Analyse -

Bloedbad Orlando: de terreur van radicale verliezers

Hoe moeten we de motieven van de schutter in Orlando begrijpen? Was het een door religieus fanatisme ingegeven daad, gesteund door IS? Of de krankzinnige daad van een eenzame psychopaat? Of geen van beide?

maandag 13 juni 2016 17:48
Spread the love

Amerikaanse, doorgaans niet gelovige mannen, die met oorlogswapens binnenvallen in restaurants, scholen, kerken, bibliotheken, winkelcentra of universiteiten en erop uit zijn om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. In 2016 alleen al vonden er in de VS 136 mass shootings plaats. De massamoord in Orlando van afgelopen weekend vormt voorlopig het trieste hoogtepunt.

En toch is het geenszins een nieuw fenomeen. Het typevoorbeeld van de mass shooting is ongetwijfeld de massamoord in Columbine High School. Eric Harris en Dylan Klebold, beiden achttien jaar op het moment van de feiten, vielen hun voormalige school binnen op 20 april 1999. Met automatische geweren schoten ze op alles wat bewoog. De aanslag was nauwkeurig gepland: Harris en Klebold hadden naast gesofisticeerde wapens ook zelfgemaakte bommen geplaatst. Bommen die dienst weigerden, waardoor de aanslag uiteindelijk minder dodelijk was dan de daders hadden gepland.

Wie met de recente gebeurtenissen in Orlando in het achterhoofd terugkijkt naar Columbine, kan niet anders dan heel sterke parallelen zien. Maar evengoed kunnen er gelijkenissen gemaakt worden met de aanslagen van november in Parijs en Orlando nu. Wie abstractie maakt van de plaats en tijd kan enkel vaststellen, dat daders steeds uit zijn op het aanrichten van zoveel mogelijk schade, doden en chaos.

En toch, wanneer het over Columbine gaat spreekt Wikipedia over het ‘Columbine High School Massacre’, de aanslagen in Parijs worden dan weer ‘terroristisch’ genoemd. En over hoe we de dodelijk raid in Orlando moeten interpreteren, woedt momenteel volop debat. Een daad van moslimterreur volgens de één, het werk van een eenzame gek volgens de ander.

Onopvallende burgers

Gekken of terroristen? Ideologisch geïnspireerd geweld of zinloos en blind geweld? Beide courante interpretaties schieten schromelijk tekort. Neem nu Columbine. Hoe onmenselijk hun daad ook, de daders waren niet gek. Hun handelen was rationeel, hun planning en voorbereiding rigide. Ze hadden geen waanvoorstellingen en handelden heel bewust. Ze waren, en dat is voor vele mensen onvoorstelbaar, eigenlijk net als ons. Het konden onze buurjongens, onze zonen of broers geweest zijn. En dat geldt voor de meeste daders van de mass shootings in de VS.

We doen er doorgaans alles aan om de daders als zonderling, vereenzaamd of gek te karakteriseren, maar de waarheid is meestal dat ze opvallend normaal zijn. Immers, mochten ze dat niet zijn, dan liepen ze allang niet meer vrij rond. Hun normaliteit verklaart ten dele waarom ze hun daden kunnen plegen.

Dat geldt ook voor Omar Mateen, de schutter in Orlando. Hoewel hij reeds een paar keer in het vizier van de FBI kwam omdat hij volgens collega’s zou gedweept hebben met een fundamentalistische interpretatie van de islam, kon er weinig hard gemaakt worden. Hij bleef ook in dienst bij bewakingsfirma G4S. Mateen was een labiele agressieveling volgens zijn ex-vriendin en een homohater volgens zijn vader, maar bovenal was hij een redelijk onopvallende burger die niet geacht werd een dodelijke bedreiging te zijn voor de samenleving.

Ongeveer hetzelfde hoor je doorgaans over de mannen die achter de aanslagen in Parijs en Brussel zaten. Hoewel sommigen van hen gekend waren als criminelen, waren de meesten betrekkelijk normale mensen. Na de aanslagen vallen familieleden, partners en ouders uit de lucht omdat ze nooit vermoedden dat hun zoon of broer een potentiële terrorist was. Denk bijvoorbeeld aan Brahim Abdeslam, de Molenbeekenaar die zichzelf opblies in Parijs. Hij was cafébaas, sleet zijn dagen met het roken van hasj en sliep vooral veel volgens een ex-partner van hem. Hij was niet gelovig maar raakte wel doorheen de jaren gefrustreerd over zijn falende zoektocht naar vast werk. Slechts enkele maanden voor zijn noodlottige daad, zou hij geradicaliseerd zijn.

Radicale verliezer

In november 2005 schreef de Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger een ophefmakend essay in Der Spiegel. Zijn voornaamste stelling? Wat ons toelaat om familiedrama’s, mass shootings en terreurdaden met elkaar in verband te brengen is het feit dat de daders ervan ‘radicale verliezers’ zijn, zo schrijft Enzensberger.

Het is moeilijk om die categorie van de radicale verliezer te gaan omlijnen of om te proberen vast te stellen wie nu een radicale verliezer is en wie niet. Het gaat immers om de eerste plaats om een zelfperceptie bij de daders. Ze voelen zich buitengesloten, onbelangrijk, genegeerd en miskend. En die negatieve gevoelens geven aanleiding tot een groeiende haat. De haat wordt jarenlang en doorgaans in alle stilte opgebouwd, tot er uiteindelijk een uitbarsting volgt in de vorm van een dodelijke geweldsact. Die daad kan zich richten op de onmiddellijke omgeving (ouders, kinderen, partners, de school), de samenleving als geheel of representant van een groep die verantwoordelijk wordt geacht voor al het leed (joden, moslims, westerlingen, mensen van kleur, mensen met een andere seksuele geaardheid, …).

Maar vanwaar komt die dodelijke haat die de radicale verliezers langzaam maar zeker vergiftigt? Volgens Enzensberger hangt het samen met een samenleving die volop inzet op competitie, status en roem. Een samenleving waarin mensen die niet meteen uitblinken zich nogal snel verongelijkt voelen en de illusie koesteren dat ze niet de erkenning krijgen die ze werkelijk verdienen. Dat stimuleert woede en haat. En de geweldsuitbarsting waarin die woede en haat uiteindelijk tot uiting komt, kan gelezen worden als een perverse wijze om alsnog erkenning en status te verkrijgen.



Camerabeelden van de Columbine High School shooting

Eric Harris, één van de schutters van Columbine, schreef dit in zijn dagboek, enkele dagen voor de aanslag: “I hate you people for leaving me out of so many fun things. And no don’t … say, ‘Well that’s your fault,’ because it isn’t, you people had my phone number, and I asked and all, but no. No no no don’t let the weird-looking Eric KID come along.” Zijn kompaan, Dylan Klebold, sprak volgende boodschap in op tape: “You’ve been giving us shit for years. You’re fucking gonna pay for all the shit! We don’t give a shit. Because we’re gonna die doing it.”

Ibrahim El Bakraoui, één van de mannen die zichzelf opblies in de luchthaven van Zaventem, liet een laptop achter in een vuilbak in de Max Roosstraat in Schaarbeek. Op die laptop stond een testament. In tegenstelling tot wat je zou verwachten stonden daarin geen religieus gemotiveerde motieven te lezen. El Bakroui gaf slechts aan dat hij zich opgejaagd voelde en bang was de rest van zijn leven in de gevangenis te zullen moeten doorbrengen.

Amédy Coulibaly gijzelde in januari 2015 klanten in een joodse supermarkt te Parijs In een later gevonden videoboodschap spreekt hij over wraak als motief. Hij heeft het over “jullie” die moeten snappen waarom de daden gerechtvaardigd zijn. Wie de laag van religieus vernis afschraapt van zijn boodschap, botst op diepgewortelde haat tegenover de samenleving. Een haat die hij naar alle waarschijnlijkheid opbouwde toen hij jaren voordien een gevangenisstraf uitzat.

Café Terminus

De stellingen van Enzensberger hebben belangrijke consequenties. Als we zijn lezing volgen dan moeten we concluderen dat het doorgaans niet radicale ideologieën die haat opwekken, maar mensen met diepe haatgevoelens die zich aangetrokken voelen tot radicale ideologieën om hun haat en het daaruit voortvloeiende geweld te rechtvaardigen. Anderzijds kunnen dergelijke verliezers ook makkelijk gerecruteerd worden door terreurbewegingen.

Enzensbergers analyse verklaart ook waarom de meeste religieus geïnspireerde terroristen een heel snel en doorgaans vluchtig bekeringsproces doormaken en waarom het inroepen van de sociale achtergrond van de daders ons niet tot eensluidende conclusies kan brengen.



Emile Henry wordt gearresteerd

Vrijwel iedere ideologie met radicale inslag kan fungeren als legitimatie voor de haat van zij die zich buitengesloten voelen uit de samenleving. Meer dan honderd jaar geleden stapte de tweeëntigjarige Emile Henry café Terminus binnen in Parijs. Bij het naar buiten gaan gooide hij een bom in menigte. Henry beschouwde zichzelf als anarchist en hij koesterde een diepgewortelde haat tegenover alles wat hij beschouwde als ‘bourgeois’.

De transcripten van het verhoor van Henry tonen een griezelige gelijkenis met die van zowel Amerikaanse, jonge terroristen als de terroristen die in naam van hun versie van het kalifaat overgaan tot massamoorden. Ook Henry beantwoordt aan het profiel van de radicale verliezer. Tegenover de politie verklaarde hij dat hij heel recent een anarchist was geworden en zonder verpinken gaf hij toe dat hij erop uit was om zoveel mogelijk mensen te doden tijdens zijn aanslag.

In zijn verdediging tegenover de rechter zei Henry dat hij atheïst werd doordat hij in contact kwam met nieuwe, materialistische theorieën. Hij voelde zich aangetrokken tot het revolutionaire en destructieve aspect van het anarchisme. Maar bovenal was hij doordrongen van haat:

“I brought with me into the struggle a profound hatred which every day was renewed by the spectacle of this society where everything is base, everything is equivocal, everything is ugly, where everything is an impediment to the outflow of human passions, to the generous impulses of the heart, to the free flight of thought. I wanted to strike as strongly and as justly as I could.” [Engelse vertaling van de oorspronkelijke, Franse tekst, nvdr]

De woorden van Henry konden evengoed die van Coulibaly geweest zijn, die van Harris of Klebold of van Omar Mateen. Wie de dunne ideologische laag afkrabt komt op dezelfde soort haat terecht. Een haat die zich bedient van het dichtstbijzijnde ideologische voertuig om zichzelf te legitimeren.

En er is nog iets dat Henry deelde met Mateen, Coulibali, Abdeslam, Harris en Klebold: hij was gemarginaliseerd en voelde zich vooral ook zo. Vanaf zijn achttiende zwierf hij naar eigen zeggen in armoede rond doorheen Europa en kon zichzelf in leven houden door tijdelijke, slechtbetaalde jobs. Zijn vader was een communard die uit Frankrijk was verbannen. Henry was tweeëntwintig toen hij de dodelijke aanslag pleegde, een aanslag die zoveel gemeen heeft met die van afgelopen jaar in datzelfde Parijs. En met die in Orlando.

Masker

Haat is wat alle daden van blinde terreur verbindt. Wie in het islamisme meent de voornaamste drijfveer van de haat te herkennen miskent die ware, dieperliggende oorzaak. We moeten niet per se strijd voeren tegen een ideologie, maar wel tegen de de specifieke maatschappelijke omstandigheden die radicale verliezers voortbrengen. Haat is de moeder van terreur, ideologie is slechts het masker dat de haat draagt. Wie het masker met het gezicht verwart, zal de terreur nooit degelijk kunnen bestrijden. En ook met betrekking tot wat in Orlando gebeurde, houden we dat inzicht best hoog in het vaandel.

take down
the paywall
steun ons nu!