Zoals men van een N-VA OCMW voozitter kan verwachten vindt Liesbeth Homans het een ‘goed idee’ om mensen die een leefloon trekken een tegenprestatie te doenleveren voor het geld dat ze krijgen van de staat. Als ze dat weigeren, moeten ze hun uitkering verliezen. Volgens een nieuwe wet in Nederland moeten vanaf daar vanaf midden 2014 gedurende één of meerdere dagen per week een tegenprestatie leveren, zoals het proper maken van de straten. Anders krijgen ze geen geld meer. Die regel is nu al van kracht in enkele steden zoals Rotterdam.
Op het eerste zicht kan ik mij enigszins vinden in het principe dat mensen die daar fysisch en psychisch toe in staat zijn, voor zover hen daartoe de kans wordt geboden , zelf voor hun inkomen moeten zorgen, en de gemeenschap enkel diegenen dient te ondersteunen die dat, om menselijk gesproken aanvaardbare redenen niet kunnen doen.
Maar dit, door velen genoemd ‘goed idee’ gaat voorbij aan de veststelling dat onze huidige wetgeving sinds jaar en dag op dit hierboven vermeld principe berust, en dat, indien er vandaag de dag heel wat ‘profiteurs’ zijn die misbruik maken van het onderste vangnet van onze sociale zekerheid, dat niet ligt aan het systeem zelf, dan wel aan het falen van de uitvoerders ervan.
Liever dan er voor te zorgen dat systeem wordt uitgevoerd zoals het behoort, vindt men het dus een ‘goed idee’ om als overheid de goegemeente te bevestigen in hun vermoeden dat alle bijstandtrekkers luilakken zijn die vrijwillig het ‘riante’ leefloon van 817 euro voor een alleenstaande en 1090 euro voor een gezin met kinderen uit de zakken van overbelaste hardwerkende Vlamingen haalt.
Maar goed, laten we dat ‘idee als gevolg van beleidsuitvoeringincompetentie’, zoals ik dat zou noemen, even onder de loep nemen, en ons afvragen:
– Als men de wet zodanig aanpast, dat men mensen die niet hebben kunnen of willen voldoen aan de hen opgelegde arbeidsverplichting of bereidwilligheid daartoe, en daardoor ‘als straf’ in de bijstand zijn terechtgekomen, op gevaar af hun leefgeld te verliezen, toch tot werken zou kunnen verplichten, waarom bestaat die bijstandsregeling dan überhaupt, of waarom heeft men die verplichting (en voor werkonwilligen, uitsluiting van bijstand) al niet uitgevoerd in het werkloosheidsstadium?
– Waarom heeft men het hierbij hoofdzakelijk over denigrerende jobs zoals straten proper houden e.d? Of is de ‘sanctie’ enkel voorbehouden voor de on- en mindergeschoolden?
– Waarom wordt bij een dergelijke verplichte tewerkstelling niet uitgevoerd onder de normale arbeidswetgeving met alle daar aan verbonden rechten en plichten, zoals minimumloon, verlofgeld, e.d.?
-Met andere woorden: waarom moet hier een onderbetaald schofferend ‘luiaards-strafdkampwerksyteem’ geschapen worden?
Heeft hier iemand reeds gedacht aan het begrip ‘arbeidsreglementerinsdiscriminatie’?