Een portret van een van de 'martelaren' van Port Said dat op Facebook circuleert met het onderschrift: "Ghandour...een van de ware strijders van Tahrir werd vandaag vermoord. Hij groeide op als een weeskind en stierf als een martelaar".
Nieuws, Afrika, Politiek, Facebook, Twitter, Egypte, Veiligheidsdiensten, Voetbal, Caïro, Tahrirplein, Arabische Revoluties, Arabische lente, Opperste Militaire Raad, De slag van Port Said, Ultras, Voetbalrellen, Zamalek, Al-Ahly, Hussain al-Tantawi - Rahma Esther Bavelaar

De slag van Port Said: meer dan een voetbalrel

CAIRO - Voor waarnemers die niet op de hoogte zijn van de rol van voetbalsupporters in de Egyptische politiek, leken de gevechten in het voetbalstadion in Port Said, die afgelopen woensdagavond resulteerden in 75 doden en honderden gewonden, op een tragische escalatie van een ‘bekend’ fenomeen: opgefokte jonge mannen die hun teveel aan testosteron afreageren in zinloos hooliganisme.

dinsdag 7 februari 2012 16:05
Spread the love

Zodra het nieuws over het bloedbad onder de ‘Ultras’ naar buiten kwam, ontbrandde op Facebook en Twitter dan ook een verbijsterende discussie over de ware toedracht van de tragedie.

In veel Europese en Amerikaanse nieuwsbronnen werd de kernoorzaak dan ook al snel gezocht in de ‘gebruikelijke’ gewelddadigheid van Egyptische voetbalfans in combinatie met een niet nader verklaard algemeen gebrek aan veiligheid in (post)revolutionair Egypte.

Het moge duidelijk zijn dat massamoord, zelfs onder Arabische hooligans, geen gebruikelijke traditie is. De heldenverklaringen van de slachtoffers en de woedende verwijten aan de militaire machthebbers, waarmee de Egyptische straten en sociale mediawebsites onmiddellijk overspoeld werden, vertellen dan ook een gecompliceerder verhaal: een verhaal dat alles te maken heeft met de nauwe verbintenis tussen het voetbalstadion en straatprotest in (post)revolutionair Egypte.

De Ultras

‘Ultras’ is Egyptische slang voor een fanatieke voetbalsupporter, in Caïro voornamelijk geassocieerd met de fans van de lokale voetbalteams – vooral de twee belangrijkste teams: al-Ahly en Zamalek. ‘Ultras’ zijn verbonden door hechte fanclubs die wat weg hebben van een studentenvereniging, met de bijbehorende gedeelde noties van nadrukkelijke mannelijkheid, geheimhoudingsplicht en een soort broederlijke erecode. De ‘Ultras’ hebben meer dan elke andere groep ruime ervaring met politiegeweld en collectieve bestraffing: ze hebben dus een rekening te vereffenen met de veiligheidsdiensten.

Vanaf het begin van de revolutie bleek deze ervaring, in combinatie met een hang naar hanig vertoon en sterke groepssolidariteit, een zeer effectieve bron van politieke mobilisatie. Aldus waren de herkenbare vlaggen, outfits, graffiti van de ‘Ultras’ en hun gepolitiseerde en vaak hilarisch obscene voetballiederen, al snel een kleurrijke aanwezigheid op het Tahrir plein. 

Tijdens gewelddadige pogingen van de veiligheidsdiensten om protesten op te breken, stonden de ‘Ultras’ vaak moedig in de frontlinies om de wolken van traangas en rubberen kogels te trotseren. Sommige activisten zien de ‘Ultras’ als roekeloos en beschuldigen hen van beperkte politieke intelligentie.

De term werd ook een soort geuzennaam die associaties oproept met de rauwe politieke passie van een gefrustreerde jonge middenklasse. De ‘eenvoudige jongens van de straat’ die het zwaarst lijden onder de economische stagnatie en politiegeweld, vrezen voor hun toekomst en ambities.

Onbeantwoorde vragen

Zodra het nieuws over het bloedbad onder de ‘Ultras’ naar buiten kwam, ontbrandde op Facebook en Twitter dan ook een verbijsterende discussie over de ware toedracht van de tragedie, aangewakkerd door de ooggetuigenverklaringen en amateuropnames die al snel in omloop kwamen.

Waarom hadden de Port Said-supporters de aanval geopend op supporters van het verliezende al-Ahly-team uit Caïro? Waarom had de beveiliging mensen binnengelaten zonder hen te fouilleren? Waarom zeiden ooggetuigen dat de aanwezige veiligheidstroepen geen vinger uitstaken om het geweld te bedaren en waarom waren er aanwijzingen dat de politie de onruststokers zelf had binnengelaten?

Waarom duurde het twee uur voordat het leger een vliegtuig en voertuigen stuurde om de onrust te stelpen en de doden en gewonden te vervoeren? Hier was duidelijk veel meer aan de hand dan een uit de hand gelopen voetbalvete.

Zoals altijd probeerde iedereen de gaten in het verhaal te manipuleren voor zijn eigen politieke doeleinden. ‘Deskundigen’ op de ‘regime-vriendelijke’ televisiezenders pontificeerden dat de agressors uit hetzelfde hout gesneden waren als de hooligans en onruststokers die het land in ballingschap houden met hun aanhoudende protesten op Tahrir. Sommige ‘Ultras’ en ‘anti-Militaire Raad’-activisten riepen dat de militaire junta direct opdracht had gegeven tot de slachting, uit wraak voor het politieke activisme van de ‘Ultras’.

Voor de meeste Egyptenaren maakte de directe oorzaak weinig uit: zoals een Egyptische activiste het op Facebook stelde: “Doesnt matter a bit who did what. SCAF [de Militaire Raad] and police have deliberately left this country without protection and security. They failed at the ONLY job they should both be doing.”

En inderdaad, de afgelopen maanden hebben aangetoond dat het leger en de binnenlandse veiligheidsdiensten consequent schitteren in afwezigheid wanneer ze het hardst nodig zijn, maar nooit aarzelen om uit te rukken om ‘dissidente’ burgers van katoen te geven. Veel Egyptenaren hebben al maanden door dat de militaire machthebbers het behouden van hun machtspositie veel belangrijker vinden dan het beschermen van de gewone burger.

Ontkenning

De eerste reactie op de slachtpartij van het hoofd van de Militaire Raad, veldmaarschalk Hussain al-Tantawi, was de typische ontkenning van enige verantwoordelijkheid – dat zijn de Egyptenaren inmiddels van hun ‘bevrijders’ gewoon. “Onze  veiligheidsdiensten opereren prima en zullen er alles aan doen om de verantwoordelijken op te sporen. Dit had in ieder willekeurig land kunnen gebeuren. We zullen een grondig onderzoek instellen en de rouwende families compenseren.”  

De onmiddellijke reacties op Facebook en Twitter waren honend, want hoe vaak heeft de Militaire Raad de afgelopen maanden al onderzoeken en compensaties beloofd voor de slachtoffers die het zelf heeft gemaakt? Waar zijn de arrestaties en berechtigingen van de soldaten en politiemannen die tijdens de revolutie honderden onschuldige burgers in koelen bloede hebben vermoord?

Nog aanstootgevender was Tantawi’s nauwelijks verhulde oproep aan ‘goede burgers’ om het recht in eigen hand te nemen: “De daders zijn toch ook Egyptische burgers. Waarom doet het volk hier niets aan? Het op orde brengen van het land vereist de deelname van alle burgers.”

Wie schrijft de geschiedenis?

‘Ultras’ en activisten wisten wel raad met Tantawi’s leugenachtige arrogantie en ‘verdeel-en-heers’-retoriek. Zij waren al druk bezig met het herdefiniëren van de betekenis van ‘Port Said’, op straat, op Facebook en op Twitter, onder hun eigen voorwaarden en met hun eigen helden en daders.

De slachtoffers zijn bijgeschreven op de lijsten van de martelaars van de revolutie en aan hen opgedragen foto’s, gebeden, herinneringen en eerbewijzen circuleren on- en offline. Op Facebook zijn de ‘incidenten in Port Said’ inmiddels omgedoopt tot Mawqi`at Bur Said (de slag van Port Said), een  veelzeggende semantische parallel met het begrip Mawqi`at al-Gamal (de slag van de Kameel): de tragische dag, precies een jaar geleden, toen het Moebarak-regime, met volledige instemming van het leger, kamelen en met zwaarden uitgeruste ruiters het Tahrirplein opstuurde om een bloedbad onder de betogers aan te richten.

De ‘Ultras’ zelf hebben inmiddels weer een pad gebaand van het station naar de straat, waar ze de afgelopen dagen en nachten de revolutionaire geest nieuw leven hebben ingeblazen. Woensdagnacht verschenen duizenden Zamalek en Ahly- supporters (normaal gesproken aartsvijanden) zij aan zij op het centrale treinstation van Caïro om er de ontzielde lichamen van hun broeders op te wachten.

De woedende leuzen galmden door de stationshal: hangeeb haqquhum hanmot zayyohom (‘We bevechten hun rechten, of we sterven zoals zij’). De afgelopen dagen stelden zij de daad bij het woord en protesteerden met duizenden sympathisanten op het Tahrirplein, onverschrokken voor traangas en rubberen kogels.

Rahma Esther Bavelaar

Rahma Esther Bavelaar werkt vanuit haar thuisbasis in Caïro als freelance vertaalster en publiciste.

Dit stuk is eerder verschenen op Wijblijvenhier.nl

take down
the paywall
steun ons nu!