Maar goed, gedane zaken nemen geen keer. Mij ergert vooral de selectieve verontwaardiging wanneer het de zogenaamde ‘gratis’ overheid betreft. Als het om maatregelen gaat die de gewone man ten goede komen, staat heel goedverdienend Vlaanderen op de barricade.
Vanuit hun bedrijfswagens zien de goedverdienende Vlamingen het nut van een goedkoop openbaar vervoer niet in. Ze zouden beter moeten weten elke keer ze in de file staan.
Bovendien kraait er geen haan naar wanneer de overheid zichzelf eventuele alternatieve inkomsten vakkundig door de neus boort. Nochtans vindt zowat elke burger dat de belastingen te hoog zijn en de overheid dringend moet worden ontvet. Sta me toe mezelf te verduidelijken.
“Als het om maatregelen gaat die de gewone man ten goede komen, dan staat heel goedverdienend Vlaanderen op de barricade”
Eén van de belangrijkste debatten op Europees niveau betreft de uitbreiding van de ‘Europese richtlijn hergebruik overheidsinformatie’. Samengevat stelt deze richtlijn dat alle informatie waarover de overheid beschikt, en waarop geen auteursrechten of privacybepalingen gelden, voor hergebruik ‘gratis’ ter beschikking moet worden gesteld, ook bij commercieel hergebruik.
Ongetwijfeld geen man in de straat die ooit van deze richtlijn hoorde, laat staan er wakker van ligt. Nochtans, naar zeggen van de Europese Commissie, genereert de richtlijn een potentiële marktmeerwaarde van vele tientallen miljarden euro, elk jaar opnieuw! Overheidsdata lijken wel de nieuwe gasbellen. Al worden die gasbellen niet ‘gratis’ vermarkt.
Een voorbeeld ter illustratie: overal in Vlaanderen investeerden de provinciebesturen in fietsroutenetwerken waar we massaal gebruik van maken. We fietsen van knooppunt naar knooppunt via tientallen uniforme recreatieve verkeersbordjes. Daarbij zorgt de overheid ervoor dat vent- en andere wegen worden heraangelegd ten voordele van het fietscomfort van de recreatieve fietser.
Provinciebesturen bieden speciale fietskaarten aan enzovoort. De jaarlijkse kostprijs voor de verschillende overheden is mij onbekend, maar alles bij elkaar ligt ze ongetwijfeld behoorlijk hoog. En toch wordt deze dienstverlening, ondanks het ‘gratis’ karakter ervan, goed bevonden, zelfs door de welverdienende Vlaming. Niks mis mee, inderdaad.
En toch. Het publieke knooppuntensysteem is dusdanig populair dat het door ondernemers allerhande als interessant wingewest wordt gezien. Uitgeverijen geven publicaties uit met toeristische routes, gps- en smartphone-applicaties worden er rond ontwikkeld, marketingcampagnes bieden interessante fietsknooppuntengadgets aan, en nog veel meer.
Vaak gebruiken ze hiervoor de data, bijvoorbeeld de geocoördinaten van de fietsknooppunten, die de overheid binnen het systeem op een arbeids- en kostenintensieve wijze verzamelde. Dankzij de Europese hergebruikrichtlijn hoeven ondernemers voor deze informatie geen redelijke vergoeding te betalen. Het commerciële hergebruik is voor hen ‘gratis’.
“Dat zou bij auteurs en muzikanten niet waar zijn”, hoor ik mezelf denken. En inderdaad, waarom zou de overheid niet een klein deeltje van haar investering recupereren en een billijke (dus niet onredelijke) winstdeling bij dergelijke commerciële initiatieven bedingen? Omdat de Europese Unie het niet toelaat. Punt.
“In tijden waarin het bon ton is te stellen dat overheden hun dienstverlening moeten afslanken of privatiseren omdat de kostprijs te zwaar is en het belastingbeslag te hoog, laat de overheid kansen liggen om een deel van haar werkingskost op een alternatieve wijze te recupereren”
Wie denkt dat dergelijke opbrengsten marginaal zijn, moet er zijn smartphone of tablet maar eens op naslaan. Hoeveel applicaties maken geen gebruik van data die door de overheid werden verzameld of ontwikkeld? Overigens, ook hier bestaat ‘gratis’ niet, maar is het een glijmiddel voor publicitaire boodschappen of andere betalende applicaties.
In elk geval, we zitten nog maar aan het begin van deze trend. Nog eens: de geschatte jaarlijkse marktwinstwaarde bedraagt tientallen miljarden euro.
In de komende weken worden ook musea, archieven en bibliotheken aan de reikwijdte van de Europese richtlijn toegevoegd. Net nu deze meestal publieke erfgoedspelers na een decennium van investeringen in registratie, digitalisering en automatisering (waarvoor hun werkingsbudgetten niet werden verhoogd) eindelijk wat terugverdienkansen zien in tal van hergebruikapplicaties voor cultuurminnende consumenten.
Publieke omroepen worden van de richtlijn vrijgesteld (ondanks het gegeven dat de overheid de werkingsbudgetten van deze omroepen wel zwaar verhoogde), want, zo verklaarde een medewerker van de Europese Commissie vorig jaar onomwonden op een congres in Leuven: “Die hebben beter gelobbyd”.
De eerlijkheid gebiedt me te stellen dat het er naar uitziet dat musea, archieven en bibliotheken, na koppig lobbyen, voorlopig nog een bovenmarginale vergoeding zullen mogen vragen en exclusieve contracten van beperkte duur zullen mogen blijven sluiten. Anderzijds ben ik realistisch genoeg om te beseffen dat dergelijke uitzondering ongetwijfeld maar tijdelijk van aard is.
In tijden waarin het bon ton is te stellen dat overheden hun dienstverlening moeten afslanken of privatiseren omdat de kostprijs te zwaar is en het belastingbeslag te hoog, laat de overheid kansen liggen om een deel van haar werkingskost op een alternatieve wijze te recupereren.
Nochtans is het een manier die billijk is, de belastingen niet verhoogt en de economie niet hypothekeert. Het neoliberale Europa verhindert dat. De lasten zijn voor de overheid, de lusten voor de private sector. Geen wonder dat het overheidsbestel onder druk staat. Voor niks gaat inderdaad de zon op, zeker als je met overheidsinformatie aan de slag wil.
“Het neoliberale Europa verhindert dat. De lasten zijn voor de overheid, de lusten voor de private sector”
Pascal Ennaert
Pascal Ennaert is coördinator van de Vlaamse Kunstcollectie vzw, voorzitter van de Gebruikersgroep Cultureel Erfgoed en Auteursrecht en gemeenteraadslid voor de SP.A in Brugge. Hij schrijft deze opinie in eigen naam.