Begin augustus 2007 kwam ik terug uit Chengdu, China, na een verblijf van ongeveer 4 jaar in wat Astrid Bryan ‘Chinaland’ noemt. Een aantal factoren hadden meegespeeld bij mijn beslissing om terug te keren naar België, waar ik hier niet op inga omdat ze te ver zouden leiden. Maar ik herinner me nog dat ik toen dacht, “toch jammer, om weg te gaan uit een land dat razendsnel evolueert, en een almaar belangrijker rol speelt op het wereldschouwtoneel, terug naar Europa, waar nooit wat gebeurt (of toch minstens alles in slow motion gaat)”.
Heb ik me daar effen vergist – ik was amper gearriveerd of de financieel-economische crisis barstte los in het rijke westen, en al vlug werd het duidelijk dat ook Europa niet aan de gevolgen ervan zou ontsnappen. De afgelopen vijf, zes jaar zijn een rollercoaster geweest voor het oude continent (en zeker voor de eurozone), helaas niet ten goede. Het naoorlogse sociale contract met de burgers wordt zowat herschreven waar we bij staan, overigens zonder dat gewone burgers er veel inbreng in hebben. Representatieve democratie verwordt in snel tempo tot een façade. Blijkbaar heb ik het ene autoritaire regime voor het andere ingeruild, al blijft er nog altijd een verschil. Noot: er wordt door de Europese ‘powers that be’, bedrijfsleiders, topbureaucraten en ‘elderly statesmen’, overigens wel bijzonder gretig verwezen naar China en co om de noodzaak tot flexibilisering en ‘langer en harder werken’ in onze contreien aan de man te brengen. Alsof ze daar graag werken tot ze erbij neervallen.
Soit, de shockdoctrine wordt nu dus ook in Europa toegepast. Een en ander wil uiteraard niet zeggen dat er in China niks meer zou gebeuren, of dat ze daar ook niet hun (substantiële) problemen zouden hebben, verre van. Ik wil alleen maar aangeven dat neoliberale globalisering nu echt de hele wereld in haar macht heeft, inclusief dit continent. Misschien is dat, uiteindelijk, een goeie zaak. Want enkel als we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, gaat misschien bij voldoende mensen het besef dagen dat we het over een totaal andere boeg moeten gooien. De klimaatuitdaging zorgt voor bijkomende (en urgente) druk om onze economieën heruit te vinden, en vormt, zoals Naomi Klein aangeeft, eigenlijk het ultiéme argument voor wereldwijde sociale en politieke actie voor een agenda van sociale rechtvaardigheid. Laat ons hopen dat we dus binnen afzienbare tijd ontwaken uit de TINA nachtmerrie, in ons land onder meer belichaamd door aimabele politici als Kris Peeters (wat mij betreft de Vlaamse Merkel, het verwondert me dat hij nog niet door het leven gaat als ‘Vati’) en wat minder aimabele politici.
Voorlopig lijken de tegenstanders van een betere wereld echter aan de winnende hand, zeker op dit continent. Plutocraten, die nu in het beste geval wat murmelen over groene groei, houden hun plan-B overigens al achter de hand, ook al gaan ze het nooit met zoveel woorden toegeven: geo-engineering. Vermoedelijk gaan ze zelfs daar nog proberen een hoop geld mee te verdienen, noblesse oblige…