Volgens bioloog Salvador Montenegro, directeur van het Nicaraguaanse Centrum voor Aquatisch Brononderzoek, zal een toekomstige waterkrachtcentrale aanzienlijke schade aanrichten aan de biodiversiteit van de rivier en de omringende natuur. Over het project werd in 2007 overeenstemming bereikt tussen de regeringen van Brazilië en Nicaragua.
Voor het project, Hidrobrito SA, moet een dam van tien meter hoog en vierhonderd meter breed gebouwd worden om het benodigde waterniveau te bereiken. De dam verandert de natuurlijke afwatering van het Meer van Cocibolca (ook bekend als het Meer van Nicaragua). Nu stroomt het water naar de Caraïbische Zee, na de bouw van de dam naar de Grote Oceaan.
Er zijn nog studies gaande over het project, maar naar verwachting zal de bouw beginnen in 2015. Aan het project hangt een prijskaartje van 680 miljoen euro. Volgens het Nicaraguaanse ministerie van Energie en Milieu zal de centrale 250 megawatt energie genereren.
Catastrofaal
Montenegro verwacht dat de schade voor plant- en diersoorten “catastrofaal” zal zijn. De dam beïnvloedt de biodiversiteit van het meer, de rivier en het leven eromheen. Ook boeren en vissers in de laaggelegen gebieden worden getroffen.
Als het zoete water naar de Grote Oceaan stroomt, heeft dat invloed op het zoutgehalte in het kustgebied. Als dat verandert, kan dat schadelijk zijn voor bepaalde soorten. Hoogstwaarschijnlijk zal de migratie van de bedreigde zeeschildpadden beïnvloed worden. De schildpadden leggen elkaar eieren op het strand van Chacocente en La Flor, in het zuidelijk Nicaraguaanse departement Rivas.
Het bedrijf dat de leiding heeft over het project, Andrade Gutiérrez Construction uit Brazilië, erkent dat er milieuschade zal zijn. Momenteel worden daarom alternatieven onderzocht. Andrade Gutiérrez zegt dat de komst van de waterkrachtcentrale zal leiden tot “veranderingen in de waterkwaliteit en de beweging van sedimenten.” Dat heeft volgens het bedrijf gevolgen voor de ecosystemen en de gezondheid van de omliggende natuur.
De waterkrachtcentrale is niet de enige bedreiging voor de rivier San Juan. Antonio Ruiz, directeur van de Rivierstichting, een niet-gouvernementele organisatie, diende in november een klacht in tegen het verbouwen van de Afrikaanse oliepalm (Elaeis guineensis) bij de rivier. De palm zou zorgen voor verstoring in wildreservaten en het water. Ook zou de natuurlijke vegetatie erdoor overwoekerd worden.
De regio heeft verder te maken met houtkap en groeiende veeteelt.