De voorbije vier dagen zat ik samen met een delegatie van ACV en ACW Limburg op het Europees Sociaal Forum in Istanbul. Vakbonden, ngo’s, vredes- en milieuorganisaties, vrouwen- en jongerenbewegingen uit heel Europa debateerden in honderden seminaries en workshops over armoede, gelijkheid, emancipatie, ecologie, vrijheid. Een forum zoals de andere, ons-kent-ons, dus wat doet het er nog toe?
Op het eerste zicht lijkt de rek wat uit de Europese Sociale Fora te zijn. Deelnemers die ook de eerste twee Fora in Firenze (2002) en Parijs (2003) meemaakten, hebben het over minder volk, minder hoop, en vooral minder lokale gedragenheid. In Parijs kon je tijdens het hele forum terecht op een immense markt met vele, vooral Franse, organisaties, waren de anders-globalistische boeren van José Bové militant aanwezig, en verwelkomden muurschilderingen in Saint-Denis de deelnemers aan het Forum. De revolutie leek wel vlakbij.
Niets van dit alles in Istanbul. Sinds Londen (2004) gaat vooral lokale betrokkenheid en brede gedragenheid in het organiserend land achteruit. In Istanbul moest je zelf op zoek naar lokaties. Geen pijl of wegwijzer te zien. De lokale markt bestond uit 14 en een halve tent, waar de bijna verplichte organisaties boeken van Marx en Lenin verkochten. En de organisatie was, maar dat is niets nieuws, een chaos. In Londen zei er al een dame tegen mij: “That’s why we do’nt rule the world”.
Op 3 juli liep door het historisch centrum van Istanbul een Japans koppel met twee zoontjes. Ze hadden allebei een voetbaltruitje aan. De ene een Duits, met nummer 10 en “Podolski” op de rug. De andere een Argentijns, hetzelfde nummer en “Messi”. De globalisering wandelde live door smalle eeuwenoude straatjes op de grens van Europa en Azië, enkele uren voor de pandoering van Maradona. Hangt het alternatief in de touwen?
Ik heb één belangrijke les geleerd in Istanbul. Beleidsmakers, politici, zelfs wetenschappers, ze zijn het globale plaatje kwijt. Ze focussen zich op hun eigen werkterrein. De ene op gezondheidszorg, de andere op armoede, nog een andere op klimaatbeleid. Maar niemand lijkt nog te beseffen dat al deze beleidsdomeinen samenhangen, en dat een keuze op één terrein gevolgen heeft op een ander. En dat politiek ook ideologische keuzes behelst, en niet alleen draait om wat technische modellen. Alsof een regering, een Europese commissie, een schepencollege enkel een zakenkabinet is, een raad van bestuur van om het even welke op winst gefocuste bierbrouwer.
Europees bekijkt niemand de sociale gevolgen van de liberalisering van de Postmarkt. Deze wordt verkocht alsof het om een louter technische ingreep gaat, zoals vele zogenaamde efficiëntieverhogende maatregelen in de openbare dienstverlening. Terwijl de meeste burgers niets hebben aan deze liberalisering en de meeste werknemers van Postbedrijven er alleen op achteruit gaan. Zelfs Europarlementsleden beseffen niet dat ze permanent ideologische keuzes maken, die jammer genoeg alleen de liberale richting uitgaan.
Als we dit Vlaams vertalen valt het toch onmogelijk te rijmen dat de Vlaamse regering gaat voor een extra forfaitaire kinderbijslag voor iedereen die in Vlaanderen woont, maar tegelijkertijd de Vlaamse aanmoedingingspremies bij tijd- en zorgkrediet wil afschaffen? Budgetten worden verdeeld over departementen, en elke minister doet zijn ding. Van enige samenhang in het beleid is geen sprake. In België is dat al sinds de eerste regering Verhofstadt zo. En toen was er geld om iedereen zijn ding te laten doen. Wat lastenverlaging voor de liberalen, wat sociale uitgaven voor de socialisten. Gevolg: alle centen op en pijnlijke besparingen voor de boeg.
Welke gemeente, welk Vlaanderen, België, Europa, welke wereld willen we eigenlijk? Het is hoog tijd dat we eerst het bos even tekenen, voor we ingrepen gaan doen aan elke boom. Want anders blijft een verder gaande liberalisering en privatisering aan ons verkocht worden als wat efficiëntieverhoging. Zoals Asbjorn Wahl van “Campaign for the welfare state” het uitdrukte: “Alle politici zeggen dat ze strijden tegen armoede, terwijl ze op andere beleidsdomeinen maatrgelen nemen die net armoede creëren”.
Laten we (de hele Christelijke Arbeidersbeweging) dus maar de hand in eigen boezem steken, en ook wat sterker focussen op welke wereld we eigenlijk willen. Het zal het veel gemakkelijker maken om publieke opinie, weldenkende politici en misschien zelfs hier of daar een denkende journalist te overtuigen van een alternatief. Anders blijft het aanmodderen in de marge en punctueel verzet tegen alweer een overheidsmaatregel die goed is voor één boom, maar de rest van het bos laat verdrogen.
Een andere wereld ís mogelijk. Baska bir dünya mümkün!
Luc Purnelle