderlijnt eens te meer hoe structureel racisme, armoede en uitsluiting nog altijd diepe sporen nalaat".

vrijdag 30 juni 2023 15:30
Spread the love

 

Net als in België heeft de koning op het verwerven van grond en het zich toe-eigenen van inkomsten uit de koloniën grote invloed gehad. Maar anders dan in België met Leopold II is de Nederlandse Willem-dynastie lang buiten beeld gebleven. Het was dan ook geen wonder dat de Nederlandse pers meteen na het verschijnen van dit boek daarop vloog.

Toch is dat niet het meest relevante onderdeel in dit boek. Voor het eerst wordt op instigatie van de regering eens een beeld gegeven van wat nu de Verenigde West-Indische en de Oost Indische compagnieën inhielden. Waarin ze overeenkwamen en waarin ze verschilden.

De staat, de dominee en de koopman

Bovenal brengt het in beeld hoe de staat, de dominee en de koopman zich het land van anderen eigen maakten. Alles gericht op winstmaximalisatie. Zeevarende mogendheden zoals de Hollandse, introduceerden ziektes en dieren zoals kippen en varkens in landen die zoiets nooit hadden gekend.

Zij wisten met hun wapens een geweldsmonopolie te vestigen en vulden werkkracht aan door het verschepen van tot slaaf gemaakte Afrikanen. Waarbij altijd weer om de hoek de vraag opduikt: waarom werd in die begintijd van de commerciële slavernij zo weinig Afrika gekoloniseerd, waarom zover overzee?
Nadat de slavernij werd afgeschaft ging het tewerkstellen over in contractarbeid wat meer van hetzelfde inhield. Mensen werden gedeclasseerd tot louter werkkracht om plantages op te zetten en om een rijk en goed leven voor kolonisten mogelijk te maken.

Het leidde tot Neerlands Gouden Eeuw waarover – net als over de handelsvloot – nog altijd met ontzag wordt gesproken. Hoe weinig besef er is van alles wat op de achtergrond daarvan speelt, werd nog niet zo lang geleden duidelijk door een uitroep van voormalig premier Jan Peter Balkenende, de man die Bush steunde in de invasie van Irak.

Tijdens de beschouwingen over de opbloei van de werkgelegenheid beet hij de Tweede Kamer toe: ‘Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet. (…) Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch?’. VOC verwees naar wat hij zag als het roemrijk verleden van de Vereenigde Oostindische Compagnie.

Welnu, dit boek toont de andere kant van die mentaliteit. Lang bleef onbekend hoe bijvoorbeeld de Nederlandse zeeheld Jan Pieterszoon Coen te keer is gegaan op Banda-eilanden in de Indonesische archipel. Hoe daar de lokale bevolking werd uitgemoord en verdreven om zeggingskracht over de nootmuskaat te krijgen.

Zo ook bleef in Nederland lang de door Tula geleide slavenopstand in Curaçao buiten beeld. Om nog maar niet te spreken over de zwarte verzetsstrijder Anton de Kom wiens boek Wij slaven van Suriname pas laat in de twintigste eeuw een beetje bekendheid kreeg (zie de recensie ‘Wij, slaven van Suriname’ verscheen 30 jaar voor Frantz Fanon, nvdr).

Ook hoorden we nauwelijks iets over de achtergrond van luisterrijke portretten die in de eregalerij van het Rijksmuseum te pronken hangen. Bijvoorbeeld de door Rembrandt geschilderde portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit die kwamen uit het voormalige bezit – u raadt het al – van de welgestelde familie De Rothschild. Nu hangen er kleine kaartjes langs de schilderijen die wijzen op het niet zo gouden verleden van dit paar.

Het boek Staat en Slavernij werkt dat allemaal uit. Het biedt inzicht in hoe mensen tot handelskapitaal werden gemaakt en hoe de slavenhandel floreerde en hoe dat tot ver in de twintigste eeuw doorwerkte. Het boek gaat in op het belang van de orale geschiedenis en wat het deed met de gesproken talen want alles werd geschreven door de bezetters en de machthebbers.

Eén zaak is duidelijk: wat verzwegen werd is aan het licht gebracht en het onderlijnt eens te meer hoe structureel racisme, armoede en uitsluiting nog altijd diepe sporen nalaat

Het ontrafelt oude juridische documenten en handelspapieren om inzicht in mensenhandel en eigendomsrechten te krijgen. Het werkt uit hoe dat alles wettelijk werd verankerd en hoe uit de handel in aandelen de grote Nederlandse banken zijn voortgekomen. Kortom, het is een caleidoscopisch boek waarin inzicht wordt geboden en waarin de grondslag voor verder onderzoek wordt gelegd.

Wat misschien wat onderbelicht blijft, is de rol van de kerken op het verzorgen van onderwijs. Zij waren het die in de koloniën het onderwijs verzorgden en die door vorm en inhoud het eurocentrisme – het dominant worden van visies van de westerse bezetters – wereldwijd uitdroegen.

Het boek verschijnt aan de vooravond van 1 juli, de dag waarop het verbreken van de ketenen wordt gevierd, het Keti-Koti feest en de dag waarop duidelijk zal worden of en hoe de Nederlandse regering en de koning in het reine willen komen met een beladen verleden.

Een verleden waarover in het onderwijs maar mondjesmaat wordt gesproken, waarin de invloed van de kerken op vorm en inhoud van het onderwijs nog altijd een onbeschreven pagina is. Maar een zaak is duidelijk: wat verzwegen werd is aan het licht gebracht en het onderlijnt eens te meer hoe structureel racisme, armoede en uitsluiting nog altijd diepe sporen nalaat.

Er is nog veel schuld te vereffenen. En wie niet is zoals ‘wij’ heeft nog een lange weg te gaan.

 

Dit rapport stond onder redactie van Rose Mary Allen, Esther Captain, Matthias van Rossum en Urwin Vyent met medewerking van Myrthe Kraaijenoord, Eva Thielen. België werkte Jeroen Puttevils (1985) mee. Hij is als hoofddocent verbonden aan het Centrum voor Stadsgeschiedenis van de Universiteit Antwerpen en doet onderzoek naar de economische cultuur van de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode. Van zijn hand is het hoofdstuk met als titel Een vergeten bladzijde? De vroege participatie van de Zuidelijke Nederlanden aan slavernij. Hij verwijst daarin onder andere naar Bartolomé de las Casas, maar dat is een ander verhaal.

Staat en Slavernij, Het Nederlands koloniale slavernij-verleden en zijn doorwerkingen, Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2023, 480 pp. ISBN 978 9025 3166 17

Lees ook Slavernij in de Oost: ‘vergeten’ Nederlandse geschiedenis.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!