Opinie - Peter Terryn

Schuld of Vriend

"Er is niet één aanleiding die tot radicalisme en terreur leidt, er zijn er veel, het is een kluwen van op elkaar interagerende feiten, processen en omstandigheden."

vrijdag 1 april 2016 15:17
Spread the love

In tegenstelling tot wat Mensen als Bart De Wever en Geert Bourgeois ons voorhouden, dragen we wel degelijk een politieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid voor wat er gebeurt. Er is namelijk een verband tussen ons beleid en de aanslagen. Causaliteit dus, zoals in ‘oorzakelijk verband’: een feit is een gevolg van voorgaande feiten en omstandigheden.

In dit geval is het feit ‘terroristische aanslagen in Brussel’ en de oorzaken en aanleidingen daartoe zijn complex en voor een aantal daarvan draagt het beleid en de samenleving als geheel verantwoordelijkheid. Er is niet één aanleiding die tot radicalisme en terreur leidt, er zijn er veel, het is een kluwen van op elkaar interagerende feiten, processen en omstandigheden.

Islam

Er is om te beginnen de islam zelf die daartoe bruikbaar is. Je kan in de Koran en de Hadith heel wat aanwijzingen vinden die als vergoelijking of zelfs verplichting tot de oorlog tegen ongelovigen kunnen geïnterpreteerd worden. Je kan er ook aanwijzingen vinden over hoe de toekomst moet vormgegeven worden en wat daarvoor nodig is: een kalifaat, een nietsontziende oorlog, extreme brutaliteit.

Je vindt in die Koran en Hadith ook argumenten en een leidraad over hoe je niet alleen met ongelovigen moet omgaan maar ook mensen die de regels overtreden: van zweepslagen over verminkingen, via amputaties tot executies. Je leest er ook de fond van een intolerant samenlevingsmodel waarbij de positie van vrouwen, homoseksualiteit en een rits andere houdingen en attitudes worden verworpen en verketterd. Het staat er vaak zwart op wit en je kan dat interpreteren als een wet met een specifiek doel: de uitbreiding van de oemma of geloofsgemeenschap. Iedereen heeft zich te onderwerpen aan het feit dat er geen god is. Behalve Allah natuurlijk.

Dat is een gegeven dat door de daders van terreuraanslagen, maar ook door groepen als IS, Al-Qaida en Al-Nusrah en nog wat in between – en een deel van hun omgeving – wordt ingeroepen als rechtvaardiging voor hun daden. En aangezien zij dat met zoveel woorden inroepen, is het een belangrijk facet. Voor de daders zelf wellicht essentieel.

Vraag is daarbij waarom mensen de letterlijke – en al even vaak helemaal foutieve en ahistorische – interpretatie van die geschriften en overlevering zo belangrijk vinden dat ze bereid zijn hun hebben en houden achter te laten en het tijdelijke voor het eeuwige te ruilen. Het moet zijn dat dat hebben en houden niet veel voorstelt enerzijds en dat ook dat tijdelijke niet opweegt tegen het eeuwige.

Er bestaan nogal wat boeken en geschriften die inhoudelijk niet zoveel verschillen van de Koran en de Hadith; de Bijbel om er maar één te noemen. Maar je hebt ook duizenden andere boeken die oproepen tot opstand, strijd, gruwel, moord, uitroeiing, enz. De meesten verdwijnen in de ramsj of de schabben van De Slegte, zonder veel gevolg. Een belangrijke vraag lijkt me dan hoe het kan dat mensen de inhoud van sommige boeken zo interpreteren en toepassen dat het bijvoorbeeld leidt tot extreem, niets ontziend geweld.

Wilders vergeleek de Koran met Hitlers Mein Kampf. Niet netjes, maar ook bij dat laatste boek kan je je afvragen hoe het kan dat een boek – dat in Duitsland een oplage kende van goed 10 miljoen exemplaren – heeft geleid tot de uitroeiing van 12 miljoen mensen in Duitse kampen en een wereldbrand met meer dan 70 miljoen doden. Als we dat op conto van het boek schrijven, was dat wel geweldig goed geschreven. Een boek dat mensen kan aanzetten tot dergelijke massaslachting en extreme vernietiging, lijkt veeleer een wonderboek, geschreven met het bloed van de duivel (als die dat al zou hebben). iets bovenaards in ieder geval dat de autonome wil van de lezer ontneemt en die dwingt tot handelen dat hij anders niet zou stellen.

Daar geloof ik niet in. Noch wat betreft de Koran noch wat betreft Mein Kampf. Meer dan het literaire gehalte van dat laatste, waren er in Duitsland heel wat redenen en oorzaken die aanleiding gaven tot de opkomst en het succes van de nationaalsocialisten. Het boek voorzag weliswaar Hitler van genoeg geld om zijn zin te doen en zijn achterban van vlammende argumenten, maar in andere tijden en een andere constellatie had men het wellicht gewoon weggelachen.

Die constellatie lijkt me dus van belang, zowel wat het succes van nazisme betreft als vandaag het virulente islamisme. Want ondanks het schabouwelijke taalgebruik en het erbarmelijke en armzalige literaire gehalte van Mein Kampf, kon Hitler rekenen op zijn ‘gewillige beulen’, zoals Daniel Goldhagen aanhaalt. Zoals die zegt: “zonder Duitsers geen Holocaust.” Het was dus niet zozeer het boek op zich, noch Hitler als persoon, die aanleiding gaven tot het succes van het nazisme, de holocaust en de oorlog, maar een complex geheel van feiten, processen en omstandigheden.

Ze zijn bekend en ik ga er niet dieper op in: het Verdrag van Versailles, de appeasementpolitiek, het antisemitisme dat ook in andere landen een diepe voedingsbodem kende, de strijd van imperiale machten om grondstoffen en afzetmarkten, de diepe crisis van het kapitalisme met onder meer een enorme werkloosheid, het vernietigen van de arbeidersbeweging en de afbraak van een sociale politiek, het virulente nationalisme van relatief jonge staten als Duitsland en Italië, enz.

En natuurlijk, bijzonder relevant lijkt mij: de psychologie en het onderbewustzijn van de massa’s zoals beschreven door Wilhelm Reich in zijn onvolprezen en te weinig gelezen Die Massenpsychologie des Faschismus. Een veel helderder boek dan de Koran of Mein Kampf en au fond ook veel gevaarlijker, wat verklaart waarom hij na de verschijning ervan door de Duitse Communistische Partij aan de deur werd gezet, voor de nazi’s – die zijn boek verboden – moest vluchten, uit de International Psychoanalytical Association werd gesmeten en waarom het boek in de VS geband en verbrand werd.

Zo’n geheel aan facetten, achtergronden, feiten, processen, beslissingen en omstandigheden die aanleiding gaven tot de opkomst en het succes van het nazisme, spelen ook vandaag een rol in het islamisme en de terreuraanslagen. Hoe jammer ook: je kan die aanslagen niet herleiden tot een boek of de interpretatie van dat boek of kopstukken in de beweging zoals je WOII niet kan reduceren tot een gestoorde Hitler en zijn boek.

En als ik schrijf over causaliteit en verantwoordelijkheid, dan bedoel ik dat achter de recente aanslagen in Brussel een aantal processen, feiten, beslissingen en omstandigheden meespelen die we hadden kunnen vermijden, verhelpen, remediëren en waar we dus als samenleving in het algemeen, maar de politiek in het bijzonder een verantwoordelijkheid dragen. Want indien we anders hadden geageerd, was wellicht ook het gevolg anders geweest. Met andere woorden: het bestaan van de Koran en de islam, de geschiedenis van die godsdienst en de geschiedenis van de samenlevingen waarin die godsdienst dominant zijn, leiden niet noodzakelijkerwijze tot oorlog en terreuraanslagen.

Dat lijkt me zonneklaar door het feit dat we niet geconfronteerd worden met 1,3 miljard islamitische strijders maar dat zich dat beperkt tot enkele duizenden of tienduizenden. Het zijn er geen miljoenen en het is geenszins de meerderheid van moslims. Dat betekent dus dat de religie heel anders kan beleefd worden dan wat de islamisten voorhouden. Het betekent ook dat de Koran niet noodgedwongen aanleiding geeft tot terreur en geweld. Het tegendeel is ook waar: islam is ook – en tegelijkertijd – een religie van vrede. Zij het door andere mensen zo geïnterpreteerd en toegepast.

Geschiedenis

De Arabische wereld in het bijzonder maar vele islamitische landen in het algemeen hebben ook een heel proces doorgemaakt sinds WOII. Aanvankelijk had je vooral de antikoloniale strijd die gepaard ging met bijzonder progressieve partijen, groeperingen, strijdbewegingen en later regeringen. Die waren in hoofdzaak links, progressief, seculier, kregen steun van of leunden aan bij de Sovjet-Unie. Ze streefden ook naar internationale samenwerking zoals die tot uitdrukking kwam op de Bandung Conferentie in 1955 en waren antinationalistisch, omdat ze de koloniale grenzen als een probleem beschouwden. Daar wilden bijvoorbeeld de panarabisten en panafrikanen komaf mee maken.

Een aantal van die landen kregen af te rekenen met reactionaire staatsgrepen, vaak met steun van de VS, Frankrijk en het VK. Iran is een goed voorbeeld waarbij de democratische, linkse regering van Mosaddegh in 1953 door een staatsgreep met steun van CIA en British Secret Intelligence Service omver werd geworpen. Sjah Reza Pahlavi trok met steun van de VS en het VK de macht naar zich toe en stelde een autoritair bewind in, gericht op de belangen van de burgerlijke klasse en vooral de Amerikaanse en Britse oliebelangen; de door de regering Mossadegh genationaliseerde oliebelangen kwamen terug in privéhanden. De repressie tegen de linkerzijde was bijzonder hard en meedogenloos met executies, gevangenisstraffen, verbanning van de communistische Tudeh-Partij, de afschaffing van het meerpartijenstelsel ten gunste van een eenpartijstelsel, enz. De enige oppositie die restte, was de religieuze die zich kon inplanten door sociale werken, scholen, ziekenhuizen, enz.

Dat leidde tot een – ah, dialectiek! – opstand tegen het regime, waar de linkerzijde en de religieuzen rond Khomeini samenwerkten en de Sjah verdreven. We kennen de rest van het verhaal: de Islamitische Revolutionaire Partij won de verkiezingen, andere partijen werden (opnieuw) verboden en het land werd een Islamitische Republiek. De VS vonden het zelfs toen nog opportuun om – onder het bewind van Reagan – de veeleer radicale fracties van dat beleid te steunen (wat bekend zou worden als het Iran-Contraschandaal) in plaats van de gematigde fractie, laat staan de linkse partijen.

Het gebeurde in Indonesië waar de VS in 1965 de staatsgreep van Soeharto steunden en een handje hielpen bij het uitmoorden van goed 1 miljoen communisten (of mensen die daarvan verdacht werden). De VS deden ongeveer hetzelfde in Afghanistan: daar was een communistische regering aan de macht sinds 1978. Dat viel –zoals in Iran – bijzonder slecht in de VS en het VK die er alles op zetten om die progressieve regering van Mohamed Najibullah te bestrijden. In functie daarvan werkten ze samen met de zgn. Mujahedin die ze bewapenden, financierden, trainden en organiseerden. In samenwerking met ene Osama Bin-Laden die mee aan de basis zou liggen van Al-Qaida (wat eigenlijk basis betekent naar ‘data-base’) die de VS opzetten om de islamitische strijders naar Afghanistan te halen. Uit die strijd tegen de Afghaanse regering zijn zowel Al-Qaida als de Taliban voortgekomen en dus later IS.

De VS hebben lang beweerd dat het allemaal de schuld was van de Sovjet-Unie, omdat die Afghanistan hadden bezet, maar vandaag weten we natuurlijk dat de VS al maanden voor de tussenkomst van de Sovjet-Unie steun leverden aan wat je niet anders kan omschrijven als religieuze gekken. Overigens was de tussenkomst van de Sovjets er op expliciete vraag van de Afghaanse regering, een tussenkomst die ze herhaaldelijk geweigerd hadden. Maar zoals blijkt uit het interview met Brzezinski, Nationaal Veiligheidsadviseur onder President Carter. in de Nouvel Obs, was het in de val lokken van de Sovjet-Unie van veel groter belang dan de steun aan de radicale moslims. Omdat dat interview zo verhelderend is, hier de essentie:

Q: Betreur je de steun aan de islamitische fundamentalisten die wapens en advies hebben gegeven aan toekomstige terroristen?

Zbigniew Brzezinski : Wat is belangrijker in de geschiedenis? De Taliban of de val van de Sovjet-Unie? Wat geagiteerde moslims of de bevrijding van Centraal-Europa en het einde van de Koude Oorlog?

Q : “Wat geagiteerde moslims”? Maar het is al gesteld en herhaald: islamitisch fundamentalisme is een wereldwijde bedreiging vandaag…

Zbigniew Brzezinski: Nonsens! Er wordt gezegd dat het Westen een globaal beleid heeft met betrekking tot de islam. Maar dat is dom: er is geen globale islam.

Tegelijkertijd steunden de VS en het Westen de dictatoriale monarchieën in Jordanië, Marokko, Saoedi-Arabië, Qatar, Bahrein, de VAE en omstreken. Er werd daarbij telkens toegezien dat in samenwerking met de verschillende veiligheidsdiensten linkse oppositie in de vorm van socialisme, communisme, vakbonden, vrouwenrechtenorganisaties enz niet alleen verboden werden, maar ook genadeloos uitgemoord. Het is ook verhelderend om bijvoorbeeld in de VN het stemgedrag rond bepaalde thema’s te bekijken. Toegegeven: het is onder Obama veranderd, maar voorheen stemden de VS, het Vaticaan en Saoedi-Arabië vaak hetzelfde als het ging over vrouwenrechten, rechten van kinderen of seksuele vrijheid en rechten van homo’s, toegang tot voorbehoedsmiddelen, enz.

Ook in Irak hebben de VS en hun coalitie een seculiere en tot op zekere hoogte progressieve Baath-Partij van Saddam Hoessein illegaal en op een leugenachtige manier van de macht verdreven, in Libië deden ze hetzelfde met het overwegend seculiere, progressieve regime van Moammar al-Qadhafi en de toch behoorlijk linkse Jamahiriyya Lybia (Jamahiriyya betekent “de heerschappij van de massa”). En in Syrië doen ze het nog eens lichtjes over.

Als je dat kort samenvat, dan komt het neer op het uitroeien van elke vorm van alternatief, elke vorm van seculier en links bewind in de regio en elke linkse oppositie tegen dictatoriale, rechtse regeringen. Wat rest zijn religieuze oppositiebewegingen.

En die oppositie heeft nogal wat argumenten natuurlijk. Het probleem is niet dat er oppositie is en dat die oppositie de macht wil en dat desnoods via wapens doet. Het probleem is dat het een bijzonder reactionaire oppositie is die de toestand ten gronde niet kan en zal verbeteren, maar die terug wil naar een obscurantistisch, achterlijk, middeleeuws verleden.

We zien hetzelfde in Israël / Palestina. Terwijl dat conflict ten gronde niets met religie te maken had, verschuift het aan beide zijden in die richting. Het is bekend: zowel de initiatiefnemers van het eerste Zionistisch Congres als de grondleggers van Israël als staat vinden we niet in de religieuze hoek en ook het Palestijns verzet onder leiding van de PLO was links en seculier tot de opkomst van Hamas in 1987. En ook dat is – zoals in Iran, Afghanistan of Libië – geen toeval: Hamas kreeg van bij aanvang praktische en financiële steun van Israël, zelfs in die mate dat de Israëlische eerste minister Ehud Olmert daarover zei “Netanyahu established Hamas, gave it life, freed Sheikh Yassin and gave him the opportunity to blossom” of Brig. Gen. Yithaq Segev, the militaire gouverneur van Gaza die erkende aan US-officials dat hij “helped fund “Islamic movements as a counterweight to the PLO and communists.”

Het is een systematisch patroon waarbij men van in de VS (Nation of Islam versus Black Panther Party) over Palestina via het Midden-Oosten tot in Afghanistan, de Filippijnen en Indonesië de linkse oppositie, vakbewegingen, emancipatiebewegingen en linkse en seculiere regeringen bestrijdt en tegelijkertijd religieuze fanatici aan de macht helpt of als enige oppositie tolereert. Ook – en niet in het minst – omdat die laatsten zelden de kapitalistische verhoudingen in vraag stellen en ten gronde geen bedreiging zijn voor de bestaande machts- en bezitsverhoudingen.

Het is een facet dat in het kader van de opkomst van religieuze fanatici vaak over het hoofd wordt gezien: op een bepaald moment in de recente geschiedenis waren dat soort groeperingen en regeringen bondgenoten van de VS en dus ook van Europa en ons land. Als het gaat over verantwoordelijkheid van ons land, lijkt het me duidelijk dat we als bondgenoten van dat grotere geheel volledig in die analyse en strategie zijn meegegaan. Ook wij hebben in Irak en Libië mee gebombardeerd. En we hebben in Syrië bijgedragen aan het ondergraven van president Bashar Al-Assad en zijn regering. In Palestina / Israël hebben we de zionisten alle krediet gegeven en hebben we ons terughoudend opgesteld in onze steun aan de seculiere en uiteindelijk volstrekt gecorrumpeerde PLO, waardoor Hamas en Islamitische Jihad dat vacuüm – dus met steun van Israël – hebben opgevuld.

Dat diezelfde personen, groeperingen en regeringen later deel zijn gaan uitmaken van onze tegenstanders of vijanden, is natuurlijk de logica zelve: het heet dialectiek en we hebben er zelf ons steentje toe bijgedragen. Het is bijvoorbeeld geen toeval dat de Belgische Secretaris-Generaal van de NATO Willy Claes (nota bene een socialist) in 1995 tegen de Süddeutsche Zeitung zei “Het fundamentalisme is net zo gevaarlijk als het communisme was. Onderschat dat risico niet”. Even verder merkte hij op: “Ik zie niet hoe fundamentalisme in overeenstemming gebracht kan worden met democratie. En de NAVO is veel meer dan alleen een militair bondgenootschap. Zij heeft zich verplicht de grondbeginselen van de beschaving te verdedigen.” De zoektocht van de NAVO naar een nieuwe vijand na de Koude Oorlog heeft voor een deel de huidige wereld geschapen en de opmerking van toenmalig Iraans parlementsvoorzitter Ali Akbar Nategh-Nouri die de NAVO-secretaris uitmaakte voor “zwakzinnige” en Claes ervan beschuldigde “een campagne tegen de islam te hebben ontketend”, zijn misschien wel vergeten, maar zijn uitspraken hebben mee het pad geëffend.

Wat vooral wraakroepend is in dit geheel, is de westerse maar ook de Belgische hypocrisie.

Belgische hypocrisie

Al in de vroege jaren 1990 smeekten Moslimorganisaties in dit land om aandacht vanwege de Belgische overheid in verband met de ontbrekende uitvoeringsbesluiten van de erkenning van islam als eredienst. Imams en moslimleerkrachten hadden geen duidelijk statuut, en de Grote Moskee van Brussel was gul in het voorzien van nogal straffe en ambitieuze gasten om die rollen in te nemen. Die grote Moskee van Brussel opende de deuren in 1978 en was, zoals bekend, een cadeau van Koning Boudewijn aan zijn Saoedische evenknie, koning Faisal. Het werd de zetel van de islamitische activiteiten in België en zoals uit een door Wikileaks gelekte diplomatieke cable blijkt, is het tot op vandaag Saoedi-Arabië dat de meeste moskees – ook niet-Arabische – voorziet van Korans, financiering bij herstelling en onderhoud en het aanstellen van imams en leerkrachten Arabisch. We importeren op die manier natuurlijk een specifieke vorm van islam, salafisme, die bijzonder ver staat niet alleen van ‘westerse normen en waarden’, maar evengoed van de traditionele godsdienstbeleving van de Marokkaanse en Turkse migranten uit de arbeidersklasse zoals die in de jaren 60 en 70 naar ons land kwamen. Die waren niet afkomstig uit woestijnen, maar uit de berggebieden en valleien waar een veel tolerantere en opener vorm van islam leeft, gelieerd aan de Maliki-school. Maar velen onder hen werden – door het uitblijven van uitvoeringsbesluiten van de erkenning van de islam als eredienst – geherislamiseerd door de salafistische geestelijken en leraars via de Grote Moskee. Daar dragen we een politieke verantwoordelijkheid. En hoewel – zoals uit een andere Wikileaks-cable blijkt – de Belgische regering onder Di Rupo in 2012 het vertrek eiste van de radicale directeur van de Grote Moskee, Khalid Alabri, omdat die dezelfde radicale versie van het intolerante soennitisch radicalisme bepleitte zoals ook IS dat doet, wordt vandaag nog altijd 95% van de opleidingen en lessen in islam gegeven door in Saoedi-Arabië getrainde predikanten.

De goede banden tussen beide koningshuizen zijn bekend, maar we zien ook vandaag nog hoe voor Saoedische investeerders om dezelfde economische redenen als in 1967, de rode loper wordt uitgerold. Enerzijds stuurt onze regering koning Filip naar ginder om er alle eer te betuigen aan de overleden koning Abdullah en anderzijds is de burgemeester van Antwerpen vol lof over Saleh Kamel, mede-eigenaar van het Saoedische bedrijf ERS, omdat die in de Antwerpse haven 3,3 miljard wil investeren. Het feit dat diezelfde Saleh Kamel genoemd wordt in de financiering van terrorisme en rechtstreekse banden had met Osama Bin-Laden, wordt afgedaan als een fait divers; men schrijft hem snel uit de aandeelhoudersstructuur, maar de rode loper blijft liggen en voor samenwerking blijft men openstaan.

Dezelfde logica past men toe wat betreft de export van Belgische wapens naar Saoedi-Arabië. Het land is de tweede grootste afnemer van wapens en we veroordelen natuurlijk wel – herhaaldelijk en zowel mondeling als schriftelijk, hoe zou je zelf zijn – de gruwelijke oorlog die het land in Jemen voert, die duizenden slachtoffers heeft geëist waarvan meer dan 90% burgers en volgens de VN meer dan 70% het resultaat van Saoedische bombardementen. We beschimpen de opsluiting en marteling van blogger Raif Badawi die veroordeeld werd tot 10 jaar gevangenisstraf en 1000 zweepslagen, de terdoodveroordeling van dichter en kunstenaar Ashraf Fayadh, de onthoofding van 47 mensen in januari en eigenlijk veroordelen we zowat alles wat ons niet aanstaat. Maar we veranderen niet van houding, want, zoals de huidige regering bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Reynders zegt: “We zullen verdergaan met eenzelfde dialoog met Saoedi-Arabië”. De MR-vicepremier benadrukte in het parlement het belang van Saoedi-Arabië rond de tafel te hebben in de zoektocht naar een oplossing in een aantal internationale conflicten, zoals in Syrië en Irak. Bovendien vindt hij het nuttig dat “ons land zowel in het algemeen als over concrete dossiers een dialoog met het land kan voeren in verband met de doodstraf.”

Veel cynischer moet het natuurlijk niet worden. En als er al iemand op zoek gaat naar een causaal verband tussen de meest obscurantistische en verwerpelijke interpretatie van islam en de aanslagen in Brussel zoals opgeëist door IS, dan daar: zelfde ideologie, zelfde praktijk, aantoonbare financiering en banden.

Maar zaken gaan voor natuurlijk.

Muscles from Brussels

Er is ook de specifieke situatie in Brussel die meespeelt. België heeft meer Syrië-strijders geleverd dan welk Europees land ook en dat heeft zijn oorzaken. Als je de studies bekijkt, lees je (zoals in het Egmontrapport) dat de huidige groep extremisten jonger is dan eerdere generaties die zich aansloten bij Al-Qaida en andere fundamentalistische groepen. Niet alleen zijn ze een pak jonger, “hun radicalisatie lijkt ook veel minder ingegeven door religieuze ijver dan door meer locale factoren”, zo schrijft het rapport, “en gekenmerkt onder meer door banden met bendes en criminele activiteiten.”

Bovendien zijn ze minder bekend met de religieuze gedachten en analyses en hebben ze een louter oppervlakkige kennis van de religie en internationale politiek in vergelijking met hun voorgangers. Waar gepercipieerd of concreet onrecht een belangrijke motivatie was en geopolitiek een belangrijke rol speelde voor eerdere radicalisering, wordt dat “vandaag overschaduwd door persoonlijke vervreemding als motor van hun parcours.”

Men omschrijft het verschil als ‘radicale islamisten’ vroeger en ‘geïslamiseerde radicalen’ vandaag. Vraag is dus niet alleen waar die islamisering vandaan komt, maar ook de radicalisering. Waarom worden mensen gedreven tot dergelijke daden, als het niet in eerste instantie hun godsdienstbeleving is? Temeer daar het fenomeen zich verhoudingsgewijs veel meer in België manifesteert dan in andere, ons omringende landen. Want als je vorig jaar jezelf te buiten ging aan drank, vrouwelijk gezelschap en drugs, was je niet erg islamitisch bezig. Het feit dat je je een jaar later opblaast, wijst op een erg kort traject waarbij de islam alleen niet doorslaggevend kan zijn.

Wie bekend is met de sociaalgeografische kaart van Brussel en die er even bij neemt, kent het verschijnsel van de croissant: een sikkelvormig deel van Brussel dat tegelijkertijd geteisterd wordt door slechte huisvesting, problematische urbanisatie, bijzonder hoge werkloosheid en dus armoede, beperkte toegang tot gezondheidszorg, hogere mortaliteit en dus lagere levensverwachting. Voor jongeren betekent het ook tegelijkertijd een verminderde toegang tot het aanbod van deze samenleving en dus een hogere criminaliteit, waarmee dus ook een hogere repressie gepaard gaat. Men creëert, om het met de woorden van de Onderzoeksgroep jeugdcriminologie van de KU Leuven te zeggen “een groep mensen die in hun contact met de maatschappelijke instellingen telkens weer vooral te maken krijgen met de controlerende en sanctionerende aspecten ervan en minder genieten van het positieve aanbod.” Een dergelijke maatschappelijk positie is natuurlijk “verbonden met de structurele positie van de bevolkingsgroep, nl. het behoren tot de lagere sociale klasse. Kenmerkend voor deze klasse is het gebrek aan gezag om hun eigen cultuur te laten opnemen en valoriseren in de maatschappelijk erkende cultuur. Dit betekent dat hun belangen niet verdedigd worden, dat er minder aan hun specifieke noden en behoeften wordt tegemoet gekomen en dat zij zich ook niet weren tegen de negatieve stereotypen die er over hen bestaan.”

Het gaat hier dus niet alleen om kansarmoede of behoren tot een lagere sociale klasse, hoewel die facetten meespelen. Het gaat specifiek om ook om het interactionele en cumulatieve karakter waardoor men ook het proces kan benoemen en volgen. Bovendien ligt bij maatschappelijke kwetsbaarheid de klemtoon niet op de structurele kenmerken maar op de culturele eigenschappen (o.a. het opvoedingsmodel binnen het gezin, de waardenoriëntaties van de ouders, de aspiraties voor de kinderen). Dit geeft rechtstreekser aansluiting met de individuele beleving en verwerking van degenen die zich in een maatschappelijk kwetsbaarheidsituatie bevinden, en bijgevolg ook met probleemgedrag.

Het is dus een complex geheel van problemen die zowel cultureel als sociaaleconomisch zijn en waarop de samenleving kan inspelen. En ook daar ligt een maatschappelijke verantwoordelijkheid: het is namelijk niet gebeurd.

Nochtans werden vele van de huidige problemen al decennia geleden aangekaart. Johan Leman van Foyer in Molenbeek deed het in 1987 in een reportage van de BRT waar hij waarschuwde voor de gevaren van de verwaarlozing van Molenbeek. Ecolo deed dat en au fond het volledige middenveld van sociaal werkers hebben de situatie al zeer lang aangeklaagd. Maar er kwam geen dialoog met de overheid, want elke frank die naar moslims ging, zou het Vlaams Blok “wind in de zeilen geven”, zei men. Moslims kregen vooral te horen dat ze zich “moesten aanpassen” en dat ze – vanaf het midden van de jaren 1990 – steeds meer een “veiligheidsprobleem” werden in de ogen van de overheid. Aan de kern van het probleem werd niet geraakt en de situatie in onder meer Molenbeek is verder verslechterd. Dat is een politieke keuze geweest, het resultaat van politieke krachtsverhoudingen en partijen in ons land. Partijen overigens die veel meer tijd en energie hebben gestoken in de splitsing van het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde (waarvoor het eerste wetsvoorstel al in 1961 werd neergelegd en die er uiteindelijk in 2012 is gekomen). Natuurlijk: zonder dat dat op het leven van mensen echt een impact had, zonder dat het voor de Brusselaars een relevant gegeven was en zonder dat er iets veranderde aan de realiteit in Molenbeek of de rest van de croissant.

Ook vandaag maakt men van inburgering en meer nog, gelijke kansen, geen prioriteit. Werkingen maatschappelijk kwetsbare jongeren in het Brusselse liggen niet in de bovenste schuif van het beleid, er wordt geen politiek gevoerd van sociale huisvesting, er wordt niet zwaar ingezet op en dus geïnvesteerd in onderwijs, er is geen werkgelegenheidsbeleid die naam waardig. En hoewel N-VA vanaf 2009 de minister van Inburgering leverde, met name de huidige minister-president-veldmaarschalk-fondateur Geert Bourgeois en daarin werd opgevolgd door partijgenote Liesbeth Homans, verwijt men nog steeds het hele debacle aan de socialisten.

Dat Brusselse jongeren geen boodschap hebben aan de communautaire politiek en de federalisering van ons land, is duidelijk. Maar dat die politiek van opsplitsing, onduidelijke verantwoordelijkheden, afgeschoven schuld-en-boete-vragen en open- en dichtklappende paraplu’s zoals we vandaag zien mee debet is aan het hele drama, is wel voor iedereen duidelijk.

Ook op dat gebied ligt er een zware politieke verantwoordelijkheid die niet kan afgeschoven worden op een verbindingsofficier in Istanboel of een commissaris in Mechelen, een verantwoordelijke van de MIVB in Brussel, een bewakingsagent op Zaventem. Een politieke klasse die meer oog heeft voor de opsplitsing van de Federale Musea en diensten dan voor het welzijn en de veiligheid van de bevolking, draagt een zware verantwoordelijkheid. Een politieke klasse die schaamteloos kan redetwisten over de opsplitsing van de kiesdistrict van 1961 tot 2012 en daar bij verkiezingen en intern een prioriteit van maakt, maar al sinds 1987 gewaarschuwd wordt voor oplopende spanningen en problemen in Molenbeek en daar niet eens naar omkijkt, draagt een bijzonder zware politieke verantwoordelijkheid.

Men kan vandaag naar Salah Abdeslam kijken en woedend zijn “omdat hij alle kansen gekregen heeft” zoals Bart De Wever zegt, maar misschien moeten we ons durven afvragen of ze inderdaad alle kansen hebben gekregen. Misschien moeten we de PISA-rapporten van de OESO er eens bijnemen en durven vaststellen dat in geen ander Europees land de kloof zo groot is tussen jongeren die afkomstig zijn uit migratie en jongeren die hier geboren zijn. Misschien moeten we durven vaststellen dat ons onderwijs inherent discriminerend is. Misschien moeten we durven vaststellen dat niet alleen ons onderwijs dat is, maar ook onze huisvesting. Omdat de verantwoordelijke politici het vertikken sociale huisvesting te voorzien, zijn we bijna allemaal aangewezen op de private markt. Het is geen geheim dat discriminatie daar schering en inslag is. Zeker in het Brusselse, maar evengoed in Antwerpen. En misschien moeten we hetzelfde durven zeggen over de arbeidsmarkt. Waar interimkantoren, maar ook andere bedrijven systematisch discrimineren. Als we dat allemaal durven bekijken, moeten we vaststellen dat die jongeren niet alle kansen krijgen. Als samenleving hebben we daar gefaald en het beleid faalt. De verantwoordelijke politici dragen een gigantische verantwoordelijkheid voor de puinhopen die in Brussel en andere steden ontstaan. Ze zijn rechtstreeks verantwoordelijk, over de partijen heen, voor de erbarmelijke situatie waarin België verzeild is geraakt.

En wat mij betreft: que se vayan todos.

Bronnen:

BRT-reportage uit 1987 over Molenbeek:

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/nieuws/binnenland/1.2498081

Over de financiering van Hamas door Israël:

https://ministerievanagitatie.wordpress.com/2009/01/19/hamas-oorspornkelijk-gefinancierd-door-israel/)

De Wikileaks Cables over België en Saoedi-Arabië:

https://wikileaks.org/plusd/cables/07BRUSSELS2298_a.html

Over de Grote Moskee en salafisme:

http://www.dw.com/en/brussels-great-mosque-and-ties-with-salafism/a-18866998

Een analyse door de Washington Post:

https://www.washingtonpost.com/news/worldviews/wp/2016/03/22/belgiums-big-problem-with-radical-islam/

De Belgische relaties met Saoedi-Arabië:

http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/2537803/2015/11/26/Reynders-wijzigt-dialoog-met-Saoedi-Arabie-na-hetze-niet.dhtml

Over de theorie van de Maatschappelijke Kwetsbaarheid:

http://www.uitdemarge.be/media/docs/over%20uit%20de%20marge/090804%20theorie%20maatschappelijke%20kwetsbaarheid.pdf

Dossier kansarmoede en achtergestelde Buurten Brussel:

http://www.observatbru.be/documents/graphics/dossiers/dossier-2002-kansarmoede-en-achtergestelde-buurten-in-brussel.pdf

De Sociaal-geografische kaart van Brussel:

http://www.docu.vlaamserand.be/ned/search-detail.asp?PublicationId=1446

Studie over de Belgische jihadis:

http://www.egmontinstitute.be/wp-content/uploads/2016/02/egmont.papers.81_online-versie.pdf

New-York Times over intergatieproblemen in België:

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!