De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Een paar punten voorbij Mia Doornaert inzake 9/11

vrijdag 17 september 2021 04:08
Spread the love

Onlangs gaf Mia Doornaert op Facebook een stukje weer van haar hand dat ze schreef een jaar na de beruchte aanslagen. Ik geef het weer, met de inleiding, en laat het volgen door een paar bedenkingen.

“Het opiniestuk hieronder schreef ik negentien jaar geleden in De Standaard, op de eerste verjaardag van nine/eleven. Ik hoef er nog altijd niets van terug te nemen. Mijn voorspelling dat Europa niet moest denken dat het islamistische terreur kon ontlopen werd- helaas – bewaarheid met de verschrikkelijke aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, waarin Molenbeek wereldwijd bekend werd, en waarover nu het proces bezig is. En met de bloedige aanslagen in Zaventem en metrostation Maalbeek van 22 maart 2016. Evenmin zat ik fout met mijn waarschuwing dat een militaire inval in Irak, waarvan toen al sprake was, de ‘ergste optie van allemaal’ was. En tenslotte blijft het ook actueel dat de Europese Unie altijd klaar staat met kritiek op Amerika maar zichzelf nooit zelf tot een geloofwaardig internationaal optreden in staat blijkt te zijn. Hier volgt de tekst van 19 jaar geleden.”

 

OPINIE

We zijn allen Amerikanen

10 SEPTEMBER 2002 De Standaard | Mia Doornaert

“Op 10 september vorig jaar waren er al volop discussies over de clash of cultures , maar ze bleven bij theorieën. Op elf september leerden we dat er integristen zijn voor wie die clash geen louter ideologisch gegeven is maar een reden voor massamoord. Leden van het bewind van een VN-lidstaat, Afghanistan, en van een terreurnetwerk, Al-Qaeda, bleken onze liefde voor het leven zo te haten dat ze zich het recht aanmatigden ons daarom te komen vermoorden.

Daarom is nine eleven een caesuur. Het was niet alleen een aanval op de symbolen van Amerika’s militaire, economische en culturele macht. Het was een aanval tegen ,,ons”, dat wil zeggen tegen al degenen die de waarden delen van vrijheid, gelijkheid en tolerantie. Het was een aanslag op de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen. Het was een aanslag op het recht om vrij te denken, ongelovig te zijn of gelovig, te bidden in een kerk, synagoge, tempel of moskee.

Het was een aanslag op de pursuit of happiness die ingeschreven staat in de Amerikaanse grondwet, een prachtig document dat niet toevallig een product van de achttiende eeuw is met haar geloof in de rede en de universele waarden.

Osama bin Laden en de zijnen verdragen niet dat we geen baarden en boerka’s dragen maar bermuda’s en minirokjes, dat we graag dansen, dat we naar het theater, de opera of rockconcerten gaan, dat we de sensuele aantrekking tussen mensen van verschillend en zelfs — o schande — hetzelfde geslacht vrij en openlijk beleven, dat voor vrouwen seks een plezier mag zijn en niet een opgelegde, en wegens de genitale verminking vaak zeer pijnlijke, plicht.

Om die reden waren we op elf september ,,allen Amerikanen”, zoals de directeur van Le Monde , Jean-Marie Colombani, toen in een indrukwekkend redactioneel commentaar schreef.

Dat hij dat heeft durven schrijven, dat zal hij echter geweten hebben. De verlichte Parijse intelligentsia schreeuwde verraad en stortte een vloed van kritiek op Colombani uit. Die intelligentsia heeft de uitbuiting van de mens door de mens in totalitaire landen goedgepraat, Mao verheerlijkt, de intrede van de Rode Khmers in Phnom Penh als ,,bevrijding” beschreven, de slachtoffers van de goelag als tegenstanders van het socialisme afgedaan. Ze kent blijkbaar maar één taboe: solidariteit met het land dat symbool staat voor de vrijheid van het individu.

Wat voor Frankrijk geldt, is in grote mate ook waar voor de rest van West-Europa. Ook hier juichten progressieve partijen en groepen, vredesbetogers en anderen in de jaren tachtig nog de sinistere regimes van Oost-Europa toe als vredesapostelen. Alle kwaad kwam van het Westen, de Navo, Amerika.

Op een kleine minderheid na heeft die progressieve intelligentsia nooit een gewetensonderzoek verricht over haar sympathieën voor vrijheidsdodende regimes, laat staan iets geuit wat op een verontschuldiging kan lijken. Ook niet toen na de val van de Berlijnse Muur bleek welke economische, ecologische en vooral morele puinhoop — ,,de verminking van het ethisch geweten”, zei Vaclav Havel — het reële socialisme had nagelaten.

Integendeel, die kleine maar luidruchtige en spraakmakende bende ging en gaat met vernieuwde ijver tekeer tegen de Verenigde Staten. Wat die intelligentsia de VS niet vergeeft, is dat de bevolkingen van Oost-Europa gekozen hebben voor de ,,westerse” waarden. Want daarmee kwam een einde aan haar intellectueel comfort. Ze kan niet langer genoeglijk uit twee ruiven eten: genieten van de vrijheid en het materieel comfort van het Westen en tegelijk juichen dat in het Oosten de ,,nieuwe mens” en de nieuwe maatschappij gesmeed worden.

Dat alles verklaart waarom op de emotie over de aanslagen van elf september, op het gevoel van medeleven met Amerika, zo snel een groeiende golf volgde van anti-Amerikanisme. Niet het fanatisme van de aanslagplegers maar Amerika zelf werd geleidelijk de schuldige.

Het procédé is bekend en eenvoudig. Je somt alle tekortkomingen op van de Amerikaanse maatschappij — en dat ze bestaan en ernstig zijn kan niemand betwisten. Je somt alle vroegere en huidige fouten op van het Amerikaans buitenlands beleid, onder andere zijn steun aan weinig aanbevelenswaardige regimes. Je zegt dat de Amerikanen wel de laatsten zijn die de rest van de wereld de les moeten lezen. En je schept aldus de indruk dat alle andere regimes eigenlijk niet slechter zijn dan het Amerikaanse. En dat de moordenaars van elf september op hun manier een kruistocht tegen het kwade voeren.

Dat bleek al snel in de verschuiving van het taalgebruik toen George W. Bush een coalitie ging vormen tegen de Taliban en Al-Qaeda. In plaats van Al-Qaeda ging men spreken over de Taliban; dan werden de Taliban het Afghaanse volk; dan werd het Afghaanse volk de islam; dan werd de islam de Palestijnen. Bin Laden was niet langer een middeleeuwse fanatiekeling, maar de verdediger van het Palestijnse volk. En de militaire actie tegen Afghanistan diende niet meer om het regime uit te schakelen dat een terreuroorlog tegen het Westen hielp voeren, maar werd een imperialistisch/kolonialistische aanval op het Afghaanse volk, de islam, de Palestijnen. Wat moest worden bewezen.

Colombani reageert vertwijfeld op dat procédé in zijn boekje Tous Américains? dat hij dit voorjaar publiceerde, als antwoord op de golf van kritiek. Daarin komt hij niet terug op zijn commentaar. Hij legt wel uit dat solidariteit met Amerika over 11 september niet betekent dat je blind bent voor alle fouten van dat land of zijn leiders. En hij ergert zich blauw aan de mensen die roepen dat je de tegenstander (Bin Laden, Saddam Hoessein…) niet mag ,,demoniseren”, maar die zelf het hele wereldgebeuren verklaren door de diabolisering van de Verenigde Staten en George W. Bush. Dat was overigens merkbaar tot op de recente VN-conferentie in Johannesburg. Onze ngo’s verketterden er dagelijks George W. Bush en de ,,vrije markt”, en alleen hen, als oorzaak van alles wat fout gaat.

In hun nieuwe verschijningsvorm van het antimondialisme zitten de nostalgici van de diverse Internationales nog altijd vast in het wit-zwartdenken van de Koude Oorlog. Wie tegen Amerika is, kan niet slecht zijn. Zelfs voor de moordenaars van 11 september, zonen van de gegoede Saudische burgerij, zijn er excuses.

Dat simplistisch anti-Amerikanisme, het ,,socialisme van de imbecielen”, vervalst jammer genoeg het debat dat er moet zijn over de ,,oorlog tegen het terrorisme”. Hoe onvolmaakt de situatie in Afghanistan ook is, niemand kan beweren dat de wereld veiliger zou zijn als Osama bin Laden en de Taliban er nog aanslagen tegen het goddeloze Westen zaten uit te broeden.

Heel anders is het gesteld met een mogelijke Amerikaanse actie tegen Irak. Goede opties bestaan niet ten aanzien van een dictator die niet inzit met het lijden van zijn bevolking. Maar tenzij Bush en zijn regering verschrikkelijk gevaarlijke feiten kennen die ze ons niet meedelen, is een militaire aanval op Irak de slechtste optie van allemaal. Omdat die de Iraakse bevolking nog meer zal doen lijden. Omdat dit lijden bovendien zinloos dreigt te zijn want een overtuigende blauwdruk voor een stabiel, laat staan democratisch, Irak is er niet. Omdat zo’n actie ook een uiterst gevoelige regio verder dreigt te destabiliseren.

Maar een emotioneel anti-Amerikanisme is niet het juiste antwoord. Dat kan de VS alleen maar de indruk geven dat de kritiek niet gaat over wat ze doen maar over wat ze zijn. En dat ze dus niet hoeven te luisteren omdat, wat ze ook doen, ze altijd kritiek zullen krijgen.

Zeker voor de landen van de Europese Unie klinkt het nogal hol de Amerikaanse simplismen en uitschuivers te bekritiseren of te bewenen. Want wanneer heeft Europa zich ooit de middelen gegeven om te maken dat zijn eigen ideeën, analyses, oplossingen gewicht in de schaal leggen in Washington en elders in de wereld?

Integendeel, de Europese landen zijn zelf vaak hypocriet. België betreurt het unilateralisme van de Verenigde Staten, hun onwil om in VN-kader te werken. Maar het vergeet gemakshalve dat het zeer snel, emotioneel en unilateraal zijn troepen uit een VN-vredesactie teruggetrokken heeft na de dood van tien para’s in Rwanda. In de schok van die moordpartij kon het VN-mandaat toen de hele natie gestolen worden.

Onder indruk van het Amerikaans wapengekletter geeft Saddam Hoessein voor het eerst in jaren de indruk dat hij weer VN-controleurs wil toelaten. Grijpt de Unie dit aan om massale druk op de Iraakse leider uit te oefenen voor een vreedzame oplossing? Vergeet het. De Duitse kanselier, Gerhard Schröder, zegt dat Duitsland in geen geval aan een actie tegen Irak zal deelnemen, zelfs niet in het kader van een VN-mandaat. Om stemmen te winnen stuurt hij Saddam het signaal toe dat hij van het machtigste land van Europa niets te vrezen heeft, wat hij ook doet. En dan maar George W. Bush verwijten dat hij meer met zijn kiezers dan met de rest van de wereld inzit.

Een jaar geleden beseften we nog niet dat een bloedige aanval op komst was op een wijze van leven die ons lief is, op het recht op life, liberty and the pursuit of happiness . Het is niet omdat Amerika als bliksemafleider diende dat wij niets te vrezen hebben van lieden voor wie onze waarden zelf een doorn in het oog en het vlees zijn. Op dat punt zijn we inderdaad ,,allen Amerikanen”.

Het zorgwekkende is dat een jaar na die gezamenlijke emotie, na het medeleven en de verontwaardiging, Amerika en Europa verder van elkaar staan dan voor nine eleven . De verantwoordelijkheid daarvoor ligt voor een groot deel, maar niet alleen, bij George W. Bush. Dat is een overwinning die we Bin Laden niet mogen gunnen. Daaraan verhelpen is ook voor Bush belangrijker voor de echte bestrijding van het terrorisme dan het wapengekletter tegen Saddam.

(De auteur is redactrice van deze krant.)”

 

Kritische bedenkingen

  1. De kritiek op de hardnekkige aanbidders van Stalin in Europese hoofdsteden is natuurlijk terecht. Die was hoogopgeleid, belezen, een rots van mannelijke wilskracht, maar genadeloos en doortrapt, al te vaak een brute massamoordenaar.

 

Een mooie boutade van Colombani inderdaad: “Nous sommes Tous [des] Americains”. Gelukkig zijn wij niet in alle betekenissen van het woord gelijk te stellen met Amerikanen: de natie, wellicht de enige in de drie miljard jaar geschiedenis van de planeet, die op zulke gesofisticeerde wijze is geboren via landroof en geregeld kil- berekende genocide op de oorspronkelijke bewoners. De Native Americans. De Indianen. Een volk van voorbeeldig gehalte en wereldbeschouwing in een era van vernietiging van biodiversiteit, klimaat en leegroof van ertsaders. Dat is een zwarte bloedvlek op het blazoen met de Witkoparend, een wanklank die doorheen de mooie melodieën van Philip Sousa zoals de nationale hymne Stars and Stripes zal klinken, die nog niet snel zal verdwijnen. Dit bloed kleeft hardnekkig op de handen, het verdwijnt niet zomaar in de wasmachine. Dat perfide stukje van de identiteit van de USA kan mee verklaren hoe een bende moorddadige cowboys en fraudeurs als Donald Rumsfeld en Dick Cheney dit land konden gaan besturen. In onze tijd van wetenschap en humanisme. Als maten van de beïnvloedbare, en volgens insiders van een buitengewoon lage intelligentie voorziene George Bush junior. I’d rather not be that kind of American.

 

De aanslagplegers, veelal Arabieren uit het schiereiland, zijn in elk geval niet laf geweest. Daar gebruikte Bush jr. toch het verkeerde woord, zoals Arundathi Roy in een opiniestuk in de Frankfurter Allgemeine heeft opgemerkt. De aanslagen waren een militair en organisatorisch huzarenstuk dat met stoutmoedigheid werd voorbereid en uitgevoerd. Om dat te zien en te zeggen moet een mens allicht over veel grootmoedigheid beschikken. Zoals Churchill die de kwaliteit van General der Pantzertruppen Erwin Rommel publiekelijk erkende in 1943. Wat hem verwijten opleverde, maar toen tegen het einde van de oorlog een rondvraag werd georganiseerd over wie een goed generaal was geweest, noemden de meeste Britten ook Rommel; niet Montgomery, hoewel Rommel zelf die allicht met stip zou hebben vermeld. Na zwaar te zijn verslagen in de woestijn van Noord-Afrika. Ik neem me voor in volgende stukjes van onze sterjournaliste te peilen naar wat de Amerikanen noemen Magnanimity.

 

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!