“Wat zal het zijn?” vraagt ze vervolgens. Ik twijfel even hoe ik mijn zin moet beginnen. Uit ervaring weet ik ondertussen dat mensen zich wat ambetant voelen als blijkt dat ze ‘het geslacht’ van mijn kind verkeerd hebben ingeschat. Ik besluit het in het ongewisse te laten, en begin met “Luka heeft koorts en lijkt pijn te hebben aan…” – aaarg, ik kan er niet meer onderuit – … “haar oortjes”. De dokter glimlacht. “Ahaa, het is een meisje. Ja, aan zo’n kleine kindjes kan je dat niet altijd goed zien hé. Maar dat groeit er wel uit…” Ook aan de oortjes van Luka is niet veel te zien. De keel dan maar, de buik… Geen tekenen van infectie.
Ik vertel de dokter dat Luka’s papa vorige week griep heeft gehad. Dat lijkt nuttige informatie. De dokter gaat zitten en begint een briefje te schrijven: “Vermits uw man verleden week griep heeft gehad, lijkt me dat de meest waarschijnlijke diagnose. Luka kan de volgende dagen niet naar de crèche. Moet ik een briefje schrijven zodat u of uw man thuis kunnen blijven om voor haar te zorgen?” Ze lijkt vergenoegd dat ze zo attent is geweest er niet van uit te gaan dat ik diegene ben die thuis blijft.
Ik antwoord dat ik zelf een aantal belangrijke deadlines op het werk heb, en dat het voor mij dus inderdaad niet evident is om thuis te blijven, maar misschien voor… Voor ik mijn zin kan afmaken begint ze al te schrijven: “Wat is de voornaam van uw man?” En ik zie haar al Luka’s achternaam noteren. Ik vertel haar dat Luka mijn achternaam heeft gekregen, en niet die van haar papa. Ze kijkt me verbaasd aan, maar ik aarzel niet meer en vraag haar of ze misschien een briefje kan schrijven voor het werk van ‘mijn vriendin’. Haar glimlach krijgt even een wel erg verwarde wending, maar ze herstelt zich snel: “Hoe heet je vriendin?”
Lena