De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Hoe de boerkini het denken kan blokkeren… Kritische wetenschap is een Franse traditie en onmisbaar, Deel 2.

Hoe de boerkini het denken kan blokkeren… Kritische wetenschap is een Franse traditie en onmisbaar, Deel 2.

In hun uitstekende boek ter verdediging van een kritische sociale wetenschap – tegen de aanvallen door de media en door de overheid in – besteden Claude Gautier en Michelle Zancarini-Fournel ook aandacht aan de sociologe Nathalie Heinich. Haar pamflet “Wat het militantisme het onderzoek aandoet” kwam hier al ter sprake. Haar jongste boek, Oser l'universalisme, Contre le communautarisme, een bundeling van eerder in tijdschriften en kranten verschenen essays en opiniestukken, is een mooie illustratie van de problematiek van het engagement van de wetenschapper en van wat daar mis mee kan gaan. (1)

woensdag 2 februari 2022 09:39
Spread the love

Heinich, gespecialiseerd in kunst- en in waardensociologie, kan heel zakelijk wijze analyses en commentaren leveren. In haar nieuwe boek lees ik bijvoorbeeld een commentaar op de Franse prostitutiewetgeving die de cliënt strafbaar stelt en daarmee prostitutie illegaal maakt en probeert onmogelijk te maken. Heinich vindt die wet fout is, omdat het gaat om relaties tussen volwassenen met wederzijdse instemming, en herinnert eraan dat deskundigen zeggen dat die wet de positie van de meest kwetsbare vrouwen nog verslechtert. Het is een nuchtere analyse waar ik helemaal mee kan instemmen.

Maar elders in het boek ontpopt de schrijfster zich als uiterst militant, in een hoofdstuk over “De boerkini: het extremistisch proselitisme en het seksisme moeten worden bestreden”, een opiniestuk uit Le Monde van 30 augustus 2016. Deze tekst is heel goed bruikbaar om met een concreet voorbeeld iets te verduidelijken van het theoretische betoog van Gautier en Zancarini-Fournel, namelijk het perpectief van waaruit iemand (in het bijzonder de wetenschapper, m/v) de zaken bekijkt. Ik ben bijvoorbeeld naturist, en zie geen groot verschil tussen een bikini en een boerkini. Het zijn voor mij variaties van dezelfde preutsheid, een maatschappelijk taboe dat zegt dat mensen hun achterste en hun geslachtsdelen niet aan elkaar mogen tonen in het openbaar, en vrouwen bovendien ook hun borsten niet.

Ik kan er wel begrip voor opbrengen dat mensen een badpak, al dan niet zeer verhullend, willen dragen bij het zwemmen, want er zijn behalve het taboe allerlei redenen denkbaar waarom iemand zich liever niet al te zeer blootgeeft: mannen kunnen onverhoeds een erectie krijgen, en met een zwembroek aan valt dat iets minder op, en vrouwen willen niet per se dat iedereen ziet dat ze net hun maandstonden hebben. Daarnaast kan je ook mankementen aan je lichaam zoals bijvoorbeeld littekens of huidplooien liever wegsteken, of je lichaamsvorm wat camoufleren als je er zelf niet tevreden over bent of vermoedt dat anderen die afkeurend bekijken. Je kan als vrouw de behoefte hebben om niet te veel je fysieke charmes te etaleren, omdat mannen daar soms vervelend flirterig of hitsig op reageren. Allemaal best begrijpelijk, maar ongeneerd bloot lijkt me leuk en berust volgens mij op een gezonde acceptatie van het lichaam zoals het is, met zijn seksuele onderdelen en zijn individuele afwijkingen van de maatschappelijk dominante waarden.

Als naturist naar de boerka kijken

Als naturist voel ik me toch direct verwant aan de vrouwen die een boerkini aantrekken: we wijken allebei af van de gemiddelde norm, zij het in tegengestelde richting. Maar ik denk dan: vrijheid, blijheid. Iedereen moet op zijn of haar manier kunnen leven, voor zover het niemand schaadt. (2) Wie ondervindt er schade van dat vrouwen in een boerkini zwemmen of aan het strand zitten? En praktisch gezien vind ik dat een zwembad, als daar vraag naar is, zowel uurtjes naaktzwemmen als zwemuurtjes voor dames in boerkini en zonder mannen hoort te voorzien.

Overigens is de islamitische zedigheid natuurlijk niet beperkt tot vrouwen. Toen ik, lang geleden, een tijdje verbleef in een islamitisch studentenhuis in Istanboel, leerde ik de daar geldende regels kennen. Ik liep met tamelijk hoog opgerolde mouwen door de stad, maar dat was fout: mijn armen hoorden bedekt te zijn tot over de ellebogen. Gelukkig droeg ik een pantalon, want met een short was ik ook in de fout gegaan: een man moet zijn benen bedekken tot onder de knie, kreeg ik te horen. Ook in het Turkse bad moest ik omscholen. Ik was  aan Zweedse sauna gewoon, bloot en gemengd, en hier was het mannen onder elkaar, en je middel bedekken met een omgeslagen handdoek. Aan een muur waren er haakse panelen, die mij aan urinoirs in België deden denken, en je kon daar tussen gaan staan, je hoekje afschermen met een grote handdoek die je aan de panelen ophing, en daar ongezien je edele delen wassen. Het deed me allemaal denken aan de preutsheid van mijn katholieke opvoeding. Die maakte de aanpassing ook heel gemakkelijk, het was een terugkeer naar mijn kinderjaren.

Maar terwijl ik de kwestie van de zwem- en badkleding bekijk vanuit de gezichtshoek van zedigheid, schaamte, preutsheid, taboes, gêne over het eigen lichaam of acceptatie daarvan, en tolerantie voor verschillende leefstijlen, heeft Sophie Heinich een totaal andere invalshoek als zij de boerkini bekijkt. “(…) in de huidige context valt het afficheren van gedragingen die tonen dat je een fundamentalistisch concept van de islam aanhangt, zoals het dragen van een boerkini, niet onder het uitoefenen van een religie (ga je naar het strand om te bidden?) maar valt onder de uiting van een mening, een mening die een delict is, want het gaat om een aansporing tot seksistische discriminatie, die bovendien de ideologie in naam waarvan men oorlog tegen ons voert, banaliseert en normaliseert. Daarom had de Raad van State de regelgeving tegen de boerkini kunnen, ja moeten geldig verklaren, in naam van de legitieme beperking van de vrijheid van meningsuiting.

Het militantisme van het anti-militantisme

En dus: “Pleiten voor het verbod van de boerkini, is niet islamofoob, het is strijden tegen een moslimminderheid die het recht opeist in de publieke ruimte een extremistische en totalitaire visie op de islam op te dringen, die gelukkig niet gedeeld wordt door een groot deel van de moslims, maar die ondersteund en gepromoot wordt door terroristen die oproepen tot jihad in naam van de islam. Het gaat niet om een strijd van ‘christelijke waarden’ tegen islamitische bezetters, of van racisten tegen migranten; het gaat om een strijd tussen moslims (en hun bondgenoten die het postkoloniale schuldgevoel cultiveren) die de wetten en waarden afwijzen van het land waarin ze verkozen hebben te leven, en diegenen onder de moslims die die wetten en waarden trachten te respecteren en er hun voordeel mee willen doen – en die wij tot elke prijs moeten ondersteunen.”

Ik knipper even met mijn ogen bij zoveel militantisme van een sociologe, van wie je zou verwachten dat ze de zaken nuchter analyseert, zoals ze heel goed blijkt te kunnen als het over prostitutie gaat. Als de Raad van State in Frankrijk oordeelt dat er geen wettelijke basis is om de boerkini op het strand te verbieden, blijft Heinich toch volhouden dat die kleding in strijd zou zijn met dé Franse wetten en waarden. Dat een boerkini uiting zou zijn van seksistische discriminatie (maar een bikini of een zwembroek niet?) wordt niet beargumenteerd.

Om met Heinich te kunnen instemmen, moet ik tegen “postkoloniaal schuldgevoel” zijn, overal een dreiging van een fundamentalistische islam zien, zelfs aan het strand of in het zwembad, boerkini’s associëren met terroristische aanslagen, en geloven dat de islam Frankrijk bedreigt, zelfs militair. (Maar de aanslagen in Frankrijk zijn, hoe erg op zich ook, bescheiden bij wat de oorlog van Frankrijk in Afrika aangericht heeft en nog aanricht, en de misdadigheid die daarmee samengaat. Er zijn geen gevechtsvliegtuigen of bommenwerpers van islamitische landen boven Frankrijk waargenomen, maar wel Franse boven islamitische landen, en die schoten en bombardeerden niet weinig. Het wereldbeeld waar Heinich mee leeft is een omkering van de werkelijkheid.)

Hoe zet je een wetenschappelijk onderzoek op?

Veronderstel nu dat ik een socioloog zou zijn en een onderzoek zou moeten opzetten over de boerkini, en Nathalie Heinich ook. De invulling van het begrip boerkini is voor ons totaal verschillend. Dat komt omdat we de boerkini op een verschillende manier bekijken, en ook omdat we in totaal verschillende waardensystemen leven. Heinich is in oorlog met de islam en ziet die als een bedreiging, en ziet in de boerkini alleen maar een onderdeel van een opdringerige ideologie waarachter terrorisme schuilgaat. Zij zal willen weten welke organisaties er achter de boerkinidraagsters actief zijn, hoe die het gedrag van de dames sturen, en hoezeer die organisaties strijdig zijn met wat volgens haar de Franse waarden en normen zijn.

Ik deel het wereldbeeld en de maatschappijvisie van Heinich niet, en zou onderzoeken hoe de boerkinidraagsters zich voelen, wat hun ideeën zijn over het lichaam, man-vrouwrelaties en zedigheid en hoe zij die vanuit hun godsdienst onderbouwen. Ik leef, of hoop althans te leven, in een liberale samenleving, waarin ruimte is voor allerlei opinies en lichaamsbelevingen, voor zover die geen personen schaden, of het algemeen belang. Een boerkini vindt ik onschuldig en onproblematisch, maar wel heel interessant als variant op de beleving van het lichaam in een sociale context, even interessant als zijn tegenhanger, het nudisme.

In de theorie over het bedrijven van wetenschap, waar het boek van Gautier en Zancarini-Fournel over spreekt, zijn hier meteen twee punten aan de orde. Het eerste is dat de onderzoeker, m/v, zich bewust moet zijn van zijn eigen waarden, die als vooroordelen het onderzoek kunnen sturen en de kijk op de werkelijkheid kunnen belemmeren. Je moet die onder ogen zien, en er in het onderzoek afstand van nemen. Ik zou bijvoorbeeld moeten nagaan of mijn kijk op de boerkini niet te naïef is, of er misschien toch propagandistische kanten aan zitten, of er sprake is van proselitisme (en of dat fout is).

Nathalie Heinich zou van haar kanoneerboot moeten stappen, en tijdens het onderzoek afstand moeten nemen van haar oorlogsdenken, om nuchter na te gaan wat de boerkinidraagsters motiveert en welke opvattingen over zedigheid, lichamelijkheid en man-vrouwrelaties zij huldigen, en of dat een vorm van politiek activisme is, en zo ja, wat daar dan mis mee is.

Het tweede punt dat Gautier en Zancarini-Fournel aan de orde stellen, is de constructie van het onderzoeksobject door de wetenschapper. De boerkini is niet zomaar een gegeven, dat klaar ligt om bestudeerd te worden, wel bijvoorbeeld “lichaamsbeleving, man-vrouwrelaties, en religieuze denkbeelden bij vrouwen die de boerkini dragen” of “politieke en propagandistische aspecten van het dragen van de boerkini door islamitische vrouwen”.  Het onderzoeksobject van de wetenschapper (m/v) wordt geconstrueerd, en dat gebeurt door het zo goed mogelijk te omschrijven in zijn verschillende, te onderzoeken aspecten. Maar de keuze daarvan, de aard van die constructie, is afhankelijk van het waardensysteem van waaruit de onderzoeker opereert, en dat hij/zij duidelijk moet aangeven.

UNIA en de boerkinistrijd

Terwijl ik dit schrijf, ging het interfederaal centrum voor gelijke kansen en tegen discriminatie UNIA zijn jaarverslag voorstellen aan de parlementscommissie Gelijke Kansen. In dat verslag wordt een algemeen boerkiniverbod discriminerend genoemd. De vertegenwoordigers van het Vlaams Belang en van de NVA verlieten de vergadering al voor de bespreking. (2) We zijn vertrokken voor een volgende schietpartij over de boerkini.  Het snelvuurkanon Bouchez heeft al geknald, de jurist Marc Uyttendaele heeft een granaat gegooid, het knettert bij het Pallieterke enzovoort… Of dat een schermutseling wordt of een oorlog, zal moeten blijken, ik vermoed het eerste. Het thema is eerder zomers, en nu niet zo concreet, en er zijn andere problemen aan de orde. Maar de kwestie zal zeker blijven smeulen. De boerkini is ook een marginaal probleem, dat nu maar naar voren gehaald wordt om UNIA aan te vallen. Die organisatie kraken, dat is voor rechts veel interessanter dan boerkini’s op zich.

Wordt vervolgd

1. Nathalie Heinich, Oser l’universalisme, Contre le communautarisme, Éditions Le Bord de l’eau, oktober 2021, p. 67-70. Zie ook:

https://www.dewereldmorgen.be/artikel//een-schijndebat-over-het-islamogauchisme/

De tekst van het boekje tegen het militantisme verscheen eerst online:

http://decolonialisme.fr/?p=3077

Over het boekje over het militantisme van Heinich:

https://www.dewereldmorgen.be/artikel//een-schijndebat-over-het-islamogauchisme/

Het boek van Gautier en Zancarelli-Fournel: De la défense des savoirs critiques, La Découverte, januari 2020

 

2. https://www.7sur7.be/belgique/une-interdiction-generale-du-burkini-constitue-une-forme-de-discrimination-selon-unia~a802c4d32/

Zie ook:

https://www.dewereldmorgen.be/artikel//het-fundamentalisme-van-mia-doornaert/

https://www.dewereldmorgen.be/artikel//zal-de-boerkini-de-franse-beschaving-vernietigen/

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!