Schoolklas
Bron: https://www.schamper.ugent.be/afbeelding/onderwijs-0
Opinie - Chris Vandeweghe

Code geel en de roekeloze koppigheid van Weyts

Terwijl heel het land donkerrood kleurt op de coronakaart houdt Weyts koppig vast aan de kleur van de N-VA: geel. Zijn bewering dat er nauwelijks besmettingen zijn op school is onwetenschappelijk en onjuist. Zijn verknochtheid aan code geel is totaal onverantwoord en zou wel eens rapper dan gedacht kunnen leiden naar code rood of erger.

donderdag 15 oktober 2020 14:30
Spread the love

 

Deze week stevenen we af op 10.000 besmettingen per dag, de testen kunnen niet meer volgen en de ziekenhuizen lopen gestaag vol. Als we de huidige trend niet naar beneden krijgen, zijn alle bedden op intensieve zorgen binnen 20 dagen bezet. Maar voor de Vlaamse minister van Onderwijs is er niets aan de hand. In zijn ogen zijn scholen unieke oasen waar het virus niet wordt doorgegeven. Ze blijven dus in code geel.

Er waren nochtans duidelijke afspraken met het onderwijsveld. Bij “systematische transmissie van besmettingen in de samenleving” gingen de scholen naar code oranje. Bij “wijdverspreide besmettingen … en nieuwe uitbraken en clusters” gingen ze naar code rood.[i] Terwijl heel het land donkerrood kleurt, houdt Weyts koppig vast aan de kleur van de N-VA: geel. Tot op vandaag handelde hij hierin zonder overleg en tegen alle afspraken in.

Weyts gaat er van uit dat de scholen geen factor zijn in de huidige besmettingsgolf, meer zelfs, dat de kinderen “nergens veiliger zijn dan op school”. Hij baseert zich daarvoor op de gegevens van de CLB’s (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) die verantwoordelijk zijn voor de virusbestrijding in de scholen.

Onbetrouwbaar

Die bewering is omwille van verschillende redenen volstrekt onbetrouwbaar. Vooreerst zijn de CLB’s niet uitgerust voor zo’n taak. Bij het begin van het schooljaar waren ze al overbelast en dat zijn ze nu nog veel meer. Ze kunnen de workload gewoon niet aan en testen heel weinig, veel te weinig om een goed beeld te kunnen schetsen van wat er precies aan de hand is en vanwaar de verspreidingen afkomstig zijn. Bij elke besmetting van een leerkracht of leerlingen worden er gemiddeld 5 personen getest, liet een CLB over een grote school weten.

Bovendien begint men pas te testen als er symptomen zijn. Symptomen doen zich echter maar voor bij een kleine minderheid van besmette personen. Recent grootschalig onderzoek op 36.000 Britten toont aan dat van de besmette personen slechts een op zeven symptomen vertoont. Jongeren vertonen nog minder symptomen dan volwassenen. Dat wil zeggen dat het merendeel onder de radar blijft, tenzij er massaal of random (met steekproeven) getest wordt in de scholen. Maar dat is nu net niet het geval. We zien m.a.w. enkel het topje van de ijsberg en zoals de ramp met de Titanic geleerd heeft, is het niet verstandig om enkel voort te gaan op dat zichtbare gedeelte.

Het clusteronderzoek van CLB is in elk geval wetenschappelijk waardeloos en zegt zo goed als niets over de oorsprong van de besmettingen. In feite varen we in België op dat vlak volkomen blind. En dat geldt niet alleen voor het onderwijs, maar ook voor andere sectoren zoals vrije tijd (cafés bijvoorbeeld), sport, cultuur, …

Jongeren als bron van verspreiding

Eerdere studies hebben aangetoond dat tieners minstens zo besmettelijk zijn als volwassenen. Komt daarbij dat ze in verhouding tot de oudere generaties veel meer sociale contacten onderhouden en op die manier het virus ook gemakkelijker verspreiden.

Binnen het klasgebeuren is de situatie redelijk veilig op voorwaarde dat de handhygiëne gerespecteerd wordt en er mondmaskers gedragen worden. Maar het probleem zit hem daar niet. Leerlingen komen in overvolle bussen en treinen naar school en blijven na de schooluren of tijdens middagpauzes bij elkaar hangen. Op die momenten houden ze vaak geen afstand, dragen ze geen mondmasker, knuffelen ze elkaar, drinken ze van elkaars flesjes, … Ook weten we dat op café gaan en het organiseren van kotfuiven vaste ingrediënten zijn van het studentleven.

Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de opening van de scholen en later de universiteiten en hogescholen geleid hebben tot een heropflakkering van het aantal besmettingen, vooreerst in de leeftijdscategorie 10 tot 29 jaar. Dat zien we overtuigend in een grafiek die Rik Van de Walle, rector van UGent op twitter plaatste.

Bron: Rik van de Walle

In een grafiek, van zijn collega Joris Meys, zie je hoe de toename bij de jongeren naderhand opschuift naar de oudere generaties. Eerst krijg je een opflakkering bij de jongeren en na verloop van tijd zet zich dat door bij hun ouders en grootouders.

Bron: Twitter @JorisMeys

De rol van de scholen in de epidemie

De opening van de scholen is dus een belangrijke factor in de tweede golf waarin we terecht gekomen zijn. Dat wordt ook nog eens bevestigd door volgende cijfers. In de twee weken vóór 1 september daalde het aantal besmettingen met 20 procent. Twee weken later was dat aantal al gestegen met 76 procent en nog eens twee weken later met 116 procent.[ii]

Weyts beweert dat er meer besmettingen zijn als kinderen thuisblijven. Als dat zo zou zijn, dan had het aantal besmettingen tijdens de vakantieperiode en tijdens de lockdown sterk moeten gestegen zijn. Wat niet het geval is.

Een studie van SAGE, de tegenhanger van Sciensano in het Verenigd Koninkrijk, heeft uitgerekend wat de impact is van de sluiting van diverse sectoren op R0. R0 is het reproductiegetal dat aangeeft aan hoeveel personen een besmet iemand het virus gemiddeld doorgeeft. De experts komen tot de vaststelling dat van alle sectoren de sluiting van de scholen R0 het meest doet dalen. Het van thuis uit werken is de tweede belangrijkste factor.[iii]

Het Franstalige Agence pour une vie de qualité (Aviq) heeft een duizendtal clusters in Wallonië geanalyseerd. Van de clusters die niets met een familieverband te maken hebben, is bijna de helft terug te vinden in scholen. Nog eens 18 procent van de clusters ontstaat in hogescholen.

Het juiste debat

Het debat gaat niet over het openhouden versus sluiten van de scholen, maar wel of we de huidige situatie in heel ons land controleerbaar kunnen houden en hoe we dat best doen. Iedereen wil de kinderen en de jongeren zo lang en zoveel mogelijk op school houden. Maar de kleurencodes zijn er precies gekomen om ervoor te zorgen dat we een volledige lockdown kunnen voorkomen en dat de scholen niet helemaal dicht moeten gaan. Dat we Italiaanse toestanden in onze ziekenhuizen kunnen vermijden. Dat we niet opnieuw afstevenen op duizenden onnodige doden.

En als we er resoluut voor kiezen om de scholen 100 procent open te houden, dan zullen er elders grotere inspanningen gedaan moeten worden. Dat is min of meer het standpunt dat de vakbonden verdedigen.

Koppig vasthouden aan code geel is in dat licht volstrekt onverantwoord en zou wel eens rapper dan gedacht kunnen leiden naar code rood of erger.[iv] En dan zijn we verder van huis, of beter van school, dan ooit.

 

Chris Vandeweghe is leerkracht in een middelbare school.

 

Noten:

[i] Bij code oranje gaan de leerlingen van de tweede en derde graad in het secundair onderwijs halftijds naar school. Daar zijn verschillende scenario’s voor. 1. Elke klas wordt gehalveerd. De ene helft komt de ene week en de andere helft de andere week. 2. De helft van de school komt de ene week naar school (in de volledige klasgroepen) en blijft de andere week thuis, bij de andere helft is het net andersom. 3. Zelfde scenario als 2, maar dan niet week week, maar de ene groep de ene week op maandag, woensdag en vrijdag en de andere groep op dinsdag en donderdag. En vice versa.

[ii] In de eerste twee weken waren er nog de maatregelen in de provincie Antwerpen die in die provincie voor een neerwaartse trend zorgde. Maar in het geheel van het land was er in die periode een terugkeer van vakantiegangers, wat voor een opwaartse trend zorgde. Beide trends compenseerden elkaar ongeveer. Vanaf begin september vallen beide factoren weg. De enige grote wijziging op dat moment is de opening van de scholen en later van de universiteiten en hogescholen.

[iii] “Close all bars, pubs, cafes and restaurants could reduce R by 0.1-0.2. Close all indoor gyms and leisure centres could reduce R by up to 0.1. Closing non-essential retail would have ‘minimal impact’ on transmission. Stopping people mixing in homes could reduce R by 0.1-0.2. Working from home reduce R by 0.2-0.4. Closing all schools could reduce R by 0.2-0.5.” https://www.bbc.com/news/health-54514387.

[iv] Bij code rood blijven de leerlingen van het lager onderwijs 100% naar school gaan, voor alle leerlingen van het secundair onderwijs is dat 50%.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!