De afgelopen twee jaar kreeg Servië te maken met een enorme
toename van het aantal migranten. Volgens de officiële statistieken vroegen in
2013 5.066 mensen asiel aan. In 2014 ging het zelfs om 16.490 mensen, een
stijging van 225 procent. De meesten onder hen hebben de Syrische nationaliteit.
Het doel van veel van deze migranten is om via Servië Noord-Europa te bereiken.
Zoals Human Rights Watch aan het licht bracht, verloopt hun verblijf in Servië
evenwel niet altijd vlekkeloos.
Tussen november 2014 en januari 2015 interviewde de
Amerikaanse mensenrechtenorganisatie 81 asielzoekers en migranten, waaronder 18
kinderen, op diverse locaties in Servië en Macedonië. Uit die reeks interviews kwam
naar boven dat de wanpraktijken van de Servische politie zich vooral afspelen in
Subotica, een stad aan de grens met Hongarije. Maar ook in het zuiden en oosten
van Servië en in hoofdstad Belgrado is er sprake van mistoestanden.
Fysiek geweld
Zo beschreven twintig migranten en asielzoekers, waaronder
zeven kinderen van dertien tot zeventien jaar, feiten van afpersing en
mishandeling door politieagenten in en rond Subotica. Vaak hield de politie hen
tegen op straat of zocht ze hen op in de Ciglana-steenfabriek, die dienst doet als
geïmproviseerd kamp voor vluchtelingen. De politie dwong de migranten en
asielzoekers, die vooral bestaan uit Syriërs en Afghanen, om hun geld en
mobiele telefoons af te geven. Daarnaast beledigden de agenten hen en dreigden
ze met geweld en uitzetting. Vijf mensen, waaronder enkele kinderen, werden bovendien
geslagen en geschopt. Twee asielzoekers kregen pepperspray in de ogen gespoten.
Zes andere migranten en asielzoekers vertelden dat ze geconfronteerd
werden met fysiek geweld en beledigingen tijdens afzonderlijke incidenten in
het zuiden en oosten van Servië en in Belgrado. Meer bepaald had de politie hen
geslagen terwijl ze vingerafdrukken lieten afnemen of zich lieten registreren
voor een asielaanvraag.
Onrechtmatige uitzettingen
Acht geïnterviewden, waaronder twee 16-jarige kinderen, stelden
dat de Servische politie hen had teruggestuurd naar Macedonië zonder adequate
screening om hun individuele behoefte aan internationale bescherming te
bepalen. Ze zeiden dat ze over de grens werden gezet, als onderdeel van grotere
groepen, zonder dat daarbij de juiste procedures waren toegepast en ze de mogelijkheid
hadden om een asielaanvraag in te dienen. Bovendien stelden de acht
geïnterviewden dat ze over de grens werden gezet op plaatsen die geen officiële
grensovergangen zijn.
Aalem, een zestienjarige Afghaanse jongen, stelde dat de
politie in november hem en drie van zijn vrienden (die twaalf, dertien en
vijftien jaar zijn) twee keer terugstuurde naar Macedonië. Hun derde poging tot
asielaanvraag werd wel goedgekeurd. Vier volwassenen vertelden dan weer dat de
grenspolitie in het zuiden en oosten van Servië hen om geld vroeg en ermee dreigend dat ze anders
terug naar Macedonië gebracht zouden worden. Nadat de asielzoekers de
agenten werkelijk geld gaven, werden ze vrijgelaten.
Weigering tot registratie
Human Rights Watch interviewde ook dertien mensen, waaronder
twee niet-begeleide kinderen van veertien en zeventien jaar, die stelden dat de
politie had geweigerd om hen als asielzoekers te registreren. Dat gebeurde in het
Železni?ka-politiebureau in Belgrado, in het Bogova?a-asielcentrum ten zuiden
van Belgrado en in het politiebureau in Sjenica in het zuiden van Servië. Die
weigering ontzegde de immigranten niet enkel de toegang tot het asielstelsel:
ook onderdak, voedsel en medische zorg kregen ze daardoor niet.
Daarnaast stelde Human Rights Watch tijdens drie bezoeken
aan het Bogova?a-asielcentrum in november en december vast dat er twintig
mensen buiten wonen. Sommigen haalden hiervoor als reden aan dat de politie had
geweigerd om hen als asielzoeker te registreren, waardoor ze niet werden
toegelaten in het asielcentrum. Anderen vertelden dat de politie hen had
ingeschreven, maar naar verre centra had gestuurd die ze niet konden
bereiken.
Onwil bij politie
Human Rights Watch sprak ook met een politieagent van het asielcentrum,
die verantwoordelijk is voor de registratie van asielzoekers. Deze vertelde de
mensenrechtenorganisatie dat hij per dag tijd heeft om 15 mensen te
registreren, terwijl er soms vijftig asielzoekers opdagen. Volgens Human Rights
Watch bestaat het registratieproces in dit stadium echter enkel uit het
invullen van een eenvoudig formulier, waarvoor slechts minimale informatie
vereist is. Bovendien hoeft de politieagent hierbij geen screening uit te
voeren, noch moet hij beslissingen nemen over asielverzoeken. Deze fase van het
registratieproces zou dan ook slechts een paar minuten in beslag mogen nemen.
Verder zei de agent dat gezinnen met kinderen, zwangere
vrouwen en niet-begeleide kinderen voorrang hebben bij de registratie. De
realiteit blijkt echter anders te zijn. Bij de mensen die vlak buiten het asielcentrum
leefden, zaten twee gezinnen met kleine kinderen en zes niet-begeleide kinderen.
Slecht één daarvan, een zestienjarige Afghaanse jongen, had de kans gekregen om
zich als asielzoeker in te schrijven. De agent had hem echter naar een ander asielcentrum
gestuurd, dat ongeveer 112 kilometer verder ligt.
Ministerie van Buitenlandse Zaken weigert contact
Human Rights Watch ontmoette daarop het Commissariaat voor
Vluchtelingen en Migratie van Servië, alsook de “the Protector of Citizens” (de ombudsdienst van het land die de rechten
van burgers beschermt en de activiteiten van overheidsinstanties controleert,
red.).Daarnaast sprak de
mensenrechtenorganisatie ook af met vertegenwoordigers van niet-gouvernementele
organisaties, van het UNHCR (de
vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, red.) en van de EU-delegatie
in Servië.
Het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken weigerde
echter, ondanks herhaaldelijke verzoeken, om in gesprek te gaan met Human
Rights Watch. Evenmin heeft het ministerie gereageerd op een brief waarin de
mensenrechtenorganisatie haar bezorgdheid uit over de geloofwaardige
beschuldigingen van intimidatie, misbruik en gedwongen deportaties naar
Macedonië.
Opstellen van richtsnoeren
Human Rights Watch is dan ook duidelijk in haar conclusie. Volgens
de organisatie moeten de Servische autoriteiten onmiddellijk de wanpraktijken
van de politie tegen asielzoekers en migranten onderzoeken. Daarnaast moet
iedereen die hiervoor verantwoordelijk is ter verantwoording worden geroepen.
Verder moet de overheid duidelijke richtsnoeren voor de politie creëren. Zodat agenten asielzoekers en migranten met
respect zouden behandelen op een wijze die in overeenstemming is met de mensenrechtenverplichtingen. Tevens mogen asielzoekers nooit zomaar het land uitgezet worden. Tot slot
moet de overheid de politie duidelijk maken dat pesterijen, geweld en afpersing
zullen worden bestraft.
Servische en internationale regelgeving stellen immers dat mishandeling
en het gebruik van ongerechtvaardigd en buitensporig geweld door de politie
verboden is. Daarnaast vereist de regelgeving eveneens dat de overheid politie-omkoping en
afpersing moet aanpakken.
Verder moet er bij het terugsturen van niet-begeleide
kinderen en volwassen asielzoekers sprake zijn van procedurele waarborgen en van
de mogelijkheid om asielaanvragen in te dienen. Anders schenden deze
deportaties de verplichtingen van Servië in het kader van nationale en
internationale wetgeving.
Schending van diverse wetgeving
Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat door Servië
is ondertekend, verplicht het land immers om onbegeleide kinderen niet zonder
enige rechtspleging terug te sturen. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens waarborgt dit recht. Bovendien zijn collectieve uitzettingen van
vreemdelingen verboden door het vierde protocol van het Verdrag, dat Servië
heeft geratificeerd.
Daarnaast wordt Servië door het Vluchtelingenverdrag van
1951, het protocol van 1967 en zijn eigen grondwet verplicht om het recht op
asiel te eerbiedigen. Deze wetgeving legt ook een verbod op het terugsturen van
personen naar plaatsen waar ze vervolgd kunnen worden.
EU-lidmaatschap
Belangrijk om op te merken is dat Servië kandidaat is om lid
te worden van de Europese Unie. Het neemt dan ook actief deel aan het Stabilisation
and Association Process (SAP) (een EU-beleid dat gericht is op Balkanlanden, met
als einddoel deze landen lid te laten worden van de Europese Unie, red.). In
het kader daarvan moet Servië voldoen aan bepaalde vereisten inzake zijn asielbeleid en de
behandeling van migranten. Lettend op de huidige problematische
situatie, hoeft het niet te verbazen dat een rapport van de Europese Commissie
uit 2014 Servië aanspoorde om haar asielprocedure te stroomlijnen in
overeenstemming met de EU-normen.
“Als Servië echt de ambitie heeft om tot de EU
toe te treden, dan moet het een einde maken aan alle politiemisbruik en
onmiddellijk de beschuldigingen daaromtrent laten onderzoeken”, stelt Emina ?erimovi?,
medewerkster bij Human Rights Watch. “Iedereen die asiel wil aanvragen moet de
kans krijgen om zijn asielaanvraag te laten registreren en de eigen situatie
uit te leggen.”
Kijk hier voor meer info