Samen met de oppositie tekende de regerende islamistische Ennahdaeen stappenplan uit om uit de politieke crisis te geraken. Volgens dit plan zal er binnen drie weken een nieuwe regering aantreden. Het voorziet ook in de opstarting van een nationale dialoog, die de hele politieke klasse verenigt.
Doel van deze dialoog is over de nieuwe grondwet te onderhandelen en een agenda op te stellen voor nieuwe verkiezingen. Daarmee doet Ennahda afstand van de macht, twee jaar na haar overwinning in de eerste vrije verkiezingen in de geschiedenis van het Noord-Afrikaans land op 23 oktober 2011.
Het stappenplan voorziet in de aanduiding van een nieuwe eerste minister nog voor het einde van deze week. Die heeft dan twee weken om zijn regering samen te stellen.
Discussiepunten op tafel
Op de onderhandelingstafel ligt onder andere wie de nieuwe premier wordt, wie deel zal uitmaken van deze regering van onafhankelijke technocraten, welke bevoegdheden deze zal hebben, hoe de nieuwe grondwet er zal uitzien, welke rol de ANC (Assemblée Nationale Constituante) zal spelen en wanneer er verkiezingen komen.
Wie de politieke situatie in Tunesië van de voorbije maanden heeft gevolgd, merkt dat de discussiepunten niets nieuws onder de zon zijn. Bijna drie jaar na de omverwerping van Ben Ali functioneert het overgangsparlement nog steeds als grondwetgevende vergadering en is er nog geen sprake van een nieuwe grondwet.
Nieuwe verkiezingen werden al verschillende malen gewenst en beloofd. Stabiele politieke instellingen zijn er nog niet. Maar laten we daarbij niet vergeten dat Tunesië na de val van Ben Ali besliste een nieuwe politieke weg in te slaan en het politiek systeem heruit te vinden. Het democratisch leerproces begon er vanaf nul.
De vraag rijst dan of een regering van onafhankelijken of technocraten een oplossing kan bieden en wenselijk is om uit de huidige politieke en economische crisis te komen. Er moeten immers sociaal-economische en politiek-maatschappelijke keuzes gemaakt worden die een technisch karakter ver overstijgen.
Opluchting en wantrouwen
De aankondiging van Ennahda wekte in Tunesië zowel opluchting als wantrouwen onder politieke waarnemers en oppositieleden. Binnen de islamistische partij zelf gingen er ook onmiddellijk stemmen op om de data, vastgelegd in het stappenplan, te relativeren. De precieze datum waarop de huidige regering onder leiding van Ennahda zal aftreden, is volgens deze stemmen afhankelijk van de dag waarop de nationale dialoog echt van start zal gaan.
“Met Ennahda is er altijd een addertje onder het gras en dubbelzinnigheid. Ze zeggen iets om het vervolgens weer te ontkennen”, aldus Selim Ben Abdesselem. Hij is parlementslid voor de partij Nidaa Tounes (Appel de la Tunisie), die deel uitmaakt van de coalitie van oppositiepartijen. Deze coalitie werd gevormd na de moord op oppositielid Mohamed Brahmi op 25 juli. Een tweede politieke moord, die Tunesië helemaal in een politiek impasse deed verzanden.
De oppositie beschuldigt Ennahda er bovendien van het staatsapparaat onder haar controle te hebben geplaatst, door haar vertrouwelingen op strategische posten te plaatsen.
Ondanks het aanwezige wantrouwen lijkt Ennahda overtuigd van de nationale dialoog als enige uitweg uit de politieke crisis. Volgens de Tunesische journalist Mourad Sellami zal Ennahda de regering werkelijk ontbinden, al heeft hij zijn twijfels bij de kalender die zal worden.
“Het zal zwaar zijn, het zal nog tijd vragen, maar er is een overtuiging bij (Ennahda-leider) Ghannouchi dat er geen andere mogelijkheid is dan de dialoog. (…) De realiteit is dat de partij bereid is toegevingen te doen waartoe haar militanten niet bereid zijn.” Zo verklaarde Sellami in een interview met Jeune Afrique.
De economische crisis in Tunesië
Het is in het belang van alle Tunesiërs dat de huidige politieke impasse en de machtsstrijd binnen de politieke klasse doorbroken worden. De onrustwekkende economische situatie dwingt de hoofdrolspelers van de crisis tot toenadering om een totale catastrofe af te wenden.
Het begrotingstekort in Tunesië bedraagt vandaag 5 miljard dinar (2,2 miljard euro). De inflatie bedraagt volgens cijfers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) 6 procent. In realiteit wordt de inflatie echter op 10 procent geschat en verwacht wordt dat het begrotingstekort tegen 2014 zal oplopen tot 8 miljard dinar.
Om te verhinderen dat het land opnieuw onder het dictaat van het IMF en de Wereldbank valt, zijn een politiek akkoord en economische herstelmaatregelen hoogdringend.
Bovendien zal de roep van de straat om ‘brood, vrijheid en sociaaleconomische rechtvaardigheid’ blijven klinken zolang die zich niet gehoord voelt.
De omwenteling van 2010-2011 in Tunesië heeft immers het politieke bewustzijn van de mensen aangewakkerd en de angst doorbroken om op straat te komen.