Het satirisch weekblad De Zwijger – met een eersteling in januari 1982 – had in wezen niets met Gent te maken, wat niet weg neemt dat vele Gentse kopstukken uit die tijd de revue passeerden in met zurige of zuurzoete inkt geschreven artikels.
L’Enfant Terrible, ooit een café Bij Sint-Jacobs, was geloof ik ook de Geuzennaam van Johan Anthierens, die, verder niets met Gent te maken had, te ware dat zijn broer Karel aan de Forelstraat werkte als hoofdredacteur van Het Volk, maar dan wel tien jaar nadat het satirisch weekblad De Zwijger op de fles was gegaan. Karel was redactiesecretaris geweest en Johan hoofdredacteur van zijn eigen kweek.
Laat het 35 jaar geleden zijn dat Johan Anthierens er de brui aan gaf, voor wat zijn geesteskind De Zwijger betrof. Het blad hield me in de ban. Johan was een lefgozer voor zijn tijd. Aan mij heeft de redactie gedurende zo goed als alle weken van verschijning BEF 35 verdiend, want zo veel kostte een exemplaar in de kiosk.
Nota bene: het geld was toen drie keer zo veel waard als nu. Na elke aankoop likte ik met mijn ogen de verse inkt van de bladspiegel. Net zoals ik eind de jaren ’70 de columns van hoofdredacteur Piet Teigeler in het weekblad Panorama verzwolg, en het vuur voor journalistiek te pakken kreeg. In een column waar de vonk bij mij oversloeg, beschreef Piet Teigeler hoe hij ’s winters bij het haardvuur zijn proza pleegde. De romantiek van de journalistiek. Ik begon alvast te oefenen middels een klaskrant, en dat was lang voor ik zelf over een haardvuur beschikte. Het toeval wil dat Johan’s broers Karel en Jef ook voor het weekblad Panorama hebben gewerkt…
De titel van het satirisch weekblad verwijst naar Willem De Zwijger, die – en hier spitst de Gentenaar de oren – oorspronkelijk de steun genoot van Keizer Karel om zich staande te houden in zijn prinsdom van Orange, gelegen als een eiland in Frankrijk.
Smurfenzanger
Was Johan Anthierens zelf een zwijger? Helemaal niet. Au contraire. Hij was contrarie, tegendraads. Johan dramde ooit in een praatprogramma op de openbare omroep – er was toen nog geen andere – waarin hij gastheer was, zo hard door, dat hij na afloop terstond ontslagen werd. Bij de toenmalige BRT moest je, bij wijze van spreken, al bijna je medewerkers verkracht of vermoord hebben alvorens ontslag te krijgen. Zo bont had Johan het gemaakt. Niet letterlijk natuurlijk.
Johan schoffeerde tijdens de uitzending zijn gast – zijnde Smurfenzanger Vader Abraham – een halve heilige – zodanig dat het studiogesprek in een hitsige monoloog van Johan verzandde. Hitsig en vittend als een fundamentalistische dominee, aangevuld met praat die een persoonlijke psychoanalytische worsteling leek te verraden.
Zwijgen deed hij dus niet. Ook niet nadat hij van dat praatprogramma was afgevoerd. We schrijven 1978. Begin 1982 startte hij zijn satirisch weekblad De Zwijger.
Zwijger?
“Dankt Willem De Zwijger zijn naam aan het feit dat hij in z’n hele leven (1533-1584) nauwelijks een bek heeft open gedaan?” vraagt een redactielid zich af in een column in het allereerste nummer. Het antwoord: nee. “Wél: omdat hij op het juiste ogenblik kon zwijgen. Hij was katholiek opgevoed aan het hof van Keizer Karel, maar deed er het zwijgen toe wanneer Calvinisten hem vroegen om alle papen in de Lage Landen op te knopen.”
In diezelfde column wordt Wilfried Martens genoemd als een politieke nazaat van Willem De Zwijger. De auteur reikt ook een voorbeeld aan. Toenmalig minister van buitenlandse zaken Leo Tindemans en premier Martens, nochtans partijgenoten, zouden elkaar niet kunnen luchten hebben. Zo ging het gerucht. Vraag van De Zwijger: Is dit gerucht waar? Antwoord: “We weten het niet want ze verzwijgen het.”
De geketende eend
De Zwijger was een weekblad in tabloidformaat, inhoudelijk geïnspireerd door het Franse satirische blad Le Canard Enchaîné. Over het satirische blad Charlie Hebdo – dat in 1981 stopte, om slechts tien jaar later te herrijzen – had Johan Anthierens al in 1982 enkele jein‘s. Hij vond het blad platvloers. Tetten, kutten en stront dropen van het papier. En over de tekstuele inhoud zei hij: “Het woord schuttingtaal is ontoereikend om de libertijnse verve te vangen waarmee waarheden werden bijgekleurd.”. By the way: Kamagurka – een adoptief Gentenaar – maakte ooit als cartoonist zijn Frans debuut bij Charlie’s voorloper Hara-Kiri.
De huiscartoonist van De Zwijger was echter ZAK. Dit is het pseudoniem voor Gentenaar Jacques Moeraert.
Ook Gentenaar Johan Anthonis leverde een paar redactionele bijdragen in de beginperiode in de vorm van poëzie of cursiefjes. Zelf zei hij daarover in deze blog (Lees: Dagboek van 55-plus werkzoekende): “Anthierens was in een radio programma van Jan Van Rompaey geweest om de komst van zijn nieuw satirisch blad aan te kondigen en hij was meteen ook op zoek naar nieuw talent. Ik had daar op inspelend een handgeschreven dichtbundeltje naar hem opgestuurd en hij reageerde met “daarin vind ik veel inspirerends”…
Johan huisde met zijn redactie – ik meen mij te herinneren twee hoog – in een appartementsgebouw in Etterbeek – wat voor de etter van de journalistiek al een heel toepasselijke gemeentenaam was. Maar er was de overtreffende trap: het Etterbeekse redactieadres lag aan de… Willem De Zwijgerstraat/ Rue du Taciturne!
Ik kruiste hem daar ooit in de hall op de smalle draaitrap. As far as I can remember vond dit plaats tijdens de zomer van 1983. Ik, 24 jaar: klimmend op de trap naar de flat op de eerste verdieping van een maat van mij. Lees verder op persblog.be