Nationale betoging voor Palestina, Brussel, 17 december 2023. Foto: vrede.be
Opinie - Vrede vzw, and

Kroniek van de Europese ontoereikendheid

In tegenstelling tot de vele burgers in heel Europa die verontwaardigd de straat op trekken om een staakt-het-vuren te eisen in Gaza, geraken de leiders van de EU het maar niet eens over een dergelijke fundamenteel humanitaire oproep.

dinsdag 26 december 2023 13:47
Spread the love

 

Op de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 volgden krachtige veroordelingen van de Europese staatsleiders. Deze veroordelingen waren zowel terecht als noodzakelijk, omdat bij de aanval niet alleen militaire doelwitten, maar ook burgers werden geviseerd.

De acties van Hamas werden overigens door de overgrote meerderheid van de landen ter wereld veroordeeld, maar waar dit buiten ‘het Westen’ vaak gepaard ging met bezorgdheid over een mogelijke escalatie van het geweld, met expliciete oproepen aan beide partijen tot terughoudendheid of met verwijzingen naar de historische context van bezetting en blokkade, hamerden de Europese leiders – in navolging van Washington – voornamelijk op “het recht van Israël om zich te verdedigen tegen terroristen”.

Het massaal bombarderen van een hele burgerbevolking kan  bezwaarlijk omschreven worden als ‘zich verdedigen’.

Daarmee gaven ze een vrijbrief voor harde militaire vergeldingsmaatregelen, waarbij Hamas een synoniem werd voor alle Gazanen. Het massaal en arbitrair bombarderen van een hele burgerbevolking, het volledig afsluiten van de Gazastrook voor alle basisvoorzieningen, en het bevelen om dichtbevolkte gebiedsdelen op korte tijd te ontruimen, kunnen trouwens bezwaarlijk omschreven worden als ‘zich verdedigen’. Toch konden deze acties op veel begrip rekenen bij de Europese regeringen en instellingen.

Steun voor de bezetter

“Mannen, vrouwen en kinderen van water, elektriciteit en verwarming afsnijden terwijl de winter eraan komt, dat zijn daden van pure terreur”, proclameerde de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, in de herfst van 2022, toen ze uithaalde naar de Russische aanvallen op de Oekraïense civiele infrastructuur.

Wanneer de Israëlische minister van Defensie een jaar later aankondigde dat hij de opdracht had gegeven om de Gazastrook volledig af te snijden van elektriciteit, water, brandstof en voedsel, bleef een veroordeling van deze ‘daden van pure terreur’ uit.

Wel prijkte er een Israëlische vlag op het gebouw van de Europese Commissie in Brussel, die zo toonde dat de kant van de bezetter was gekozen in plaats van die van de burgerslachtoffers, zowel Israëlische als Palestijnse.

Op 13 oktober 2023, na een week van onphoudelijke arbitraire bombardementen op Gaza, maakte Von der Leyen samen met Roberta Metsola, de voorzitter van het Europees Parlement, haar opwachting in Israël als blijk van solidariteit. Ze drukte de Israëlische premier Benjamin Netanyahu op het hart dat zijn land de steun genoot van heel Europa.

Haar demarche veroorzaakte heel wat ongenoegen binnen de EU omdat ze in naam van het blok en zijn inwoners leek te spreken – een bevoegdheid waarover ze als niet verkozen functionaris helemaal niet beschikt. Ze kreeg ook kritiek omdat ze niet had overgebracht dat er van Israël verwacht werd dat het zich aan het internationaal humanitair recht zou houden bij het uitvoeren van zijn militaire operatie tegen Hamas. Dit punt werd ondertussen door verschillende Europese leiders benadrukt.

Dezelfde dag van von der Leyens bezoek aan Netanyahu, beval het Israëlisch leger de volledige evacuatie, inclusief ziekenhuizen, van het noordelijke naar het zuidelijke deel van de smalle strook. 1,1 miljoen mensen werd opgedragen de zone binnen de 24 uur te verlaten “voor hun eigen veiligheid”.

De VN riep Israël op om het bevel in te trekken en zo te vermijden dat wat al “een tragedie is” zou “veranderen in een rampzalige situatie”. Niet alleen werd het bevel niet ingetrokken, het Israëlisch leger bleef ook het zuidelijk deel van Gaza onophoudelijk bombarderen, een duidelijke schending van het internationaal humanitair recht.

Verschillende Europese staatshoofden maakten er tijdens de eerste weken na de Hamas-aanval een punt van om hun solidariteit met Israël persoonlijk te gaan overbrengen aan Netanyahu. Zo passeerden de Britse premier Rishi Sunak, de Duitse bondskanselier Olaf Scholtz, de Italiaanse premier Giorgia Meloni, de Franse president Emanuel Macron, de Nederlandse premier Mark Rutte en de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis achtereenvolgens de revue.

Sommigen van hen, met name Macron en Rutte, pleitten bij Netanyahu ook voor humanitaire hulp aan Gaza en voor het respecteren van het internationaal humanitair recht, maar allemaal binnen het kader van het recht van Israël om zich te verdedigen.

Verdeeldheid

Er waren veel uitingen van steun voor Israël vanuit de individuele Europese naties, maar de Europese Unie slaagde er niet in om als een verenigd blok voor de dag te komen met een gezamenlijke reactie op de gebeurtenissen in Israël en Gaza.

Beslissingen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands beleid van de EU vereisen unanimiteit in de Raad van de Europese Unie, waarin de bevoegde ministers van alle lidstaten zetelen. Het is een oud zeer dat de Unie het vaak moeilijk heeft om op het vlak van buitenlands beleid als een echte unie naar voor te treden, en dat was in dit geval niet anders.

Het officiële standpunt van de EU over het Israëlisch-Palestijns conflict is al jaren dat ze zich inzet voor de “visie van een onafhankelijke en soevereine staat Palestina, die zij aan zij met Israël in vrede en veiligheid leeft” – de tweestatenoplossing dus, waarbij de praktische onuitvoerbaarheid van deze optie op het terrein, gemakshalve wordt genegeerd.

Maar de individuele standpunten van de EU-leden over verschillende aspecten van het conflict zijn in werkelijkheid complex en verdeeld, al lijkt het onvoorwaardelijk pro-Israëlische kamp binnen de Unie de afgelopen jaren wel te zijn gegroeid.

De standpunten van de EU-leden over het Israëlisch-Palestijns conflict zijn verdeeld

Deze verdeeldheid werd in de onmiddellijke nasleep van 7 oktober snel duidelijk door de verwarrende en soms contradictorische reacties van Europese organen en functionarissen. Zo kondigde de Hongaarse EU-commissaris voor Uitbreiding, Oliver Varhelyi, op 9 oktober aan dat de Europese Commissie onmiddellijk alle financiële steun voor Palestina zou opschorten.

Dit leidde onverwijld tot een korte diplomatieke rel. De ministers van Buitenlandse Zaken van EU-landen als Spanje, Ierland, België en Luxemburg bekritiseerden Varhelyi en wezen erop dat alleen zij, de ministers van Buitenlandse Zaken van het blok, een dergelijke beslissing konden nemen. Amper vijf uur na Varhelyi’s statement, kondigde de Commissie in een persbericht aan dat de ontwikkelingshulp aan de Palestijnen niet zou worden opgeschort.

En dan waren er de strapatsen van von der Leyen, die na haar niet overal gesmaakte bezoek aan Netanyahu haar ondubbelzinnige pro-Israëlstandpunt luidkeels bleef verkondigen, zelfs al begon de disproportionaliteit van de aanhoudende Israëlische militaire campagne ondertussen voor een toenemende ongemakkelijkheid te zorgen in Europa.

Op 20 oktober ontving het kantoor van von der Leyen een drie pagina’s tellende brief van personeelsleden van de Commissie –op dat moment al ondertekend door bijna 850 EU-medewerkers– waarin “bezorgdheid” werd geuit over “de onvoorwaardelijke steun van de Europese Commissie, die u vertegenwoordigt, voor een van de twee partijen”.

De ondertekenaars van de brief schreven dat ze “de waarden van de EU nauwelijks herkennen” en zich zorgen maakten over de “schijnbare onverschilligheid die onze instelling de afgelopen dagen aan de dag heeft gelegd ten aanzien van de voortdurende slachting onder burgers in de Gazastrook, waarbij de mensenrechten en het internationaal humanitair recht met de voeten worden getreden”.

Ze drongen er bij von der Leyen op aan om “samen met de leiders van de hele Unie op te roepen tot een staakt-het-vuren en tot de bescherming van het leven van burgers. Dit is de kern van het bestaan van de EU”, aldus de ondertekenaars.

Zwak standpunt

Pas op 15 oktober kwam er eindelijk een eerste gemeenschappelijk standpunt van de Europese Unie over de oorlog. Tegen de achtergrond van een snel groeiend aantal dodelijke burgerslachtoffers in Gaza, veroordeelden de Europese ministers van Buitenlandse Zaken Hamas en de terroristische aanvallen in Israël “in de sterkst mogelijke bewoordingen” en benadrukten ze “het recht van Israël om zichzelf te verdedigen, in overeenstemming met het humanitair en internationaal recht”.

Er kwam geen veroordeling van Israël voor de aan de gang zijnde flagrante schendingen van dit humanitair en internationaal recht, noch werd er opgeroepen tot een staakt-het-vuren. Deze positie zorgde voor veel verontwaardiging, onder andere bij grote delen van de Europese bevolking die over heel het continent op straat kwam om een onmiddellijk staakt-het-vuren te eisen.

Op 12 november 2023, duizenden Palestijnse burgerslachtoffers later, kwam er een opvolgend gemeenschappelijk standpunt van de EU. Daarin werd er bij Israël op aangedrongen om zich “zo terughoudend mogelijk op te stellen om de bescherming van burgers te waarborgen”, maar werd tegelijk het recht van Israël herbevestigd om zichzelf te verdedigen, weliswaar in overeenstemming met het internationaal en het internationaal humanitair recht.

De EU veroordeelde Hamas voor het gebruik van ziekenhuizen en burgers als menselijk schild, terwijl veroordelingen van Israëls optreden opnieuw uitbleven. Ook van een staakt-het-vuren was wederom geen sprake. De EU riep wel op tot “humanitaire corridors en pauzes” om de veilige en ongehinderde toegang van noodhulp te garanderen.

Enige context, zoals een verwijzing naar de decennialange bezetting en kolonisatie van de Palestijnse gebieden of de strenge blokkade waaraan Gaza al jaren wordt onderworpen, ontbrak uiteraard volledig.

Ook de bijeenkomst van regeringsleiders (de Europese Raad) van midden december, op het ogenblik dat het aantal dodelijke slachtoffers de kaap van 20.000 had bereikt, bracht geen verandering: nog steeds geen oproep tot een staakt-het-vuren. Na afloop herhaalde Charles Michel het Israëlische recht op verdediging en veiligheid. Over het recht op verdediging en veiligheid voor de Gazanen geen woord.

Binnen Europa bleven ook op nationaal niveau de veroordelingen van de disproportionele militaire acties van Israël uit. Zelfs een fundamentele humanitaire eis, uitsluitend gericht op het beschermen van mensenlevens, als een staakt-het-vuren, krijgen de Europese leiders maar traag en soms niet over de lippen.

Naarmate het Palestijns dodental bleef oplopen en de gruwelijke beelden vanuit Gaza de huiskamers binnenrolden, zwol de druk voor een staakt-het-vuren nochtans zienderogen aan, zowel van internationale politieke leiders, als van demonstranten in alle wereldsteden, ook in Europa.

Europa in de VN

Toen de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 28 oktober 2023 –uit frustratie over het uitblijven van een resolutie van de VN-Veiligheidsraad– met overweldigende meerderheid een resolutie goedkeurde die pleitte voor “een onmiddellijke en duurzame humanitaire wapenstilstand die leidt tot het staken van de vijandelijkheden” en “een ongehinderde verstrekking van essentiële hulp aan burgers in de hele Gazastrook”, stemden maar acht van de 27 EU-landen voor. België, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Malta, Portugal, Slovenië en Spanje, werden vervoegd door de niet-EU-landen Zwitserland en Noorwegen. Vier EU-landen stemden tegen de staakt-het-vuren-resolutie (Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije en Kroatië) en de rest, samen met het Verenigd Koninkrijk, onthield zich.

De VS blijven in de VN-Veiligheidsraad elke resolutie voor een staakt-het-vuren in Gaza vetoën

Terwijl het bloedvergieten en de vernietiging in Gaza apocalyptische proporties aanneemt, blijft de Verenigde Staten in de VN-Veiligheidsraad elke resolutie voor een staakt-het-vuren in Gaza tegenhouden met zijn vetorecht. Een wanhopige Algemene Vergadering reageerde op dinsdag 12 december door nogmaals massaal te stemmen voor een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren. Maar liefst 153 van de 193 landen steunden de resolutie.

Van de 27 EU-lidstaten stemden er deze keer twee -Oostenrijk en Tsjechië- tegen. Zeventien leden stemden voor, terwijl de overige acht zich van stemming onthielden. Ook het Verenigd Koninkrijk onthield zich. Het lijkt erop dat de meerderheid van de EU-leden nu toch een einde wil maken aan de slachtpartij in Gaza. Maar deze verschuiving komt er veel te laat en het enige logische en fundamenteel menselijke standpunt van een staakt-het-vuren wordt nog steeds niet unaniem gedragen door de EU.

Dubbele moraal

De krachteloze en overvoorzichtige houding van Europa ten opzichte van Israël leidde internationaal tot beschuldigingen van een dubbele moraal. Toen een journalist van de zender Al-Jazeera, na bijna anderhalve maand van intense bombardementen, aan de Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken van de EU, Josep Borrell, vroeg of Israël oorlogsmisdaden had begaan, antwoordde hij: “Wel, ik ben geen jurist, maar er is een Internationaal Gerechtshof dat dit zal onderzoeken en ik zal mij bij die beslissing neerleggen”.

Daarop vroeg de interviewer hem of hij de aanval van Hamas in het zuiden van Israël op 7 oktober als een oorlogsmisdaad beschouwde. Borrell antwoordde prompt bevestigend: “Ja, wij beschouwen dat als een oorlogsmisdaad”.

De journalist van Al-Jazeera wierp hem later voor de voeten dat zijn antwoord een typisch voorbeeld was van de reden waarom de Europese Unie ervan wordt beschuldigd een dubbele moraal te hanteren als het gaat om Israël en Palestina.

De dubbele standaard overstijgt ook de ongelijke benadering van Israël en Palestina zelf. Diezelfde Borrell toonde zich op 24 februari 2022, de dag dat Rusland Oekraïne binnenviel, bijvoorbeeld erg strijdlustig. Hij veroordeelde de Russische demarche als “de grootste schending van het internationaal recht” en van de “basisprincipes van de menselijk co-existentie”. Hij kondigde aan dat de EU “zo krachtig mogelijk” zou reageren “met het strengste pakket sancties dat we ooit hebben uitgevoerd”.

De Europese Unie maakt zich met haar selectieve verontwaardiging over mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden ongeloofwaardig. Ze verliest het moreel gezag om andere landen hierover de les te spellen. De inconsequente houding van Unie kan ertoe bijdragen dat ze de internationale rechtsorde -die ze naar eigen zeggen zo koestert- zelf mee helpt ten grave dragen.

Uitzonderingsstatus

In de schoot van de Verenigde Naties zijn de afgelopen decennia tientallen resoluties gestemd en rapporten gepubliceerd over de aanhoudende Israëlische schendingen van het internationaal recht en het oorlogsrecht.

Ze blijven echter zonder gevolg omdat de VS en de EU Israël systematisch de hand boven het hoofd houden. Zelfs al beschouwt Israël de EU-verklaringen over het Israëlisch-Palestijns conflict vaak als eenzijdig en pro-Palestijns – wat in het verleden occasioneel voor diplomatieke spanningen zorgde – uiteindelijk wordt Israël nooit echt op de vingers getikt en al zeker niet bestraft.

Wereldwijd is de perceptie dat de landen die goed bevriend zijn met de ‘westerse wereld’ makkelijker gespaard blijven van terechtwijzingen en sancties voor schendingen van de mensenrechten en de spelregels van de internationale rechtsorde.

En Israël is meer dan een goed bevriend land. Zowel bij de VS als bij Europa geniet het van een uitzonderingsstatus, die zich wat de EU betreft vertaalt in een Associatieverdrag dat de innige onderlinge samenwerking regelt.

Ondanks dat er vanuit verschillende Europese hoofdsteden al eens politieke kritiek klinkt aan het adres van Israël, wordt de economische samenwerking tussen de EU en Israël daar geenszins door verstoord. In het Associatieverdrag dat de Unie in 2000 met Israël sloot, staat nochtans dat het respect voor de mensenrechten een essentiële voorwaarde vormt van het akkoord.

Als blok is de EU de belangrijkste handelspartner van Israël: 31,9 procent van de invoer van Israël kwam in 2022 uit de EU en 25,6 procent van de Israëlische uitvoer ging naar de EU. De geprivilegieerde economische positie van Israël ten opzichte van de Unie inperken door simpelweg de mensenrechtenclausule van het Associatieverdrag in te roepen, zou druk kunnen uitoefenen op het land. Maar zelfs dat is voor de meeste lidstaten al een brug te ver, laat staan dat er sancties op tafel liggen.

De EU erkent bijvoorbeeld al jarenlang officieel dat de nederzettingen die Israël op de bezette Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, bouwt en/of uitbreidt, illegaal zijn volgens het internationaal recht. Toch blijven de producten die er worden geproduceerd ongehinderd hun weg vinden naar de Europese markten.

Er is enkel afgesproken dat ze een correct oorsprongsetiket moeten dragen, wat in 2019 door het Europees Hof van Justitie als een verplichting werd bevestigd. De maatregel kan echter makkelijk worden omzeild en houdt geen verbod in op de toegang van deze producten tot de Europese Unie, zoals dat in een mum van tijd bijvoorbeeld wel mogelijk was voor tal van Russische producten na de inval van Oekraïne.

Anderhalf jaar na de start van de Oekraïne-oorlog had de EU al elf pakketten met handelssancties tegen Rusland goedgekeurd. Dit maakt meteen duidelijk dat handelsrelaties een belangrijk potentieel drukkingsmiddel kunnen vormen, maar de EU weigert simpelweg om kordaat op te treden tegen het Israëlisch terreurbeleid in de bezette Palestijnse gebieden.

De EU weigert de handelsrelaties met Israël te gebruiken als drukkingsmiddel

Het dispuut met Israël over de etikettering van producten uit illegale nederzettingen zorgde tijdelijk voor wat diplomatieke spanningen met de EU, maar zonder dat de gewone economische samenwerking ooit in gevaar kwam.

In de zomer van 2022 beslisten de Europese ministers van Buitenlandse Zaken plots om ook de diplomatieke banden met Israël terug nauwer aan te halen. Niet dat er iets was veranderd aan de Israëlische mensenrechtenschendingen of inbreuken op het internationaal recht. De EU was vooral begaan met de energiebevoorrading als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne.

Israël zette de afgelopen jaren zwaar in op de ontginning van gas, waarvan het grote reserves voorradig heeft in zijn territoriale wateren. Tijdens een bezoek van de Europese Commissievoorzitter in juni 2022 werd alles in gereedheid gebracht voor het sluiten van een miljardencontract voor de levering van Israëlisch gas aan Europa.

Voor het transport van dat gas is een 1.900 kilometer lange EastMed-pijpleiding in constructie. Vanaf de jaren 2025-2027 moet die het gas via Cyprus naar Griekenland en van daaruit naar Italië brengen. En een genocidale militaire campagne tegen de Palestijnen in Gaza zal deze plannen niet in de war sturen.

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!