Lokale wetenschappers hebben vier nieuwe manioksoorten ontwikkeld die sneller volgroeid zijn en meer oogst opleveren dan de traditionele variëteit. Bij een ambitieus onderzoeksproject in de provincie Luapula werden al geslaagde veldproeven gehouden.

“Als we de sector beter kunnen organiseren, zijn de resultaten goed nieuws voor het hele land”, zegt expert Martin Chiona van het Root and Tuber Improvement Programme (RTIP). “Er zijn zoveel dingen die je met maniok kan doen, maar niet met gewassen als maïs of graan. Naast voedsel denk ik aan het gebruik van maniok als boenwas, veevoeder of brandhout. Niets gaat verloren.”

Overschot

Veel arme boeren menen dat de nieuwe soorten een beter toekomstperspectief bieden. Rose Mwelwa en Elias Mwila uit Mansa hebben elk vijf kinderen die ze met de teelt van maniok moeten onderhouden. Na een demonstratie van het RTIP besloten ze het programma in hun gemeenschap te promoten. “De nieuwe variëteiten zullen een meeropbrengst generen die we voor gezondheidszorg en onderwijs kunnen gebruikten”, getuigt de 41-jarige Mwelwa.

“De oude maniokvariëteit heb ik bijna twintig jaar geteeld om in de basisbehoeften van mijn familie te voorzien. Met deze doorbraak wil ik ook het overschot verkopen”, aldus de 40-jarige Mwila.

Economische groei

Algemeen deed de Zambiaanse landbouwsector het goed in de periode 2001-2010. Maïs tekende het afgelopen jaar wel een rampzalige oogst op, terwijl maniok het steeds beter doet. Volgens het Centrale Bureau voor Statistiek (CSO) klimt de productie van maniok van 815.000 ton in 2001 tot 4,7 miljoen ton in 2010. Om de toekomst van de maniokteelt veilig te stellen, hebben donorlanden samen met de regering een strategie opgesteld.

Maniok blijkt in Zambia een steeds beter wapen in de strijd tegen honger en armoede. Dat kan een groot verschil maken op het platteland, waar het grootste deel van de arme bevolking leeft. Duurzame economische groei in Zambia wordt pas mogelijk als maniok niet enkel de magen vult, maar ook geld in het laatje brengt.