De Grieken hebben immers reeds sinds twee jaar niets anders gedaan. Vandaag komen ze massaal op straat en volgen de stakingen zich op in ijltempo. De vakbondsleidingen, die tot nu toe de stakingsacties wisten te beperken tot 24-urenstakingen zonder vervolg of perspectief, zien zich gedwongen over te gaan tot een 48-urenstaking, terwijl de druk vanuit de basis om verder te gaan hand over hand toeneemt.
Niet enkel een minderheid staakt maar het volk begint openlijk te revolteren. Officiële gebouwen worden omsingeld, pleinen worden bezet. Zelfs binnen de zeer gedisciplineerde PASOK ontstaan barsten en scheuren. Eerste minister Giorgos Papandreou – sociaal-democraat voor wie het nog niet wist – is steeds minder zeker van zijn parlementaire meerderheid en trachtte vruchteloos een regering van nationale eenheid te vormen.
Bij een ultieme vertrouwensstemming raakte zijn herschikte kabinet slechts nipt over de streep. Dit alles toont de verdieping aan van de legitimiteitscrisis van het politieke systeem in het algemeen en van zijn bewind in het bijzonder. We naderen een situatie waarbij de volksmobilisaties zich openlijk tegen de instellingen keren. In opiniepeilingen is de afwijzing van het huidige bewind en regeringsploeg boven de 75 procent gestegen.
Dit is geen toeval. Meer dan 45 miljard werden de afgelopen twee bespaard of vergaard via extra-belastingen. En toch is de overheidsschuld blijven stijgen van 135 procent van het BBP naar 156 procent!
De oorzaak is eenvoudig : de remedies zijn erger dan de kwaal. Op twaalf maanden is de werkloosheid gestegen met 40 procent, de werkloosheidsgraad bedraagt nu 16 procent. Onder de jeugd heeft ze de 42 procent bereikt. De economie is vorig jaar met 5,5 procent gekrompen, een recessie om U tegen te zeggen. De vooruitzichten voor volgend jaar bedragen een verdere inkrimping van 3 procent.
Harde soberheid pakt het geld waar het niet zit. De Griekse burgerij heeft haar kapitaal reeds verkast; fiscale ontduiking in deze middens gaat gewoon verder. Daarentegen is de BTW voor heel wat basisproducten opgetrokken tot 21 procent; ambtenaren verloren hun eindejaarspremie (en binnenkort ook hun vakantiegeld); lonen werden verminderd en uitkeringen stopgezet terwijl de wegenbelasting steeg met 40 procent.
Vandaag kan de regering nergens meer geld halen en dus gaat ze over tot massale privatisering. Overheidsparticipaties in energie, havens, telecom, openbaar vervoer, post en natuurparken worden teruggebracht tot 20 of 30 procent én verkocht voor een prikje. Enkel het archeologisch patrimonium blijft voorlopig nog ongedeerd.
Maar dit alles zal tot niets leiden. Griekenland wordt leeggezogen en de economie stuikt in elkaar. Net nu is Duits Bondskanselier Angela Merkel beginnen pleiten om ook banken te betrekken bij de schuldaflossing en dit via een schuldherschikking (verlengen van de looptijd van sommige obligaties). Hierdoor zouden schuldeisers, voornamelijk beleggingsfondsen, Duitse en Franse banken een deel van de aangegane schuld in rook zien opgaan.
Dit was voor Jean-Claude Trichet, voorzitter van de ECB geen optie. Het zou ‘een slecht signaal geven aan de financiële markten’. Inderdaad, Standard’s & Poors en Fitch degradeerden de rating van Griekenland van BBB- tot CCC ofte ‘op het randje van default’ (insolvabel). Geen goed nieuws voor de euro dus. In geval van schuldherschikking zou dit een impliciete boodschap van faillissement betekenen met massale ontwaarding als gevolg.
Vandaar dat er even een krachtmeting was tussen de ECB (met Frankrijk op de achtergrond) en Duitsland. De ECB haalde het en dus komt er geen schuldherschikking. De ECB gaat nogmaals 110 miljard lenen aan het insolvabele Griekenland in ruil voor een nieuwe trein besparingsmaatregelen. Merkel mocht haar gezicht redden met de toegeving dat de private schuldeisers nog steeds vrijwillig kunnen bijdragen.
Het belangrijk aan te stippen dat Merkel geenszins in de richting van een schuldherschikking duwde om banken te responsabiliseren. Neen, ze wil vooral vermijden dat Duitsland opnieuw duit in eigen zakje moet doen omdat dit voor haar onverkoopbaar is geworden op electoraal vlak. Het Europees steunfonds dat in mei 2010 werd opgericht wordt gespijsd door het IMF, de ECB én door de lidstaten van de eurozone die allen samen 750 miljard moesten vergaren om landen in nood te helpen.
Vandaag heeft men amper de 400 miljard bereikt en overal groeit het ongenoegen tegen Europa. Waarom zou men solidair moeten zijn met ‘landen in nood’ terwijl in eigen land de riem wordt aangesnoerd luidt de vraag. Bovendien begint iedereen door te hebben dat men in feite geen ‘landen in nood’ redt maar wel banken verzekert tegenover het risico van een default.
Stel dat een land effectief niet meer kan terugbetalen, dat betekent dit een ontwaarding van de activa met 50 of 70 procent van de staatsobligaties die door banken en beleggingsfondsen werden gekocht. En de ECB zit zelf op een berg Griekse schuldpapieren.
Opnieuw zouden alle voornaamste banken gered moeten worden (herkapitalisatie heet dit dan). Maar met welk geld? Nog eens geld bijdrukken (‘quantitative easing’ in het jargon) en dus de trein van inflatie in gang zetten? Allemaal risky business…
De Europese beleidsmakers willen dus ‘eieren én joeng’ zoals men in de scheldestad pleegt te zeggen. Ze willen banken verzekeren tegen een default van Griekenland én de euro beschermen. De banken hebben zich hersteld sinds de Krach van 2008 maar blijven nog steeds kwetsbaar. Ze halen winsten binnen maar bevatten nog steeds heel wat activa die in feite overgewaardeerd zijn. En daarnaast drijft de economie op een oceaan van schulden. geen gezonde toestand dus.
De euro is een sterke munt voor een economische ruimte die heel grote verschillen kent. Voor sommige landen is het ‘veilige haven’ maar ook een dure munt die export buiten Europa bemoeilijkt. Voor Duitsland kan de munt niet sterk genoeg zijn en is men steeds meer geneigd de zwakke schakels overboord te gooien. Kortom, de tegenstellingen stapelen zich op.
Indien Griekenland tilt slaat (haar rekeningen niet meer kan betalen), dan gaat dit zeer snel een impact hebben op Ierland, Portugal én Spanje, een economie met een BBP dat 5 vijf maal zo groot is als dat van België.
Heel het politiek-financieel establishment is het er over eens dat dergelijk scenario ten alle prijze vermeden moet worden. Maar de manier waarop ze dit probleem aanpakken draagt in feite bij tot een verder aanzwellen van hetzelfde probleem. Volgens de berekeningen van de troika zal mét besparingen en privatiseringen de schuldratio nog steeds stijgen tot 180 procent van het BBP terwijl de schuldaflossing 10 procent van ditzelfde BBP zal kosten. Het begrotingstekort blijft rond de 8 procent.
Kortom, Griekenland ontsnapt niet aan het faillissement en dus komt het er op aan van nogmaals tijd te kopen om aldus de banken die stapels Griekse overheidsobligaties bezitten snel op het droge te brengen. Aldus zal bij ‘default’ de naschokken beperkt, blijven redeneert men cynisch.
Het establishment wil vooralsnog door het oog van de naald kruipen en juist daarom gaan alle staatsmannen unisono rondbazuinen dat er geen andere keuze is. Juist daarom is het volksprotest voor hen geen goed nieuws.
Ze mogen echter niet vergeten dat wanneer de financiële markten écht gevaar ruiken het alarmsignaal zich als een lopend vuurtje als verspreiden. De ratings van de ander risico landen (Ierland, Portugal en Spanje) zullen dan ook (anticipatief) gedegradeerd worden met als mechanisch gevolg een stijging van hun rentelasten (als verzekering tegen default).
Op hun beurt zullen deze landen niet meer in staat zijn op kapitaalmarkten te gaan lenen en dus aan de deur kloppen van Europa. Opnieuw dreigt een financieel hartinfarct met als mogelijke uitloper een ‘bankrun’.
Allerhande rampscenario’s worden door heel wat commentatoren als waarschijnlijk aanzien, ook in beursmiddens. “By shifting the pain on to the hapless taxpayers of Greece in order to cushion the eurozone’s banks from the consequences of their own actions, all that Europe’s leaders have succeeded in doing is exposing a political schism at the heart of the eurozone project and sowing the seeds of an almighty markt panic” H. Stewart/ Observer, 17/06).
Het is tekenend vast te stellen dat beleidsmakers geen andere ‘oplossingen’ zien dan diegene die de kansen van een nieuwe kladaradatsj juist vergroten. Zij denken niet ‘out of the box’ en blijven binnen de grenzen van het systeem.
Gezond verstand pleit integendeel voor ingrijpende maatregelen waarbij de financiële sector een échte sanering ondergaat. De junkbonds en andere rotte appels moeten eruit en de speculanten mogen zelf de kosten dragen van hun feestelijke uitspattingen. Ze verdienden grof geld op de beurs, welnu, morgen zijn ze het écht kwijt. No mercy. De samenleving moet deze kosten niet dragen.
Concreet betekent dit :
a). Een audit op alle overheidsschulden waarbij het kaf van het koren wordt gescheiden. Anders gezegd de schulden t.g.v het redden van de banken worden in een ‘bad debt’ fonds gestoken.
b). De houders van waardepapieren die voortkomen uit speculatief gedrag redden zichzelf. Of niet.
c). De houders van waardepapieren die voortkomen uit beleggingsgelden van kleine spaarders worden verzekerd door middel van een fonds gespijsd met inkomsten afkomstig uit belastingen op financiële transacties.
d). Banken moeten zich herkapitaliseren en worden opnieuw opgedeeld volgens activiteit: krediet en spaarfondsen andere ene kant van de straat, beleggings- en zaken banken aan de andere kant.
e). De ECB wordt een openbare bank onder democratische controle van verkozen politieke machten; de euro dient andere belangen dan de stabiliteit der financiële markten; alle schulden die private bankinstellingen bij de ECB hebben open staan worden omgevormd in participaties, zodoende wordt een eerste stap gezet in de richting van de nationalisatie van de financiële sector.
Natuurlijk zijn deze voorstellen ‘onhaalbaar’. Althans vandaag en morgen. Maar overmorgen misschien veel minder. Op voorwaarde dat sociale mobilisaties én politieke linkerzijde elkaar ontmoeten en samen een vuist vormen. Of hebt u misschien liever een sequel van de financiële crisis van september 2008 met als derde seizoen een decennium constante verarming met hier en daar in Europa wat fascistoïde regeringen?
Stephen Bouquin is professor sociale wetenschappen aan de Universiteit Evry PariSud