De ongeveer een maand oude Italiaanse regering onder leiding van Enrico Letta werd op 18 mei door de demonstranten aan haar regeringsbelofte herinnerd: het creëren van meer banen en investeren om het land uit een aanslepende recessie te redden.
Tot zover is Letta daar nog te weinig in geslaagd, vinden de betogers. De Italiaanse werkloosheidscijfers blijven nationale records breken en de staatsschuld is 127 procent van het BBP – alleen in Griekenland is dat cijfer hoger. In maart van dit jaar was de werkloosheid in het land 11,5 procent volgens cijfers van Eurostat, 38,4 procent van de Italiaanse jongeren zit zonder job[1].
Enrico Letta slaagde er eind april in om centrumlinks (Partito Democratico, PD) en centrumrechts (Il Popolo della Libertà, PdL) te verzoenen en op die manier na een twee maanden durende patstelling een Italiaanse regering te vormen. Na een week al moest een van de ministers, Michaela Biancofiore, echter opstappen na uitspraken waarin zij beweerde dat homoseksuelen zelf discriminatie uitlokken.
Stokpaardje
Silvio Berlusconi, voortrekker van PdL, had een belangrijke eis: de afschaffing van onroerendgoedbelasting IMU (Imposta Municipal Unica). Deze belasting schafte hij zelf af in zijn laatste periode als minister-president, maar ze werd weer ingevoerd door Berlusconi’s opvolger Mario Monti.
Tijdens de verkiezingscampagne werd het afschaffen van deze huizenbelasting een stokpaardje van PdL – Berlusconi beloofde zelfs in een persoonlijke brief aan inwoners van swing regio’s om de belasting terug te betalen indien hun stem naar hem zou gaan – en Berlusconi stelde dit dan ook als voorwaarde voor deelname aan een regering met Letta’s PD.
En hij kreeg zijn zin. Letta – met de hete adem van de Europese Unie in zijn nek, want bezuinigd moet er worden – kondigde vrijdag een pakket maatregelen aan dat de Italiaanse economie moet aanzwengelen.
Onderdeel daarvan is uitstel voor betaling van de huizenbelasting (wat waarschijnlijk tot volledige afschaffing van die belasting leidt), maar ook een hervorming van het fiscaal systeem en een miljard euro extra naar het fonds dat uitkeert bij technische werkloosheid (Cassa integrazione guadagni).
Als Letta volledig zou toegeven aan de eis van Berlusconi en de IMU dus afschaft en de inkomsten ervan in 2012 terugbetaalt, zou dat een gat in de begroting slaan van ongeveer 8 miljard euro. Waar dat geld – en het geld waarmee de andere aangekondigde maatregelen betaald worden – dan wel vandaan moet komen, is onduidelijk.
Stekker
Letta heeft zichzelf 18 maanden de tijd gegeven om de hervormingen door te voeren; mogelijk is dat ook precies de levensduur van zijn regering. De door schandalen en processen omgeven Berlusconi mag dan geen minister-president meer zijn, ook in de huidige regering heeft hij veel touwtjes in handen.
Wanneer het hem belieft, kan hij de stekker eruit trekken en het land wederom in het politieke slop storten. Maar vermoedelijk zal hij daarmee wachten tot Letta de nodige hervormingen al heeft doorgevoerd, en Berlusconi er zeker van kan zijn dat hij volgende verkiezingen gaat winnen.