Geeft de N-VA echt om dieren?

Geeft de N-VA echt om dieren?

Ben Weyts kondigde met enige toeters en bellen aan dat hij de broodfok, het kweken van honden en katten in vrij erbarmelijke omstandigheden, beter wilde aanpakken. GAIA nam het bericht meteen over op haar Facebook-pagina en moedigde haar leden aan om Ben Weyts te feliciteren. Ik vind het wat vreemd, de aandacht die rechtse politici van een partij als N-VA plots hebben voor dierenwelzijn. Geeft N-VA plots echt om dieren? Waar komt deze bekommernis vandaan?

zondag 5 oktober 2014 13:59
Spread the love

Als dierenrechtenactivist heb je soms het gevoel dat je
alles moet nemen  dat je kan krijgen. Elke
stap is er één in de goede richting. Dat Ben Weyts een plan heeft voor de
broodfok is op zich een goede zaak voor het lot van vele dieren. Dat de
Antwerpse schepen voor dierenwelzijn Nabilla Ait Daoud het onverdoofd slachten
wil laten verbieden is op zich ook een goede zaak voor vele dieren. Maar ik kan
er toch niet aan doen dat ik me ook vragen stel over het tekort aan moreel
evenwicht tussen het beleid van N-VA wat dieren betreft en hun zeer
formalistische gezicht als het thema’s als migratie, werk en sociaal beleid
betreft. Er is dus een uitbreiding van de morele cirkel zodat die ook dieren
bevat, maar werklozen en asielzoekers vallen daar dan wel buiten? Of is er geen
uitbreiding van de morele cirkel, en gaat het hier om meer pragmatische
drijfveren? De kernvraag lijkt me te zijn: geeft de N-VA echt om dieren?

Dat N-VA plots om
dieren geef is wellicht een perceptie die ik met het merendeel van de Vlamingen
deel. In een onderzoek van februari 2014, uitgevoerd door een Antwerps
statistisch bureau, bleek nog dat slechts 4% van de Vlamingen de N-VA op nummer
één plaatsten in de rangschikking van partijen die begaan zijn met
dierenrechten. Nochtans vond 81% van de Vlamingen dierenrechten toen wel al
belangrijk. “Dierenwelzijn: een politiek gat in de markt” kopte het persbericht
van deze studie: een terechte conclusie die de N-VA niet ontgaan moet zijn.

De N-VA trok dan ook naar de verkiezingen met dierenrechten
op haar programma, boekte daarmee grote successen bij mensen die vroeger
misschien op Groen, de partij die daarvoor werd gepercipieerd als de partij met
de meeste aandacht voor dierenwelzijn, zouden gestemd hebben. Een
verkiezingszege later en de Vlaamse minister van dierenwelzijn Ben Weyts is een
feit. En die man is natuurlijk een vegetariër, en al jarenlang een fervent
ijveraar voor dierenrechten, of niet? Hij is minister van dierenwelzijn, dus
dat zou je wel verwachten. Toch?

Nu, nee, niet echt. Weyts is op zijn best een flexitariër,
iemand die afwisselt tussen vlees, vis en vegetarisch. In een interview zei hij
het volgende over zijn eigen vlees- en visconsumptie:

“Als ik thuis ben, kook ik. Buitenshuis wissel ik vlees, vis
en vegetarisch af. Ik ken graag de herkomst van het vlees: liefst lokaal en
bio. Ook de kwaliteit en het ras zijn van belang. Dit staat op de etiketten,
maar de ecologische voetafdruk van het vlees niet, dat is jammer.’”

Geen vegetariër dus, eerder een bewuste consument, dat is
ook jammer, een gemiste kans voor een minister van dierenwelzijn. De dieren
moeten het dus beter hebben, maar ze moeten uiteindelijk toch wel dood. Weyts
maakte er in een interview nog een wrange grap over. De man heeft twee varkens
als huisdier, die hij ‘Kotelet’ en ‘Mignonette’ heeft genoemd. “Ik heb hen zo
genoemd in de hoop dat het hun finale lotsbestemming zou worden”, lachte hij in
dat interview, dat integraal op de website van de N-VA te vinden is. Grappig
hoor Ben.

Op de site van EVA,
een organisatie die zich inzet voor verspreiding van vegetarisme, klinkt het
dat de N-VA zich wil inzetten voor vleesmatiging, maar “denken ze wel dat er
nog een lange weg te gaan is en dat het vooral belangrijk zal zijn om een
mentaliteitswijziging onder de bevolking teweeg te brengen”.  Ik lees daar toch vooral in “minder vlees
eten voor de gezondheid, prima, maar we gaan nu toch ook niet direct tegen de
schenen van de bio-industrie schoppen”, maar dat is natuurlijk een zeer
tendentieuze lezing. Zo zijn wij jongens activisten, wij durven wél een zeer
duidelijk standpunt innemen, en aan neutraal blijven is ons niet veel gelegen.

Oh en wacht, we herinneren ons plots nog iets anders. Die
voorzitter van de N-VA, leed die vroeger niet nogal aan obesitas? En bazuinde
hij niet rond tegen iedereen die het wou weten dat hij zeer regelmatig
stoofvlees at? Met kriekskes, als ik het mij goed herinner? In 2008 zette BDW
nog voor het eerst in zijn leven voet in
een vegetarisch restaurant, in het kader van een vegetarische uitdaging van het
vrt-programma Volt. “Ik eet heel graag vlees. Elke dag drie keer. Ook heel
graag rood vlees… ik ben echt een vleeseter”, liet hij zich daar ontvallen.
Ondertussen is Bart De Wever natuurlijk onherkenbaar veranderd, over een lange
weg gesproken, en we durven ook te wedden dat hij geen drie keer per dag nog
vlees eet. Of we weten dat zelfs zeker, zijn dieet is immers een bestseller
geworden. Het is bijna niet ontroerend, mocht het niet om die vreemde zoute
speksmaak zijn die ik ervan in mijn mond krijg.

Maar goed, de top van de N-VA zijn nog niet direct
overtuigde vegetariërs, de landelijke basis zal dan wel haar steentje
bijdragen? Laten we eens naar een willekeurige website van een willekeurige
N-VA-afdeling kijken: die van de N-VA van Tienen.  Op 11 oktober is er daar een festijn met ofwel
stoofvlees, ofwel balletjes in tomatensaus, ofwel “vidée” (de ‘Vlaamse’ naam
voor een korfje met kippenvlees). Een geweldig aanbod voor vegetariërs, als ik
het correct zie: ze hebben nul opties.

Nog een leuke verrassing: wie komt er om in Tienen spreken
op dit “vleesfestijn 2014”? Als het onze nieuwe minister van dierenwelzijn Ben
Weyts niet is! Benieuwd of hij dode kip, dood rund of dood varken gaat eten.
Kan hij lekker benadrukken hoe dierenwelzijn zo belangrijk voor hem is, terwijl
de brokken beest nog in zijn keel zitten. Gelukkig is het allemaal niet zo erg,
want er is nog “een lange weg te gaan”. En intussen kunnen we gezellig
stoofvlees blijven eten. Joepie?

Als we kijken op welke punten N-VA precies wil werken is het
zeer duidelijk dat het hier niet gaat om echte bekommernis voor dieren, maar om
een echte bekommernis om de gunsten van het electoraal publiek van de platste
en meest populistische soort. De N-VA toont zich bekommerd om huisdieren, want
die zijn schattig en het kiespubliek wil dat schattige dieren goed behandeld
worden. Minder schattige dieren zoals koeien? Ja, pfff…

De N-VA toont zich ook bekommerd om religieuze vormen van
onverdoofd slachten, want grote delen van het kiespubliek willen (helaas)
eigenlijk toch wel dat die vervelende moslims (en joden) met hun ambetante
gewoonten gewoon thuis naar tv kijken en braaf zijn. Kijk jongens, zelfs één
van jullie eigen gelederen, een moslima, zegt het! Hop, thuis, op de bank naar
al-jazeera kijken en stoofvlees eten, zo moet het, en probeer maar niet te gaan
vechten in Syrië want we hebben jullie in de gaten. Wat me in deze hele
discussie vooral stoort is niet het feit dat men onverdoofd slachten wil aanpakken
op zich, want dat vind ik een waardevolle zaak, maar wel dat men geen enkele
inspanning levert om de dingen ook eens van de andere kant te zien, en tot een
echte dialoog te komen. Een stropop als de Antwerpse schepen van dierenwelzijn
op de proppen brengen verandert daar helemaal niets aan, en het is je reinste
kolonialisme om te denken van wel.  

Ten derde toont N-VA een zeer halfslachtige betrokkenheid
bij vleesvermindering en dan nog om de slechtst mogelijk reden die er kan zijn.
Niet omwille van het leed van de dieren in de bio-industrie, niet omdat het
doden van levende wezens moreel verkeerd is, niet omwille van ecologische
redenen (als dat een punt zou zijn dan zouden ze ook commentaar moeten geven op
bedrijfswagens en andere vervuilers die nu wel gesteund worden), nee, omwille
van de gezondheid van de consument. De burger, dat kritisch denkend exponent
van het modernisme, wordt hier voor de zoveelste keer gereduceerd tot zijn
portefeuille. Sorry, maar de hele “visie” van de N-VA op vleesvermindering
klinkt meer als een verkooptruc bij de slager dan om een echte bekommernis voor
mens en dier. Na de hele affaire over het gesjoemel met het paardenvlees,
affaire die in veganistische kringen met nogal hilariteit ontvangen werd, want
voor ons maakt het niet uit of het nu vlees van een paard of een rat is, een
dier is een dier, liet N-VA Europarlementslid Mark Demesmaeker  er geen twijfel over bestaan: “Voor de N-VA
staat de zekerheid van consumenten
in deze kwestie centraal: burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de
vermelding op de verpakking correct is. Hier is de consument bedrogen.”

Burger, consument, consument, burger, in de mond van Demesmaeker zijn
het volledig inwisselbare termen. Het gaat dus om de consument, niet om de
burger, en zeker niet om de dieren, laat dat duidelijk zijn. De consument moet
gewoon kunnen blijven consumeren, business as usual, maar ook de producent, in
dit geval dierenfokkers en slachters, mag niet al te veel lijden onder de
maatregelen. Demesmaeker alweer:  “We
moeten de nodige lessen trekken uit dit schandaal en bijsturen waar nodig. Er
is echter al heel wat wettelijk
potentieel aanwezig, waardoor men zich moet hoeden voor steekvlampolitiek die bijkomende administratieve
lasten voor (kleine) producenten zou creëren. Zelfs de meest strikte
etiketteringsverplichtingen kunnen dergelijke fraudezaken nooit uitsluiten.” Ik
ga dan nog maar eens een zeer tendentieuze lezing doen, want dat is zowat mijn
ding, als geëngageerde meneer. Lezen we hier niet gewoon, wars van alle
politieke blabla: “De wet is goed zoals ze is, we willen dat producenten kunnen
blijven doen wat ze doen en we willen hen vooral niet tegen de schenen schoppen,
ook al weten we ook wel dat het een bende immorele patsers is. Oh ja, en we
gaan de etiketten niet veranderen, fuck you”? Nee?

Ik kan helaas de
jubelstemming van GAIA over het aanpakken van de broodfok niet delen. De pragmaticus
in mij is weliswaar blij met de verhoogde bescherming van schattige dieren,
maar laat ons wel wezen: N-VA geeft geen reet om dieren, net zoals ze geen reet
geven om al die asielzoekers die hier aan de poorten van België staan te smeken
om een betere toekomst. Ik kies hier niet toevallig om asielzoekers te
vermelden. De parallel is heel opvallend tussen die twee op het eerste zicht
los van elkaar staande levende wezens, dieren en asielzoekers. Laten we eens
kijken naar een uitspraak van N-VA-kamerlid Theo Francken uit 2013: “Staatssecretaris
De Block legt de focus van het terugkeerbeleid totaal verkeerd. Hoe kan je het
nu uitleggen dat perfect geïntegreerde jongeren die belastingen betalen stante
pede het land moeten verlaten, maar dat criminele illegalen niet verwijderd
worden?” Laat ik even een paar woorden veranderen in deze uitspraak om één
en ander duidelijk te maken:  “Hoe
kan je het nu uitleggen dat perfect geïntegreerde dieren die niet op de mat
kakken slecht behandeld worden, maar dat we respect moeten hebben voor de
brute, gewelddadige slacht door moslims?”

Ziedaar het standpunt van de
N-VA over dieren samengevat in één zin, weliswaar nooit zo geuit, maar uit al
wat ik hier vooraf schreef blijkt het wel. Het is altijd hetzelfde liedje wat
het tolerantiebeleid betreft bij de N-VA: levende wezens die we leuk vinden
mogen blijven en verdienen bescherming, die moeten we koesteren, maar levende
wezens die we niet leuk vinden of waar we niet echt iets voor voelen mogen we
zo bruut en onachtzaam behandelen als we maar willen, of dat nu gaat om
moslims, dieren of asielzoekers is hierbij volledig arbitrair. Geeft de N-VA
dus echt om dieren? Laat ik
antwoorden met de bekende woorden van Orwell uit Animal Farm: “All animals are
equal, but some animals are more equal than others.” Ik vrees dat dieren
nog slechte tijden te wachten staan in Vlaanderen, Ben Weyts ten spijt.

take down
the paywall
steun ons nu!