Klein memoriaal voor Nahel op de plaats waar hij stierf. Foto: Silanoc, Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0
Interview -

Jacques Pain: “Geweld van jongeren is een identiteitsprobleem”

Jacques Pain (1942 – 2021) was hoogleraar 'Sciences de l’éducation' aan de universiteit Paris X – Nanterre en verantwoordelijk voor de onderzoekssector 'Crisis – school – kwetsbare terreinen'. Geweld van jongeren noemt hij in zijn boeken een identiteitsprobleem. De identiteitscrisis bij adolescenten kan soms gewelddadige vormen aannemen, bijvoorbeeld bij jonge Europeanen met Maghrebijnse of Afrikaanse voorouders, van wie men hier weigert te aanvaarden dat ze intussen Europeanen zijn.

vrijdag 7 juli 2023 14:05
Spread the love

 

Dit artikel verscheen vele jaren geleden op de website van de Pedagogische Begeleidingsdienst  Gent en is een samenvatting van een interview met Jacques Pain naar aanleiding van de opstanden in de banlieues in december 2005.

Jacques Pain (1942-2021) was hoogleraar ‘Sciences de l’éducation’ aan de universiteit Paris X – Nanterre en verantwoordelijk voor de onderzoekssector ‘Crisis – school – kwetsbare terreinen’. In de jaren negentig deed hij een grootschalig onderzoek naar geweld op middelbare scholen in verschillende Europese landen. Hij was als pedagoog en psychoanalyticus een van de boegbeelden van de Institutionele Pedagogiek en Psychiatrie in Frankrijk. Een van de uitgangspunten van deze visie is dat instellingen (gezin, school, bedrijven, ziekenhuizen, psychiatrische instellingen), op alle niveaus kunnen bijdragen aan psychische problemen, stoornissen en onbehagen en dat het broodnodig is de instellingen zelf, groot en klein, te “verzorgen”, zodat ze net kunnen helpen aan de oplossing van de problemen.

Pain zegt dat de generatiearmoede niet mag onderschat worden. Veel jongeren, jongens, zagen dat hun vaders en grootvaders werkloos waren en zijn, en kunnen zich niet aan hen optrekken.

Veel jongeren, jongens, zagen dat hun vaders en grootvaders werkloos waren en zijn, en kunnen zich niet aan hen optrekken.

Pain onderscheidt verschillende vormen van geweld.

Jacques Pain, foto AECSE

Wat zich tijdens de opstanden in de eigen buurten in de voorsteden voordoet is volgens hem de ergste vorm: destructief geweld, nemen, stelen, kapot doen, in brand steken, lichamelijke agressie. Het geweld gebeurt in een roes van vernieling. Reden hiervoor is volgens hem dat de jongere juist die mensen niet kan bereiken, die hij of zij heel erg  nodig heeft om de eigen persoonlijkheid mee op te bouwen. Om verschillende redenen is het moeilijk of onmogelijk om zich als “allochtone” jongere te identificeren met zijn ouders, zijn leerkrachten, de samenleving. De woede keert zich dan tegen al wat en al wie men zo nodig heeft om (psychisch) te overleven.

Discriminatie, uitsluiting en racisme zijn vormen van een vaak sluipende agressie die de jongere (en zijn familie) langdurig ervaart en waartegen hij kan reageren met onderwerping of vlucht. De keerzijde ervan is echter “terugvechten”, ook al krijgt men dan de indruk dat er gevochten wordt tegen de verkeerde instanties en personen. De uitbarstingen kunnen zo heftig zijn dat alle sociale controle, regels en wet verlamd raken.

Wat onmiddellijk helpt, is volgens Pain hetzelfde als wat op lange termijn moet gebeuren: de jongeren én hun ouders én hun buurten erkennen

Wat onmiddellijk helpt, is volgens Pain hetzelfde als wat op lange termijn moet gebeuren: de jongeren én hun ouders én hun buurten erkennen, ernaar toe gaan, met hen praten, communicatiekanalen zoeken. Daarnaast zijn er op langere termijn ingrepen nodig van politieke en economische aard om psychische problemen zoals bijvoorbeeld structurele depressie van kinderen en jongeren, hun ontreddering en het geweld dat daaruit voortkomt, te voorkomen of te verhelpen. Werkeloosheid, racisme, apartheid op scholen, zijn vernietigend voor een individu, voor een samenleving in zijn geheel en voor kansarme deelgroepen in het bijzonder.

Jacques Pain zegt dat hij beschouwd wordt als ‘Specialist in de analyse van gewelddadige situaties’.

Apartheid

Wat is uw analyse van zo’n gewelddadige situaties?

“Ik werk op de afdeling ‘Cadres d’intervention et terrains sensibles’ aan de universiteit van Nanterre. Naast de concrete aanleidingen die er altijd zijn, staat het gebrek aan communicatie en informatie hierover vanwege de politie en het gemeentebestuur op de eerste plaats. Maar er is natuurlijk veel meer aan de hand. Er is een nationaal probleem, meer bepaald een kolossaal probleem van de voorsteden. In 1995 maakten we een repertorium op van de zogenaamde gevoelige wijken: 700 wijken zijn problematisch (in Frankijk). Het gaat om wijken die in economisch opzicht sindsdien weinig of niet zijn geëvolueerd.”

“In toenemende mate heerst er in Frankrijk een vorm van apartheid tegenover deze voorsteden en binnen het onderwijs in de voorsteden. Sinds tien jaar is de situatie in de scholen ronduit penibel: 40% van de ‘probleem’-populatie is geconcentreerd in 10% van de scholen in de voorsteden!”

“40% van de ‘probleem’-populatie is geconcentreerd in 10% van de scholen in de voorsteden”

“Op het gebied van onderwijs zijn er immense problemen. Per jaar komen 100.000 tot 150.000 jongeren uit school zonder diploma en zonder nog enige interesse voor school! Hun frustratie tegenover het onderwijs is enorm, hun afwijzing neemt agressieve vormen aan.”

Is dat volgens u de reden waarom er ook scholen in brand worden gestoken?

“Ja natuurlijk. Kleuter-, lagere, middelbare scholen. Nieuw is dat niet. Tussen ’88 en ’95 gingen tientallen scholen in vlammen op. Alleen kreeg dat toen veel minder aandacht.”

Wat zijn volgens u de specifieke tekortkomingen van de huidige regering?

“Er is de laatste jaren zeker onvoldoende overleg geweest en er werd te weinig gesteund op de ouders.”

“Daarnaast is er de rechtse regering, die de laatste jaren in het onderwijs ondersteunend personeel, opvoeders bijvoorbeeld, heeft ontslagen. Het soort jobs waar deze jongeren soms nog werk vonden, werd afgebouwd: deeltijdse en precaire jobs weliswaar, maar het was iets, dus beter dan niets. Nu kunnen ze nergens meer terecht.”

“Dan heeft men ook de buurtverenigingen bestreden, kortom alles wat het leven in een ziek stedelijk weefsel nog enigszins leefbaar hield.”

Gaat het ook over racisme?

“Het is echt ook een kwestie van racisme. Er is een vrij sterk rechts racistisch discours in Frankrijk.”

Niet alleen in Frankrijk, toch?

“We moeten ook naar Europa kijken. Er zijn incidenten in België, in Duitsland, Italië, Spanje. Oké, dat zijn nog geïsoleerde gebeurtenissen, maar toch. Men is in heel Europa bezig een bipolaire samenleving te maken. De kansarmen, zonder diploma’s en zonder binding met de maatschappij, dat zijn jongeren! Er zijn ook ouderen, natuurlijk. Maar het zijn hoofdzakelijk jongeren. Anderzijds zien zij langs alle kanten de wereldwijde uitstalling van rijkdom, discussies over de derde en de vierde wereld.”

“Men is in heel Europa bezig een bipolaire samenleving te maken”

“Een kind in een voorstad vandaag, in tegenstelling tot twintig jaar geleden, ként zijn situatie. Ze zien alles op televisie. Alle dagen ziet hij wat er overal gebeurt, hoe het er overal aan toegaat.”

1968

“Er is een latente malaise in heel Frankrijk. Er zijn grote syndicale problemen. Het lijkt een beetje op de situatie zoals in ’68, behalve dat de problemen toen dieper lagen en vooral de middenklasse troffen. Nu zijn het echt de minst bevoorrechte klassen die getroffen worden.”

“Daarnaast zijn er ook veel spanningen aan de universiteiten. We kunnen onze onderzoeken niet meer doen. Er zijn problemen met financiering. Het is niet onmogelijk dat er daar grote stakingen van komen.”

“De laatste vijf jaar overlegt deze regering met niemand meer. En dat probleem doet zich voor op alle domeinen en op alle niveaus.”

Moeten we bang zijn? Is het zo erg als het lijkt? Gisteren zei een collega dat dit het begin is van de stadsguerrilla…

“Dat geloof ik niet. We kunnen wel zeggen dat er een soort van mentale context van mondiaal geweld is, geweld dat niet beheerst wordt.”

“Deze jongeren hier zijn totaal niet gepolitiseerd. Ze eisen eigenlijk ook niets speciaals. Het is echt een wild appèl. Er zitten jongeren bij die heel erg verloren zijn, compleet radeloos.”

“Ze steken de auto van hun beste vriend in brand!”

Het lijkt wel zelfmoord!

“Dat is wat het zo gevaarlijk maakt, dat deze gebeurtenissen worden aangegrepen door rechts of door de islamisten, voor hun eigen doeleinden. Ik heb echter ook democratische gemeentebesturen aan het werk gezien, die de situatie in de hand namen, mensen inzetten om adviezen te geven, in de woonblokken de bewoners gingen bezoeken en met de jongeren en de minder jongeren praten. Op drie, vier dagen waren de problemen daar opgelost.”

U werkt al jaren aan preventie. Kunt u zeggen dat er effecten zijn?

“Niet genoeg. We zien dat in de V.S., in Engeland, Duitsland, Japan men dingen heeft opgezet die gedeeltelijk gelukt zijn omdat ze verschillende jaren konden volgehouden worden. In Frankrijk lukt dit niet. Ik heb verschillende colleges (Franse middelbare scholen) opgevolgd. Dat werkte: we hadden bepaalde middelen, het lukte om een verbinding te maken tussen school en buurt. Dat is iets wat broodnodig is!”

“Er zijn mensen nodig, geld, goede wil. Het is nodig om de jongeren te betrekken, om met hen te werken”

“Als men met deze scholen werkt moet men veel tijd krijgen. In sommige scholen heb ik 15 jaar gewerkt. Dan lukt het soms om zaken te veranderen maar dat is werkelijk een “travail de fond”. Er zijn mensen nodig, geld, goede wil. Het is nodig om de jongeren te betrekken, om met hen te werken. Op dit moment beginnen we met een experiment in Champigny. We gaan hen drie jaar volgen: met de directie, de leerkrachten, het personeel dus, en met de scholieren werken. Ik denk dat we daar dingen kunnen doen. Maar drie jaar is een minimum!”

U komt altijd terecht bij de scholen!

“Ik heb het nog niet over de ‘lycées professionnels’ (beroepsscholen) gehad: 42 procent van de leerlingen is meerderjarig, de helft is dagelijks afwezig, slechts 10 tot 15 procent is nooit afwezig! De situatie is ronduit dramatisch!”

“In Vlaanderen hebben jullie het Vlaams Belang, in Antwerpen bijvoorbeeld. Er komt een moment dat de minderheden zich gaan organiseren. Nu zijn ze niet erg georganiseerd. Ik denk niet dat er religieuze groeperingen achter zitten, maar de islamistische bewegingen zouden dit wel kunnen aangrijpen.”

De mensen zijn bang? …

“De mensen zijn bang, dat is een psychologische reactie. Maar het antwoord moet politiek en economisch zijn. Er moet communicatie komen, op alle niveaus.”

 

Mileen Janssens is psycholoog en psychotherapeut. De psychoanalyse helpt haar denken en schrijven over de wereld.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!