Foto: Evelien Goedhuys
Interview -

Evelien getuigt wat pesten met je doet: “Hoe persoonlijk het was, kwetste het meest”

dinsdag 18 juni 2019 19:28
Spread the love

Evelien is gedurende de gehele lagere school en tot het vijfde middelbaar gepest. Pas toen ze van middelbare school wisselde veranderde dat. Nu ze afstudeert voor verpleegkundige wil ze haar verhaal doen. Om andere gepeste scholieren te tonen dat ze niet alleen zijn. Om te tonen hoever ze, ondanks het pesten, is gekomen. Maar vooral om te tonen hoe diep en langdurig pesten iemand raakt en jaren later in het dagelijks leven een rol blijft spelen.

“‘Je hebt geen goede mama’, kreeg ik te horen. M’n kleren van H&M waren niet goed genoeg, want ze waren niet van een merk. M’n boekentas ‘kon niet’. Dagelijks duwen en trekken op de gang. Op de grond geduwd worden. Twee keer heb ik als gevolg m’n voet gebroken. Een meisje d’r ketting was zoek. Ik zou dat hebben gedaan. Pas toen de directie erbij kwam, gaven klasgenoten toe dat zij erachter zaten. Uitnodigingen die ik een keer uitdeelde voor mijn verjaardag vond ik aan het eind van de les stuk voor stuk in de vuilbak terug. Spullen werden afgepakt en verstopt. Spullen werden gestolen.” Evelien vertelt hoe haar leven op de lagere school eruitzag.

Op de secundaire school was het voor Evelien niet veel anders. Nog erger zelfs. “Ik werd op de grond geduwd op de speelplaats. Uitgescholden, zodra ik het schoolplein opliep. Vanaf de 3e verdieping riepen leerlingen mijn naam, met erachteraan ‘hoer’ of ‘lelijke’. Ook was het ‘dumbo’ hier en ‘dumbo’ daar, want ik had een heel klein beetje uitstekende oren. Of ‘wandelend skelet’, omdat ik redelijk mager was. Ze hamerden op heel persoonlijke dingen. Verder verstopten ze m’n pennenzak. M’n boekentas. M’n kleren. Leende ik een pen uit, dan werd die terug gesmeten. Een keer was een meisje haar gsm kwijt. Vond ik die, toen ik thuis kwam, in mijn boekentas. De volgende dag mocht ik dat dus gaan uitleggen. Pas bij de directie gaf een leerling toe dat die het had gedaan. En later gebeurde dat nóg eens.” Dit duurde tot het vijfde jaar.

Van zondebok naar populair

De richting die Evelien volgde hield er aan het eind van het vierde jaar er plots mee op en alle leerlingen moesten van school wisselen om hun opleiding verder te kunnen doen. “Mijn klas volgde naar één plek. Ik bewust niet. Ik kwam in een hele nieuwe school en klas terecht, met nieuwe leerlingen dus. En zo verschoof de situatie van het ene uiterste naar het andere. Van de zondebok op de ene school, werd ik populair op de andere. Het waren de beste drie jaar van mijn leven, ik heb veel gelachen en plezier gemaakt.”

“Maar ik heb op die school nooit over mijn verleden verteld. Ook toonde ik mijn eigen ik niet. Vanuit mezelf was ik eigenlijk best ingetogen, maar ik besloot me op deze school heel open op te stellen. Moeilijk was het niet om me compleet anders op te stellen, want ik kende hen niet. In het begin deed ik wat ‘fake’ open of enthousiast, maar klasgenoten wisten dat niet omdat zij mij niet kenden. Mijn gevoelens toonde ik niet, omdat ik bang was dat anderen mij erop zouden pakken. Oud-klasgenoten omschrijven mij nog altijd als een gesloten boek.”

Wat vindt een ander van mij?

Het pesten is intussen al jaren gestopt. Maar het bleef en blijft nog steeds een rol spelen. “Ik ga nog altijd naar de psycholoog. Nog steeds hebben die pesterijen een grote invloed op mijn leven. Ik probeer niet te uiten dat ik van binnen een kwetsbaar persoon ben. Door de jaren heen ben ik wel sterk geworden. Maar ik ben ook heel gevoelig en emotioneel. Als iemand op mijn hart trapt, probeer ik dat niet te tonen, maar ik neem het wel mee naar huis en pieker er dan over. Zo merk ik dat de gevoelens van vroeger mee bepalen wie ik nu ben.”

“Door mijn pestverleden ben ik iemand die echt onzeker is. Ik kan zelfzeker overkomen, maar dat ben ik van binnen totaal niet. Behalve op mijn werk. Omdat ik weet dat ik dat kan. Maar in het dagelijks leven als ik iets ga drinken, uitga, of gewoon over straat wandel, heb ik altijd het gevoel dat mensen mij aankijken en mij niet leuk vinden. Ik ben onzeker over mijn kleren, mijn schoenen, mijn haar. Ik denk altijd: Wat vindt een ander? Waar zou die commentaar over willen geven? Pas toen ik bij de psycholoog langsging, merkte ik dat de vragen die ik mezelf elke dag stel, van vroeger komen. De mensen die mij gepest hebben, hebben ervoor gezorgd dat ik zo onzeker ben geworden.”

In alledaagse situaties komt die onzekerheid terug. “Als er iemand in de les bot doet tegen mij, dan denk ik direct dat ik iets verkeerd heb gedaan en dat die persoon me niet leuk vindt. Terwijl het ook niets met mij te maken hoeft te hebben. Ik heb schrik om weer terug aan de kant geschoven te worden.”

Leerkrachten omzeilden het probleem

Tegenwoordig kan je als kind of jongere via mail, chat, of telefoon je hart luchten bij organisaties zoals Awel of JAC. Ook zijn er jaarlijks landelijke schoolcampagnes zoals de Vlaamse Week tegen Pesten om bewustwording over de impact van pesten te creëren. Maar 12 jaar geleden was dat er nog helemaal niet. “Leerkrachten omzeilden bij mij toen het probleem een beetje. Ze hielden het bij een beetje babbelen, maar dat hielp niet echt. Op de lagere school is mijn mama heel vaak naar de directie geweest, maar die praatte het vaak met een smoesje weg. Hij maakte er een hele grote bocht rond om het precies niet opgelost te krijgen en de betreffende leerling niet aan te moeten spreken.”

Op de lagere school durfde Evelien nog wel tegen de leerkracht en haar moeder te zeggen wat er gebeurde. “Maar op de secundaire had ik toch schrik, want ik was bang dat als leerkrachten die betreffende leerlingen zouden aanspreken, dat het dan nog erger zou worden.” Het was een heel kleine school en net als op de lagere school “trok de directeur op niks”, zegt Evelien. “Nadat ik was weggegaan, is hij vervangen door een nieuwe directeur. Ik heb pech gehad dat er geen goede begeleiding was.”

Een Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) op school, daar was vroeger ook nog geen sprake van. “Er was wel medisch onderzoek op scholen, maar nu kan je als leerling ook komen praten. Op mijn laatste secundaire school was er wel iemand. In mijn laatste jaar ben ik daar naartoe gegaan toen ik het even moeilijk had. Mijn mama was ernstig ziek, mijn oma was net overleden en ik moest afstuderen. Dat was de eerste keer dat ik meemaakte dat iemand van buitenaf, die niks met je schoolresultaten en houding in de klas te maken heeft, er puur voor je is om te praten. Ik heb hier veel aan gehad, om mijn hart te kunnen luchten. Ik vind dat elke school dit moet hebben. Uiteraard is het hier wel belangrijk dat die persoon je serieus neemt en alles vertrouwelijk blijft.”

Het pesten was heel persoonlijk

Of het mogelijk is om pesten compleet uit te bannen? Evelien: “Ik ben bang dat dat niet volledig mogelijk is. De grootste pester op de lagere school, bleek thuis veel problemen te hebben. Iemand gaat pas het leven van een ander verpesten, als die zichzelf niet goed voelt. Anders houd je je daar niet mee bezig. Eigenlijk moet je ‘bijna’ compassie hebben met een pester, die heeft waarschijnlijk een rotleven alleen zie je dat niet.”

“Campagnes als de ‘Week tegen Pesten’ zijn wel heel belangrijk, vind ik. Mensen die gepest zijn, voelen dan dat ze niet de enigen zijn. Verhalen en getuigenissen van anderen, doen je inzien dat het niet aan jou hoeft te liggen. Dat het misschien meer aan de pestende personen ligt.” Dit jaar was deze landelijke campagne in maart. Maar elke dag moet er werk gemaakt worden van ‘een fijn klimaat waarin pesten geen kans krijgt’. Daarom dat Evelien nu getuigt. Uiteraard zijn velen haar al voor gegaan. Elke getuigenis maakt het onderwerp net iets minder taboe, geeft nieuwe mensen kracht en maakt extra mensen bewust.

Hoe hield Evelien zich sterk? “Op de lagere school was het vooral de schrik om niet te slagen”, vertelt ze. “Op de middelbare school wilde ik mijn droom waarmaken, namelijk verpleegster worden. En ik had mijn eigen paard. Dat hielp me ook enorm. Het meest kwetsende aan het pesten was dat het zo persoonlijk was. Rationeel gezien heb ik totaal geen flaporen. Maar ze hebben me daar zo vaak voor uitgescholden, waardoor ik me wel voel alsof ik dat heb, nu nog steeds.”

 

Waar kan je terecht als je gepest wordt? Of als je getuige bent van pesten?

Meer info:

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!